Nadat ik op NS-stations al regelmatig heb mogen vernemen dat treinen door een "verstoring" vertraagd waren, lees ik nu ook (Noord-Hollands Dagblad), over "de sociale weerbaarheid bij verstoringen (...)" in de elektriciteitsvoorziening.
Vanwaar al deze nodeloze vervormingen van werkwoorden? Een verstoring impliceert dat er iemand iets verstoort, m.a.w. dat er sprake is van sabotage. Het woord "storing" is in de bovengenoemde gevallen toch van toepassing?
Of verwijst het woord "verstoring" hier naar de saboterende gevolgen van de privatiseringsdrang van de overheid? Dan heb ik niks gezegd!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten