zaterdag 27 februari 2010

Hoe lang blijft die bijgelovige vereniging nog bestaan?

Terwijl het de misdadigers vroeger nog lukte hun slachtoffers het zwijgen op te leggen, kan het misdadige gedrag van een aantal RK priesters nu niet langer onder het tapijt worden geveegd. Met name de laatste jaren zijn er veel schandalen in de openbaarheid gekomen, waarbij kinderen door priesters misbruikt werden. Onlangs nog in Ierland en Duitsland (zie daarover mijn artikel Hoezo kinderverkrachtingen? - De Vaticaanse wasserij in actie van 1 october 2009) en dan nu weer in Nederland (zie o.a. Radio Nederland Wereldomroep, gisteren).

Ook heeft onlangs een Nederlandse pastoor geweigerd een homosexueel de communie toe te dienen. Een andere homo heeft daartegen weliswaar aangifte gedaan (zie De Pers van 23 dezer) en het COC en de Gay Krant (De Pers van gisteren) gaan zelfs met de bisschop van 's Hertogenbosch aan tafel zitten, maar je kunt ervan uitgaan dat de rechter zich niet bevoegd verklaart en dat de kerk bij zijn standpunt blijft dat sex alleen in een heterosexueel huwelijk is toegestaan; en dat de gelovige homo's zich daar maar bij neerleggen, op straffe van excommunicatie.

Wanneer wordt de mensheid eindelijk eens wakker en begrijpt zij dat ze simpelweg belazerd wordt? Sterker nog, dat de officiële RK Kerk in maar al te veel gevallen aan de kant staat van de grote misdadigers (denk aan de concordaten tussen het Vaticaan en Hitler-Berlijn, tussen het Vaticaan en Mussolini-Italië en met Franco-Spanje) en zich zelf al eeuwenlang heeft schuldig gemaakt aan gruwelijke misdaden (denk aan de Inquisitie en de Kruistochten, of de goedkeuring van de slavernij)?

Hoe lang moet het nog duren voordat een consumentenorganisatie een aanklacht indient tegen de katholieke kerk? Die vereniging is al eeuwen bezig de mensheid allerlei beloften te doen (eeuwige zaligheid enzo), waarvan nog steeds niet is aangetoond dat ze betrouwbaar zijn. Als een kwakzalver lila kleurstof door boter mengt en het resultaat op de markt brengt als een middeltje waarvan je gegarandeerd afvalt, springen allerlei organisaties daar meteen bovenop, maar de RK Kerk kan al eeuwen lang de meest absurde beloften doen - en daarmee ook nog eens een hoop geld binnenrijven (vergelijk maar eens de armoede van de bevolking van de Ivoorkust met de enorme in de jaren 1985-1989 gebouwde Basilique Notre-Dame de la Paix in de hoofdstad Yamoussoukrol van dat land), zonder dat zich daar iemand over beklaagt. Sterker nog: die club met zijn loze beloften trekt in tal van landen ook nog eens (mee) aan de politieke touwtjes.

dinsdag 23 februari 2010

Europese oproep voor gratis openbaar onderwijs voor iedereen!

Petitie van "European Meeting on Education"


Wij, de initiatiefnemers van deze oproep, zijn uitermate bezorgd over de maatregelen die het onderwijs willen herstructureren op kapitalistische leest. Wij roepen de progressieve intellectuelen, de wetenschappers, de leerkrachten, de pedagogen en ook het administratieve personeel dat werkzaam is op alle onderwijsniveaus, van het lager onderwijs tot en met de universiteit, op hun stem te verheffen en actief deel te nemen aan de groeiende verzetsbeweging in Europa.

De voor het hele spectrum van het onderwijs voorgestelde maatregelen – uiteengezet in het Witboek over Onderwijs en Opleiding en verder gespecificeerd in verscheidene beslissingen van de onderwijsministers van de EU en van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) – stuiten op massaal verzet.

Vooral na de Europese Top in Lissabon, na de aanvang van het Bolognaproces en binnen de context van de bepalingen van de Algemene Overeenkomst inzake de handel in diensten (GATS) en in het kader van de Wereldhandelsorganisatie wordt het onderwijs versneld aangepast aan de wetten van de kapitalistische markt. Zonder enige bekommernis voor de verschrikkelijke gevolgen legt het grootkapitaal deze aanpassing op om een uitweg te vinden uit de economische en sociale crisis en om nieuwe terreinen voor winstgevende activiteiten te ontdekken zoals de felle concurrentie tussen de belangrijkste imperialistische centra dicteert.

Hoewel de landen verschillende snelheden en methodes hanteren voor de invoering van deze kapitalistische herstructurering, vallen volgende gemeenschappelijke kenmerken op:
  • Een toenemende privatisering van het onderwijs, vaak gepaard gaand met een daling van de overheidsfinanciering, de uitbreiding van de privé-financiering 'met winstoogmerk’ en de rechtstreekse overdracht van de onderwijskosten naar de studenten en hun familie. Terzelfder tijd wordt de privé-sector aangemoedigd een steeds grotere rol te spelen in de basisfuncties van alle onderwijsinstellingen, te beginnen met het hoger onderwijs. Dit proces van privatiseren en vermarkten onderwerpt de openbare scholen aan de 'concurrentie’-criteria van de privé-sector en verplicht hen tot zelffinanciering door met elkaar te rivaliseren voor fondsen uit de privé-sector. We kunnen echt spreken van een 'invasie’ van zakenmensen en 'financiers’ op zoek naar 'woekerwinsten’.
  • De ontwikkeling in het Europese hoger onderwijs van een markt die openstaat voor concurrentie door de toepassing van het Bolognaproces. Zulke concurrentie in naam van een grotere 'mobiliteit’ en een opwaardering van de 'kwaliteit’ van de studies zal in feite de vorming in de hand werken van een klein aantal universiteiten van hoog niveau, die de beste onderzoeksinfrastructuur en het leeuwendeel van de fondsen concentreren en de economisch sterkere en 'competitievere’ studenten naar zich toe trekken, terwijl de overgrote meerderheid van de hoger onderwijsinstellingen aan kwaliteit zal inboeten en de verliezers van de herstructurering zal vormen. Het resultaat zal 'mobiliteit’ en 'goede kwaliteit’ zijn voor de rijken en 'immobiliteit’ en 'slechte’ kwaliteit voor de armen.
  • Een verscherping van de klassenverschillen met als doel de selectie van een sociale elite door de scheiding en de onderverdeling van leerlingen en studenten in types, categorieën en vormen van onderwijsopleidingen naargelang de klasse waartoe ze behoren, terwijl de overgrote meerderheid het zal moeten stellen met tijdelijke en onzekere in plaats van systematische opleidingen.
  • Een beperking van het algemeen onderwijs en meer algemeen de flagrante degradatie van het onderwijs door het massaonderwijs te vervangen door individuele vormen van 'levenslang leren’, door marktgerichte en inzetbare vaardigheden en door de onderwerping aan de 'arbeidsmarkt’ ter voorbereiding van een levenslange loopbaan die zal heen en weer kaatsen tussen opleiding en werkloosheid.
  • De discriminatie van migranten, de aanmoediging van het nationalisme en het chauvinisme, pogingen om andere volkeren en culturen te schofferen door terzelfder tijd het 'EU-nationalisme’ te promoten en aan te zetten tot vijandigheid tegen andere volkeren en tegen de internationale arbeidersklasse.
  • De teloorgang van het sociale karakter van de leeropdracht, veroorzaakt door de monopolies en de imperialistische organisaties (NAVO, EU), die openlijk tussenkomen en de academische activiteit van universiteiten en onderzoeksinstellingen bepalen en zo een verstikkende controle uitoefenen over de oriëntering, de richtingen en zelfs de resultaten van de leeropdracht.
  • Maatregelen ter promotie van de imperialistische Europese Unie, de ideologie van de vrije markt, de ondernemersgeest, het irrationalisme, de antimaterialistische benadering van de geschiedenis, het obscurantisme, de antidialectische zienswijze op de sociale evolutie, het verdraaien en het belasteren van de strijd voor de nationale bevrijding, van de sociale en de antifascistische strijd en van de klassenstrijd en pogingen om elk verzet en in een ruk ook elke progressieve, communistische ideologie strafbaar te maken.
In onze strijd tegen deze reactionaire hervormingen roepen wij de progressieve intellectuelen, de wetenschappers en de pedagogen van alle onderwijsniveaus op mee te werken aan de ontwikkeling van een brede beweging, verbonden met de volksmassa’s die vechten voor degelijk onderwijs voor iedereen zonder klassenonderscheid of discriminatie.

Wij roepen eveneens alle betrokkenen op niet te zwichten voor autoritaire bedreigingen of zich niet te laten verleiden door de belofte van voordelen 'onder de tafel’, waardoor ze riskeren voor het karretje van de nieuwe maatregelen gespannen te worden.

Laten we onze krachten bundelen met die van de studenten- en arbeidersbewegingen en opkomen voor volgende eisen:
  • Een eengemaakt onderwijs voor het volk door de uitbouw van een kosteloos, openbaar onderwijssysteem, in toenemende mate gefinancierd door de overheid. In het onderwijs dat wij voor ogen hebben, kan geen sprake zijn van privatisering en ons systeem staat haaks op een systeem dat onderwijskansen verstrekt naargelang de klasse waartoe men behoort en de sociale ongelijkheden doet toenemen op steeds jongere leeftijd.
  • Het wetenschappelijk onderzoek moet in dienst staan van de hedendaagse behoeften van het volk en niet van de winsten en de keuzes van de monopolies. De onderzoeksprojecten mogen niet langer instrumenten zijn voor de schepping van superwinsten en voor de overuitbuiting van de arbeidersklasse. Integendeel, zij moeten krachtige werktuigen zijn voor de bevrijding van de mensheid van materiële tekorten en intellectuele verplichtingen.
  • Een kwantitatieve en kwalitatieve verbreding van het algemeen basisonderwijs door een eengemaakte school, die een eigentijdse algemene opleiding garandeert, met dezelfde voorwaarden voor alle studenten en zonder klassenonderscheid.
  • Een professionele opleiding uitsluitend via de scholen die deel uitmaken van het openbare onderwijssysteem en enkel na het afmaken van het verplicht algemeen basisonderwijs, dat vandaag sociaal onontbeerlijk is.
  • Een eengemaakt hoger onderwijs met basiscursussen die volwaardige wetenschappelijke deskundigheid verzekeren en alle afgestudeerden het recht verlenen hun beroep daadwerkelijk uit te oefenen. Met leerkrachten en onderzoekers die uitsluitend tewerkgesteld zijn in het hoger onderwijs zodat ze geen twee heren kunnen dienen.
  • De economische en wetenschappelijke ontwikkeling van het opvoedend personeel op elk niveau, opdat het zijn echte opvoedende en sociale taak zou kunnen vervullen.
Wij zijn van mening dat we stappen vooruit kunnen zetten en echt succes kunnen boeken als we samenwerken met de arbeidersbeweging en de volksbeweging in een gemeenschappelijke strijd tegen de kapitalistische herstructurering in het onderwijs, op de werkvloer en in het sociale leven, tegen de monopolies en de imperialistische instellingen die deze uitermate klassengerichte politiek opleggen.

De eis voor een krachtdadige reorganisatie van het onderwijs in progressieve zin gaat hand in hand met de noodzaak van een reorganisatie van de maatschappij in haar geheel. De brede mobilisaties op de scholen en aan de universiteiten in 2005 en 2006 in vele Europese landen waren beloftevol en toonden aan dat het mogelijk is om de toepassing van de reactionaire hervormingen en beleidsmaatregelen van de EU en van zijn onderwijs en zijn economie van de 'vrije markt’ te vertragen en in sommige gevallen zelfs tegen te houden.

Deze ideeënstrijd en ook de politieke en sociale strijd moeten verder ontwikkeld en opgedreven worden door de noodzaak te propageren van een ander onderwijs, dat beantwoordt aan de noden van het volk en van een nieuw, een ander sociaal systeem, vrij van multinationals en uitbuiting.

Gratis openbaar onderwijs voor iedereen!


*thanks to WP of Belgium for the translation into dutch

zondag 21 februari 2010

Wat er tegen Venezuela wordt voorbereid

Geschreven door Ángel Guerra Cabrera en op 20 dezer gepubliceerd door de Agencia Latinoamericana de Información

De lange en intensieve media-oorlog tegen Venezuela is nu overgegaan in een waanzinnige fase, waarin een enorme kloof ligt tussen wat er werkelijk gebeurt in het land en wat de media-kartels publiceren. Wie Venezuela uitsluitend beoordeelt aan de hand van wat daar gepubliceerd wordt moet tot de conclusie komen dat het een "mislukte" staat is, waar alles gerechtvaardigd is, of het nu een militaire staatsgreep is, moord op een belangrijke politicus, een buitenlandse militaire ingreep of een combinatie van al deze "oplossingen", precies de 'gezond-verstand-mening' die de redacteuren willen overbrengen. De grote media van de Verenigde Staten, Spanje en andere NAVO-landen, de leden van de Inter American Press Association en de Latijns-Amerikaanse electronische kanalen tekenen inderdaad een zo verwrongen beeld van de Venezolaanse realiteit, dat niemand zonder vooroordelen zou aannemen dat de zo beschreven natie dezelfde is, waarin een tiental multinationals - waaronder Chevron en Repsol - onlangs tachtig miljoen dollar geïnvesteerd hebben voor het opstarten van werkzaamheden in het aardoliebekken van de Orinoco, de natie waarin nu miljoenen, die historisch aan de maatschappelijke zijlijn stonden nu al hun rechten genieten en waar de president enorm populair is en de regering het vertrouwen geniet, zoals blijkt uit de politieke stabiliteit of uit massale demonstraties, zoals die van 23 januari. Onlangs vroeg de oude Venezolaanse journalist Eleazar Díaz Ranges zich af waar het tijdschrift Newsweek de informatie vandaan kon hebben, aan de hand waarvan het voor dit jaar iets zo onzinnigs durfde te voorspellen als de afzetting van president Hugo Chávez door een militaire staatsgreep.

Maar de aanval tegen Caracas in het buitenland wordt niet alleen door de media gevoerd, hoe belangrijk dit onderdeel van de Verenigdestaatse strategie tegen Venezuela dan ook is. Deze strategie is veelzijdig en omvat plannen voor de geheime dienst, ondermijnende activiteiten en militaire agressie, waaraan wordt deelgenomen door het [Verenigdestaatse] ministerie van buitenlandse zaken, het Southern Command van de strijdkrachten van dat land en niet te vergeten de intelligence community onder leiding van admiraal Dennis Blair, de Colombiaanse oligarchie en regering, min of meer openlijk de rechtse regeringen en politieke machten in en buiten Latijns-Amerika en, uiteraard, de binnenlandse contrarevolutie. Van dit alles bestaan meer dan voldoende bewijzen.

De binnenlandse contrarevolutie is erg hard nodig om het beeld te kunnen bieden van een opstandige maatschappij en een onregeerbaar land en voor het uitvoeren van spionage- en subversieve acties door de Verenigdestaatse (en daarmee samenwerkende) geheime diensten, maar hun geringe effectiviteit en hun gezichtsverlies dwongen Washington om medewerkers te zoeken onder studenten van de gegoede klasse, die getraind werden in de techniek van de 'kleurenrevolutie' met fondsen van het United States Agency for International Development (USAID) en de National Endowment for Democracy, beide dekmantels voor de CIA. Maar deze groep is ook zijn aanvankelijke kracht al kwijtgeraakt en de enorme demonstratie van de Bolivariaanse jongeren van enkele dagen geleden in Caracas heeft de opgestarte misdadige acties ontkracht en laat geen twijfel bestaan over de steun die de regering in deze sector geniet.

Zowel voor de revolutie als voor de contrarevolutie zijn de parlementsverkiezingen van 26 september dit jaar de belangrijkste krachtmeting. Maar binnen de contrarevolutie, die behalve in de haat jegens Chávez verdeeld is, woedt een felle strijd om de kandidaten en bestaat er vooral geen vertrouwen dat men erin zal slagen te verhinderen dat de Bolivarianen twee derde van de zetels in de Nationale Vergadering zal behalen, die nodig zijn om de revolutionaire koers te handhaven. De electorale overmacht van het Chavisme is wat steevast de contrarevolutie doet neigen naar een staatsgreep en wat haar tot wanhoop drijft. Dat verklaart ook de pogingen om Chávez de schuld te geven van de problemen met de levering van water en electriciteit die het gevolg zijn aan een van de langste droogteperioden sinds die geregistreerd werden, en waaraan de regering met grote inspanningen het hoofd biedt, o.a. door Ali Rodríguez, een van haar beste mensen, aan te stellen om die problemen op te lossen.

Maar om een idee te krijgen van wat men voor Venezuela aan het voorbereiden is, is er niets duidelijker dan te herinneren aan de door admiraal Blair aan het Congres in Washington aangeboden National Intelligence Estimate: "In Venezuela, Bolivia en Nicaragua hebben populistische leiders [...] zich verenigd om de invloed van de Verenigde Staten terug te dringen [...] in de regio. De president van Venezuela [...] heeft zich gevestigd als een van de belangrijkste tegenstanders op internationaal vlak van de Verenigde Staten." Als ze dit al openlijk zeggen...

http://alainet.org/active/36208
vertaald uit het Spaans door Dwarslezer

zaterdag 20 februari 2010

Israel: voorbereiding voor een ramp in het licht van een experiment in Haïti

Het volgende artikel, van de hand van Olga Chetverikova, werd op 8 februari 2010 gepubliceerd door de Strategic Culture Foundation:

De recente dramatische gebeurtenissen in Haïti ontketenden aanvankelijk in de hele wereld stormachtige discussies in de massamedia, maar daarna verdween het onderwerp binnen enkele dagen uit het nieuws. Intussen vraagt het optreden van de VS-regering in Haïti om een speciale analyse, aangezien de Verenigde Staten in Haïti een nieuw model hebben uitgetest om een buitenlands militair bewind op te leggen met behulp van militaire middelen voor noodhulp bij een volledige vernietiging van levensnoodzakelijke diensten als gevolg van een natuurramp. Het model dankt zijn doeltreffendheid aan het feit dat de economische en maatschappelijke structuur van Haïti vooraf tot het uiterste is uitgehold.

Het is bekend dat de grootschalige inzet in Haïti van Verenigdestaatse gewapende eenheden door het US Southern Command in zo kort mogelijke tijd VÓÓR de aardbeving gepland kon worden dankzij door het in Miami gevestigde hoofdkwartier van SOUTHCOM gehouden rampsimulatie-oefeningen. Daarbij werd uitgegaan van het Transnational Information Sharing Cooperation project (TISC), dat ervoor moet zorgen dat de inzet van NGO's wordt gekoppeld aan die van het VS-leger (www.mondialisation.ca). De daarop volgende Verenigdestaatse "humanitaire" invasie van Haïti, die volgens Washington, vanwege het onvermogen van de nationale regering, noodzakelijk was om het land onder controle te krijgen, heeft gezorgd voor grote bezorgdheid in Latijns-Amerikaanse landen, ofschoon slechts twee Latijns-Amerikaanse staten, Venezuela en Nicaragua, aan de Verenigde Naties gevraagd hebben om een duidelijke omschrijving van de aard van de huidige VS-aanwezigheid in Haïti.

Nog grotere bezorgdheid sprak uit verslagen van verscheidene Spaanstalige massamedia over het "experimentele" karakter van de aardbeving. Enkele dagen na de ramp in Haïti citeerde de Venezolaanse publieke TV-zender ViveTV op zijn website een rapport van de Russische Noordelijke Vloot dat aangaf dat de aardbeving in Haïti was veroorzaakt door een test van de Verenigdestaatse Vierde Vloot met een aardbevingswapen. Het is de bedoeling dat dit soort wapen tegen Iran gebruikt zal worden. Het bericht van de Venezolaanse TV stelde dat de aardschokken in Venezuela op 8 januari dit jaar, in Honduras op 11 januari en op 12 januari in Haïti tot dezelfde bron teruggevoerd waren. De krachtige aardbeving met een kracht van 7,8 op de schaal van Richter in de Chinese provincie Sichuan van 12 mei 2008 was ook het gevolg van het gebruik van dit wapen (VoltaireNet). De website GZT.RU, die de informatie overnam, citeerde een bron in het Russische Ministerie van Defensie, die aangaf dat de aardbeving in Haïti zou kunnen zijn veroorzaakt door de test van Verenigdestaatse aardbevingswapens, die al sedert 2006 actief getest worden. Dit is het derde jaar waarin de VS de doeltreffendheid van een bepaalde specifieke technologie aan het testen is, die theoretisch in staat is aardbewegingen te beïnvloeden.

Het rapport vermeldt het bekende HAARP-programma (High Frequency Active Auroral Research Programme), dat in het midden van de jaren 1990 door de VS gestart werd en waarmee een systeem gecreëerd werd dat in staat is abnormale klimatologische verschijnselen op te wekken, zoals overstromingen, aardbevingen, droogte en orkanen. De HAARP-installatie op de Verenigdestaatse militaire basis Gakhona in Alaska, is opgericht met de gecombineerde inspanningen van de US Navy en de USAF om afwijkingen te bestuderen in de ionosfeer en de magnetosfeer van de aarde om die mogelijk militair te kunnen gebruiken. Een gedetailleerde analyse van de analyse werd verscheidene jaren geleden geboden in een onderzoek van GRIMP (Le Programme HAARP : science ou désastre? [Het HAARP-programma: wetenschap of ramp?] door Luc Mampaey, Groupe de recherches et d'information sur la paix et la sécurité [Groep voor onderzoek en informatie over vrede en veiligheid], Brussel, 1998); terwijl in Rusland de verderfelijke gevolgen van de HAARP-experimenten voor het eerst in 2002 besproken werden tijdens een bijeenkomst van de Defensie-Commissie van de Duma, het Russische parlement, nadat Europa dat jaar getroffen was door rampzalige overstromingen (A. Pervushin, Climate Weapon and New Orleans Disaster). De Duma-leden hadden zelfs een oproep gericht aan de Russische President en de Verenigde Naties voor de creatie van een internationale onderzoekscommissie om de aard van de experimenten in Alaska te onderzoeken, maar alle mogelijke moeite werd gedaan om ervoor te zorgen dat de kwestie van de agenda verdween.

Nu is het bericht van ViveTV door talloze periodieken in verwrongen vorm uitgebracht, alsof het zou gaan om een verklaring van Hugo Chávez, zodat de hypothese werd overgenomen als een vooroordeel van de Venezolaanse regering, die uiteraard geen serieuze analyse verdiende. Tezelfdertijd werd een zaak van principieel belang onder het tapijt geveegd, namelijk het openlijk gebruik in Haïti van een nieuwe militaire technologie, een technologie die evengoed elders in de wereld gebruikt kan worden.

Onlangs hebben de Israëlische nieuwsmedia regelmatig geïnformeerd over een verwachte verwoestende aardbeving. Israel en Palestina bevinden zich inderdaad in de Syrisch-Afrikaanse Rift-vallei, een van de meest seismisch actieve gebieden van de wereld, die gemiddeld eenmaal per 84 jaar getroffen wordt door krachtige aardbevingen. De laatste van die aardbevingen (met een kracht van 6,2) werd geregistreerd in 1927. Daarbij werden Jericho en Jeruzalem het zwaarst getroffen. De Israelische regering is zich vol energie aan het voorbereiden op een waarschijnlijke ramp.

Volgens het Israelische dagblad Ma'ariv zal het Israelische "Centrum voor Noodsituaties" onder de codenaam A Point of Return in 2007 een simulatie houden van een aardbeving met een kracht van 7,3 met een verwacht aantal doden van 14.000. Verwacht wordt dat 80,000 Israeli's gewond zullen raken, terwijl er nog eens 400.000 dakloos zullen worden, aangezien 40% van de gebouwen vernield of beschadigd zullen worden. Israel heeft bij de Verenigde Naties al een verzoek ingediend om hulp bij een ramp, en het heeft gesproken met Jordanië en Europese landen voor de evacuatie van de gewonden naar ziekenhuizen.
Het Israelische ministerie van binnenlandse zaken heeft 3.000 extra doodskisten gekocht, naast de al 1.000 die gereserveerd zijn voor een aardbeving, en het heeft ook 10.000 zwarte polyethyleen plastic lijkzakken gekocht. De Israelische regering heeft terreinen aangewezen voor massagraven voor ongeveer 30.000 doden, als dat nodig zou zijn, en zij heeft een schrijven opgesteld voor de legerrabbijnen voor een voorlopige toestemming om doden te begraven zonder dat ze geïdentificeerd zijn (News.ru). Een speciale Israelische afvaardiging van de afdeling logistiek, het Centrum voor Noodsituaties en de nationale regering is onlangs naar Haïti vertrokken om daar geïnformeerd te worden over de hulp voor de bevolking door de "internationale gemeenschap".

Het is logisch dat de Israelische autoriteiten bezorgd zijn over de toekomst van hun burgers, maar het spreekt vanzelf dat we ons ook afvragen wat er zou gebeuren als een verwachte ramp degenen zou treffen die zich in Palestina vestigen, dus op de Westelijke Jordaanoever en de van Palestina gescheiden Gaza-strook. Uiteindelijk heeft de Palestijnse Nationale Autoriteit, de PNA, slechts de controle over 17% van de Westelijke Jordaanoever, terwijl 59% gecontroleerd wordt door Israel, en de resterende 24% gezamenlijk door Israel en PNA gecontroleerd wordt.

Typisch voor de situatie in het Midden-Oosten zijn de opvallende sociaal-economische tegenstellingen. Enerzijds is er een geactualiseerde high-tech economie met een goed ontwikkelde sociale infrastructuur, terwijl er aan de andere kant een volledig ingestorte economie bestaat met een geruïneerde sociale structuur tengevolge van de door Israel, met de medeplichtigheid van de "beschaafde" wereld, nagestreefde politiek met betrekking tot Palestina.

Op de eerste plaats blijft Israel doorgaan met zijn systematisch beleid van een sluipende bezetting door het in beslag nemen van Palestijns land voor de meest uiteenlopende doelen, zoals de bouw van de scheidingsmuur (die door de hele wereld als illegaal wordt beschouwd), de bouw van Israelische nederzettingen en legerkampen met opleidingscentra, de creatie van "veiligheidsgebieden" en detentiecentra, en de aanleg van "omleidingswegen" om de kibboetsen met elkaar te verbinden. De Palestijnen worden verdreven uit hun huizen in Oost-Jeruzalem en nabijgelegen nederzettingen, die sedert 1967 op onrechtmatige wijze bezet zijn.

Op de tweede plaats heeft Israel wat er nog over was van de Palestijnse economie strak onder controle genomen en heeft het met betrekking tot die economie een beleid gevolgd van "ongelijke integratie". Israel bestuurt de bezette gebieden door middel van militaire orders en heeft Palestina verplicht in Israel geproduceerde consumptiegoederen te importeren, 90 tot 95% van de Palestijnse import, hetgeen een zeer negatieve invloed heeft op de Palestijnse verwerkende industrie. Terwijl Israel in het groot handelt in "Sunrise"-industrie (electronica, informatietechnologie, militaire technologieën, enz.), moedigt het in Palestina de uitsluitend traditionele productie aan, die voor 90% op de binnenlandse markt gericht is. De landbouwproductie daalt gestaag vanwege de voortdurende luchtaanvallen, artilleriebeschietingen en de inbeslagname van Palestijns land, evenals de vernietiging van olijfboombaarden (meer dan 1.000 olijfboerderijen zijn van het aardoppervlak verdwenen, en er is nauwelijks een dorp te vinden dat niet geleden heeft onder de hardhandige bejegening door de Israelische autoriteiten. Israel controleert het grootste deel van de Palestijnse energiebronnen. Niet minder dan 85% van het water van de Westelijke Jordaanoever wordt gebruikt voor de behoeften van de Joodse bevolking (zwembaden en tuinen), terwijl de Palestijnen, vooral in de Gaza-strook, nauwelijks voldoende water hebben om niet van dorst om te komen. De Israelische autoriteiten hebben al het ondergrondse water van de Westelijke Jordaanoever opgeëist, met uitzondering van het gouvernement Jenin, dat van te vitaal belang is voor de veiligheid van Israel. (Info-Palestine.net).

De agrarische en industriële afbraak in Palestina is er de oorzaak van dat honderdduizenden Palestijnen banen zoeken in de olie-producerende buurlanden of in Israel zelf, waar ze zwaar werk kunnen krijgen in de bouw, de aanleg van wegen en stedelijke diensten Info-Palestine.net). De hoge werkloosheid (meer dan 60% in Gaza) drijft de Palestijnse bevolking nog dieper in de armoede en zij kan alleen overleven dankzij gemeentelijke ondersteuning en hulp van de familie. De Verenigdestaatse politiek wetenschapper en geleerde Sara Roy heeft de huidige situatie van de Palestijnse economie beschreven als "ont-ontwikkeling", wat neerkomt op een structurele ondermijning van de grondslagen van elke soort ontwikkeling, waarmee elke vorming van een economisch systeem wordt uitgesloten.

Tenslotte heeft het Westen sinds de creatie van de Palestijnse Nationale Autoriteit in 1994 alles in het werk gesteld om ervoor te zorgen dat deze volledig afhankelijk was van "hulp" van buiten, daarbij bijdragend aan het ontstaan van een uitgebreid corruptienetwerk binnen de opgeblazen politieke machine (180.000 ambtenaren voor een bevolking van 4,5 miljoen mensen). Deze afhankelijkheid zorgt ervoor dat de Autoriteit buigt voor de wensen van de donorlanden, wat leidt tot ernstige politieke consequenties. Toen HAMAS in 2006 aan de macht kwam, schorsten de donorlanden hun hulp op, waardoor de PNA op het punt stond ineen te storten. De hulp werd pas hervat toen Salam Fayyad (een voormalig functionaris van de Wereldbank en het IMF) was aangesteld als eerste minister, en onder dwingende politieke voorwaarden, namelijk de hervatting van gesprekken met Israel, een herstructurering van de veiligheidsdienst, represailles tegen HAMAS, de ontwapening van de laatste verzetscellen, enz. De financiële hulp van het Westen beoogt de politieke controle te houden in plaats van te zorgen voor een economische ontwikkeling. Het is geen wonder dus dat er in de eerste zes maanden van 2009 een bedrag van 400 miljoen dollar bestemd werd voor het functioneren van de staatsmachine van de PNA, en slechts 32 miljoen dollar voor de economische ontwikkeling. Bij een toespraak van de EU-vertegenwoordiger Christian Berger in januari 2010 na de ondertekening van een nieuwe overeenkomst met de PNA, waarschuwde hij de Palestijnse eerste minister dat de financiële hulp niet voor altijd zou zijn en dat hij geschiedde onder de voorwaarde van vooruitgang in de vredesbesprekingen met Israel (Sem40).

In een ander deel van datzelfde Palestina, waar Israel en het Westen er niet in geslaagd zijn hun controle op te leggen, de door HAMAS geregeerde Gaza-strook, is de situatie ronduit tragisch en Gaza is feitelijk in een heel groot concentratiekamp veranderd. De bevolking van de Gaza-strook van 1,5 miljoen mensen is afgegrendeld van de rest van de wereld. De mensen verhongeren; de openbare gezondheidszorg is bijna ingestort, en slechts 2% van de industriële productiefaciliteiten zijn nog operationeel. De plaatselijke bevolking kan alleen bevoorraad worden door tunnels onder de Egyptische grens, maar om die tunnels uit te schakelen zijn de Egyptische autoriteiten (onder auspiciën van Verenigdestaatse en Franse technici) snel een ondergrondse stalen muur aan het bouwen van ½ meter dik, die tot 18 meter onder de oppervlakte moet komen (eerst hadden de Egyptenaren 35-meter diepe kanalen gebouwd om de tunnels te laten overstromen). Het hoofd van de Franse geheime dienst, Benoît Bougier, zei bij een inspectie van de bouwplaats in december 2009 dat het project een militaire operatie was op de grootste schaal om "ondergrondse smokkel" te stoppen en een experiment dat, indien het succes had, gebruikt zou worden in andere oorlogen tegen "terroristische groepen" in andere delen van de wereld (Info-Palestine.net).

Het Westen ageert op geen enkele manier tegen de politiek van Israel in de bezette gebieden. Toen vice-voorzitter Günter Verheugen van de Europese Commissie in october 2009 in Jeruzalem de conferentie "Israel en de uitbreiding van de Europese Unie" toesprak, zei hij dat de EU voorrang gaf aan haar "natuurlijke partner" Israel. Javier Solana was nog meer uitgesproken toen hij bij dezelfde conferentie zei dat Israel in feite al lid was van de EU, ofschoon het nog niet officieel deel uitmaakte van de organen van de Europese Unie (Europe 1).

Het afgelopen jaar werden krachtige pogingen gedaan om de eerder genomen besluiten over de relatie tussen Israel en de EU te stimuleren. De Israelische uitvoer van landbouwproducten is sedert januari 2010 vrij van rechten, wat de producten van het Israelische landbouw-industriele complex uiterst concurrerend maakt. Sinds het begin van dit jaar heeft Israel het voorzitterschap over EUREKA, het Europese grensoverschrijdende programma voor gecoördineerd wetenschappelijk onderzoek en onderzoek en ontwikkeling op het gebied van biotechnologie, nieuwe materialen, ecologie enz. Israel is de belangrijkste buitenlandse partner van het algemeen wetenschappelijk onderzoeks-"kaderprogramma" van de EU, waarbij 10 van de 45 bij de EU ingediende projecten als onderdeel van "veiligheidsonderzoek" en gericht op de productie van geavanceerde wapens, worden ontworpen voor Israelische productiebedrijven of universiteiten. En niet het minst belangrijk: onlangs is de aanvraag van Tel Aviv voor toelating tot de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) toegewezen, mogelijk midden dit jaar. Dit zal, aldus de Israelische minister van buitenlandse zaken, Avigdor Liebermann, "een zeer belangrijk signaal afgeven aan de wereldgemeenschap". De secretaris-generaal van de OESO, Ángel Gurria, heeft garanties verstrekt dat politieke problemen, met inbegrip van het conflict van Israel met de Palestijnen, op geen enkele manier een obstakel zal zijn voor de deelname van Israel aan de elite-club. (Jewish News).

Zo zijn we dus getuigen van de groeiende tegenstellingen in de ontwikkeling van het Midden-Oosten. waarbij de economische achterstand van Palestina en de vernietiging van zijn sociale sector, alsmede de volledige afhankelijkheid van Palestina van buitenlandse "hulp" het land extreem kwetsbaar maken voor elke willekeurige plaatselijke ramp. Intussen heeft het Westen getoond dat het bereid is om geweld te gebruiken voor het oplossen van zijn geopolitieke problemen. Als de tijd aanbreekt voor een "eindoplossing" van het Palestijnse probleem, is het niet onmogelijk dat de ontwikkelingen in Palestina het scenario van Haïti zullen volgen.




Herpublicatie van het materiaal van de website is toegestaan op voorwaarde van een verwijzing naar de electronische versie van de uitgave van de "Strategic Culture Foundation".

Ondanks de sneeuw, vandaag toch een zonnige dag...

Het vierde kabinet van de christenfundamentalistische Balkenende is gevallen! (zie bijv. NRC/Handelsblad van vandaag.) Ik hoop dat hij deze keer voor altijd verdwenen is (van het politieke toneel; wat hij privatiter doet, zal me worst zijn), ook al is het dan acht jaar te laat.

De eerste keer beloofde Balkenende dat een Nederlands militair contingent vanaf 1 augustus 2006 voor een periode van maximaal twee jaar zou deelnemen aan de Verenigdestaatse koloniale oorlog in Afghanistan. Toch werd in 2008 besloten deze 'opbouwmissie' te verlengen "voor een additionele, in de tijd begrensde periode, dat wil zeggen van 1 augustus 2008 tot 1 augustus 2010", zoals Balkenende schreef aan de Tweede Kamer. (Zie verder mijn artikel Natuurlijk blijven de Nederlandse soldaten langer in Afghanistan van 30 september 2009; voorlopig
lijkt het erop dat ik toch iets te pessimistisch ben geweest).

Het bericht over de val van de Balkenbende is ook in diverse buitenlandse kranten opgenomen, maar in sommige (zoals de Spaanse La Voz de Galicia en La Vanguardia, beide van vandaag, afkomstig uit de koker van het Spaanse persbureau EFE) wordt geïnsinueerd dat het probleem veroorzaakt is doordat de PvdA geen zin heeft om nog "een jaar langer" in Afghanistan te blijven, tewijl de christocraten wel willen voldoen aan de door de NAVO gevraagde 'verantwoordelijkheden'. Dat is, zoals we weten, slechts een deel van de waarheid - en niet het belangrijkste deel. De krant El País geeft wel een volledigere weergave van de feiten in zijn editie van vandaag.

En dan is het nu wachten op het resultaat van de nieuwe verkiezingen, die waarschijnlijk in juni zullen plaatsvinden. Het zal moeilijk erger kunnen worden dan onder de Balkenbendes...

Toespraak van Aznar groot succes!

Een toespraak, die de Spaanse postfascist José María Aznar eergisteren gaf voor studenten op de universiteit van Oviedo, is op een waar succes uitgelopen.

Niet alleen omdat de studenten duidelijk wisten uit welk nest Aznar kwam: door middel van leuzen als "Aznar fascista, tú eres el terrorista"
[Aznar fascist, jij bent de terrorist], of getoonde teksten als "lameculos de Bush" [kontlikker van Bush] of uitroepen als "fascista", "terrorista" of "asesino" [moordenaar] staken ze hun mening niet onder stoelen of banken. Ook echter omdat Aznar bij het weggaan zijn ware karakter (héél beschaafd gesteld: schofterig!) niet kon verbergen.

In de woorden van Borja Llorente, student economie, en een van de deelnemers aan het protest: "We zagen hem gaan en we riepen hem voor de lol ironisch toe 'José Mari; Jose Mari, presidente, presidente', daarbij de lui van Nuevas Generaciones [de jeugdorganisatie van de Partido Popular] imiterend. Toen keek hij strak naar ons met een glimlach en gaf hij ons 'de middelvinger'." (El País, 18 februari 2010; zie daar ook voor een 'fraaie' heterdaad-foto van Aznar).

Helaas begrijpt de burgemeester van Oviedo (die dan ook afkomstig is uit de post-fascistische partij van Aznar, de Partido Popular) niet zo best wat vrijheid van meningsuiting inhoudt, want hij wil dat degenen worden gearresteerd die de toespraak van Aznar geboicot hebben. Volgens burgemeester Gabino de Lorenzo is de houding van sommige leerlingen een stap van 70 jaar terug in de geschiedenis van Spanje, die niet toelaatbaar is in een "staat met burgerlijke vrijheden". (El País van dezelfde datum, maar ander artikel).

Zeventig jaar terug, dat betekent dus 1940, het jaar nadat de fascistische dictator Franco in een bloederige burgeroorlog (1936-1939) de Spaanse democratie uitgemoord had. In hoeverre Spanje een staat met burgerlijke vrijheden is, heb ik al diverse malen eerder aangestipt. Spanje wordt tenslotte nog steeds geregeerd door een koning, die trouw gezworen heeft aan de grondbeginselen van de fascistische Movimiento en, met name in Baskenland, wordt nog steeds erg gretig ingegrepen tegen iedereen die een mening durft te verkondigen die niet naar de zin is van het centrale bewind in Madrid... (zie mijn artikel Schoenmaker (in het Spaans: Zapatero), blijf bij je leest van 26 november 2009).

vrijdag 19 februari 2010

Het spel met het Caraïbisch gebied

Het volgende artikel, geschreven door Ana Esther Cecena e.a., werd op 11 februari dit jaar gepubliceerd door de Agencia Latinoamericana de Información:

Ay! Het zwarte Haïti huilt
Pablo Milanés

In Port-au-Prince, de plaats die in het armste land van het westelijk halfrond het dichtst een moderne stedelijke centrum benadert, begon de dag met een aardbeving van 7 op de schaal van Richter, die het volk, de president en zelfs God dakloos maakte, doordat ook het presidentieel paleis en de kathedraal instortten.

Dat kleine deel van het eiland Hispaniola, pionier in de onafhankelijkheidsopstand, bevindt zich nu in een economische catastrofe die het in armoede heeft gestort en die de zelfvoorziening op het gebied van voedsel heeft beëindigd [1], een natuurramp die vergeleken kan worden met een kernbom, maar dan zonder radioactieve effecten, en onder een nieuwe bezetting, die zijn koloniale status versterkt.

De onmiddellijke solidaire reactie van de internationale gemeenschap, die voedsel, medicijnen en dekens stuurde, werd gecombineerd met de aanwezigheid van Cubaanse artsen, die al 11 jaar lang actief de bevolking van Haïti ondersteunen en die op dit moment een centrale rol speelden in de zorg voor de slachtoffers. De moeilijke omstandigheden in het land maakten echter geen snelle distributie mogelijk van de humanitaire hulp, en de media (tot op zekere hoogte geleid door CNN), boden als algemene opinie het idee van een situatie van toenemende chaos en wetteloosheid, die de militaire aanwezigheid rechtvaardigde van niet alleen de leden van MINUSTAH [2], die zich al sedert 2004 ter plaatse bevinden, maar ook van nieuwe aanvalstroepen!

Aanvankelijk was weliswaar toestemming gegeven voor de aanwezigheid van 6700 MINUSTAH-soldaten in Haïti, maar dit getal groeide steeds verder totdat op 30 november 2009 een getal van 9.065 geüniformeerden bereikt werd, waarvan er 7031 soldaten waren [3] en 2034 politie-agenten [4], die nog ondersteund werden door 488 internationale medewerkers, 1212 nationale medewerkers en 214 VN-vrijwilligers. Deze missie, met een gemiddeld jaarbudget van 600 miljoen dollar, is aan de kaak gesteld door de Engelse organisatie Save the Children (No one to turn on to, 2008) vanwege de systematische verkrachtingen, mishandelingen of het aanzetten tot prostitutie van Haïtiaanse meisjes en jongens, terwijl ze ook wordt aangeklaagd door mensenrechtenorganisaties en maatschappelijke waarnemersmissies naar aanleiding van de volledig straffeloze misbruiken in de naam van het herstel van de vrede.

De veronderstelde vredesmacht, die is samengesteld uit geüniformeerden uit veel, met name Latijns-Amerikaanse, landen, MINUSTAH, is vanaf het begin door de Haïtiaanse bevolking afgewezen, omdat ze een belasting vormt die strijdig is met de bevoegdheden voor zelfbeschikking en de uitoefening van een volledige democratie, en die bovendien gemachtigd is om de Haïtianen te onderdrukken in geval van verdenking [5].

Op dit moment geldt, in een zeer gewaagde zet, het Joint Command van de Verenigde Staten, via het South Command, rechtstreeks als het hoogste gezag voor het controleren van het verkeer in de lucht, ter zee en te land. MINUSTAH en zijn troepen staan nu onder het bevel van de divisies van Command South op grond van de bestrijding van de ramp.

Niemand maakt bezwaar tegen deze zetten in het schaakspel door de hegemonische macht, die de continentale geopolitiek in de tijd van zeer weinig uren heeft getransformeerd. De internationale gemeenschap lijkt de zorg voor Haïti op zich genomen te hebben alsof het al sedert 2004 gaat om een woestijn zonder eigen organisatorische capaciteiten, en dat is alleen maar versterkt na de aardbeving. De internationale gemeenschap lijkt te accepteren dat de beslissingen van de strijdkrachten van de Verenigde Staten algemeen gelden en dat de troepen noodzakelijk zijn om dat weerbarstige volk tot rust te brengen.

Zonder uit te gaan van de hypothese dat de Verenigde Staten zelf de aardbeving opgewekt hebben [6], is het een feit dat binnen enkele uren na de ramp de op dramatische wijze beroemde 82nd Airborne Division van het Verenigdestaatse leger zich al op Haïtiaans grondgebied bevond. Deze divisie was verantwoordelijk voor de invasies van de Dominicaanse Republiek (1965), Grenada (1983) en Panamá (1989). Op 26 januari was er een aantal van 12.500 soldaten op weg naar Haïti, zowel te land als ter zee [7]. Niemand weet met zekerheid wat de functie is van de leden van een brigade met een - eerlijk gezegd - aanvallende taak, die is uitgerust met geavanceerde wapens, waaronder raketten en met de mogelijkheid om actieve troepen uit te schakelen en te elimineren en om op erg korte termijn gebieden te bezetten. Dat wil zeggen dat het om een aanvalsmacht gaat voor een snelle respons. Men hoeft zich alleen maar te herinneren dat het in Grenada en Panamá ging om een invasiemacht en nu, in principe, om humanitaire hulp.

Gezien de omstandigheden zou men echter kunnen spreken over een schone invasie, omdat het niet nodig was om de luchtmacht en artillerie in te zetten voor een voorbereidend bombardement. De aardbeving deed het vuile werk, waardoor er bij de indringers geen slachtoffers waren.

Er bestaat geen beter strijdtoneel

De Verenigde Staten hebben op efficiënte wijze een complete oorlogsoperatie ingezet, die veel meer gericht was op controle dan op hulp. De controle werd niet alleen over het vliegveld overgenomen, maar over al het verkeer aan de kust, zodat de vice-president van Bolivia, Álvaro García Linera van mening is dat de Verenigde Staten "profiteert van een verschrikkelijke ramp voor een broedervolk om een permanente militaire aanwezigheid zeker te stellen in het kader van een strategie van militarisering van het continent" [8], en president Evo Morales roept op tot een bijeenkomst van de Verenigde Naties om de escalatie te laten stoppen. Maar zelfs de VN is niet in staat om opheldering te vragen over de interventie-plannen van de Verenigde Staten, en de haviken zijn ook niet bereid om hun prooi los te laten. Het Imperium heeft het strategische verlies door de recente revolutionaire processen in Latijns-Amerika zeer hoog opgenomen.

Naast het hospitaalschip USNS Comfort, met zo'n 1.000 medische personeelsleden aan boord, die vreemd genoeg slechts ongeveer 100 patiënten per dag kunnen helpen, lieten ook een nucleair vliegdekschip (USS Carl Vinson) en twee amfibie-landingsvaartuigen (USS Bataan en USS Nassau) het anker vallen voor de kust van Haïti, wat door de geringe afstand (74 km.) ook betekent voor de kust van Cuba. Al deze schepen zijn in werkelijkheid rondtrekkende militaire bases die een aanvulling vormen op de posities op het vasteland en die een grotere wendbaarheid en flexibiliteit mogelijk maken voor de militaire controlenetwerken.

Volgens officiële gegevens, zijn er nu, op een uitgelezen moment, twee nieuwe Task Forces gecreëerd:

Het U.S. Southern Command heeft de Joint Task Force-Haiti (JTF-H) ingesteld voor de waarneming van de militaire inspanningen van de Verenigde Staten in Haïti en het heeft luitenant-generaal Ken Veen van het U.S. Army [9] benoemd tot commandant daarvan. Meer dan 20.000 Verenigdestaatse militairen, 23 schepen en meer dan 120 vliegtuigen ondersteunen de operaties voor steun en zorg aan de meer dan drie miljoen Haïtianen die getroffen zijn door de aardbeving van 12 januari [10].

De andere Task Force, de 48e, is niet meer of minder dan gevestigd in de basis Guantánamo op Cuba en dient, volgens Patricia Wolfe, de commandant van de troepen, voor de coördinatie "van de land- en luchtstrijdkrachten die op de juiste momenten humanitaire hulp moeten bieden aan Haïti. Zij wijst erop dat:

De tijdige verstrekking van deze hulp is alleen mogelijk door de nabijheid van de marinebasis in Guantánamo (GTMO) bij het getroffen gebied. GTMO is uiteraard een belangrijke positie om te zorgen voor de strategische behoeften in deze regio.

Als dit dus misschien geen aanvalsoorlog is tegen Haïti, dan is het dat wellicht wel jegens zijn buurlanden. De nieuwe bezette posities omsingelen niet alleen het Caraïbisch gebied, maar doorsnijden ook de doorgang tussen Cuba en Venezuela en bieden, door triangulatie met de bases in het gebied mogelijkheden om elk van de Caraïbische eilanden te isoleren.

Cuba is ineens aan alle zijden ingesloten.

Met deze twee nieuwe Task Forces, die zijn gecreërd na de ramp, de ene gevestigd in Haïti en de andere in Guantánamo, kan men denken dat we aan het begin staan van een complete reorganisatie van de militaire strategie in deze regio, of ten minste van een operationele reorganisatie met meer ambitieuze doelstellingen dan in het verleden, om voorwaarden te scheppen voor een onmiddellijke ingreep in elke willekeurige situatie in het gebied die dat -vanuit hun oogpunt- vereist.

Met de oude en de nieuwe bases in Colombia, met de potentiële bases in Panamá, Palmerola, Guantánamo, Aruba en Curaçao, bevinden de Verenigde Staten zich in de positie om alle bewegingen in het Caraïbisch gebied of in het gebied van de Caraïben en de Amazone volledig te controleren. Mexico is in de Golf omsingeld en onderworpen aan het Mérida-initiatief, en dient in samenwerking met Colombia als onderdeel van de 'brandgang' die de Verenigde Staten hebben doen ontstaan om de veranderingsprocessen op het continent te stoppen.

Een goede zet! Haïti is bezet, Cuba omsingeld, de Vierde Vloot vaart door het hele Caraïbische gebied en Venezuela wordt gestalkt.

Maar in de Caraïben is geen oorlog. Het Caraïbisch gebied is een regio van vrede... en van rampen.

- Ana Esther Ceceña, Humberto Miranda en het onderzoeksteam van het Observatorio Latinoamericano de Geopolítica. Verder hebben aan dit werkstuk nauw meegewerkt David Barrios en Rodrigo Yedra.

[1] Tot de jaren '70 van de twintigste eeuw was Haïti zelfvoorzienend voor wat betreft het hoofdvoedsel, rijst. Vanaf dat moment en tengevolge van een combinatie van neoliberale beleidsmaatregelen, verdween deze zelfvoorziening tot de situatie van tegenwoordig, waarin meer dan 80% van de geconsumeerde rijst moet worden ingevoerd. In het algemeen konden de voedselbehoeften voor 90% in het eigen land worden geproduceerd, terwijl nu 55% wordt geïmporteerd. (José Luis Rodríguez, geciteerd in José Tomás Sánchez, ¿Qué hacemos en Haití? [Wat doen we in Haïti?]).
[2] Stabilisatiemissie in Haïti van de Verenigde Naties.
[3] De landen die, onder leiding van Brazilië, militairen leveren zijn: Argentinië, Bolivia, Brazilië, Canada, Chili, Ecuador, de Verenigde Staten, de Filippijnen, Frankrijk, Guatemala, Jordanië, Nepal, Paraguay, Peru, Korea, Sri Lanka en Uruguay.
[4] Landen die politie-personeel leveren: Argentinië, Benin, Bangladesh, Brazilië, Burkina Faso, Kameroen, Canada, Tchad, Chili, China, Colombia, Ivoorkust, Kroatië, Egypte, El Salvador, Spanje, de Verenigde Staten, de Russische Federatie, de Filippijnen, Frankrijk, Guinea, Jordanië, India, Jamaica, Madagascar, Malí, Nepal, Níger, Nigeria, Pakistan, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Rwanda, Roemaníë, Senegal, Servië, Sri Lanka, Zwitserland, Togo, Turkije, Uruguay en Yemen.
[5] Deze verdenking is opgevoerd als rechtvaardigingsgrond voor strafacties door de veiligheidstroepen, waarbij het gezag van de rechterlijke macht ontkend wordt. In het geval van de humanitaire of vredesmissies, wier taak het zou moeten zijn de voorwaarden te herstellen of te waarborgen voor een vlotte werking van de democratische instellingen, zou het niet toegestaan moeten zijn dat de troepen straffeloos mogen schieten als zij denken dat iemand verdacht overkomt.
[6] Hetzelfde gebeurde met de aanslag op de Twin Towers. Sommige onderzoekers en journalisten hebben aangevoerd dat het daarbij ging om een eigen aanslag om zo een rechtvaardiging te hebben voor de erop volgende drastische politiek-militaire veranderingen. In dit geval circuleren er artikelen die uitgaan van gegevens over het HAARP-project in Alaska, waarbij gewezen wordt op het hypothetische vermogen om klimaatveranderingen en rampen zoals de aardbeving in Haïti op te wekken.
[7] Agencia Bolivariana de Noticias.
[8] "Bolivia vreest dat Haïti een nieuwe militaire basis wordt van de Verenigde Staten". In DiarioCoLatino.com, San Salvador, 28 januari 2010.
[9] Ken Keen is de Military Deputy Commander van het Southern Command en heeft een ruime ervaring in de regio, nog afgezien van het feit dat hij in de operatie Desert Storm het bevel heeft gevoerd over de Task Force Ranger en dat hij in 2007-2009 deel heeft uitgemaakt van het Joint Command van EUCOM. Het betreft een militair van de hoogste rang en ervaring in oorlogs- en conflictgebieden, volledig in functie en met recente activiteiten in gebieden met een hoog strategisch risico. In Latijns-Amerika diende hij als officier van de Special Forces in Panamá (1977-1980); officier van de Military Training Group in Honduras (1980); commandant van de U.S. Military Group in Colombia (2001-2003); oommandant van het Zuidelijk Leger van de Verenigde staten (2005-2007) en student bij het Brazilian Command and General Command College (1987-1988). (South Command) . Dit laatste gegeven mag men niet uit het oog verliezen evenmin als de verbanden die dat impliceert, vooral rekening houdend met de leidende rol van de Braziliaanse strijdkrachten in MINUSTAH.
[10] Geraadpleegd op de website van het Southern Command op vrijdag, 29 januari 2009.

http://alainet.org/active/36101

donderdag 18 februari 2010

Wél kritiek, maar niet op eigen schurkenpraktijken!

Volgens een ANP-bericht (zie o.a. in het Nederlands Dagblad van 10 dezer) heeft een meerderheid van het Europese Parlement gepleit voor sancties tegen Iran. Dat zou nodig zijn, omdat het land weigert met andere landen samen te werken voor wat betreft zijn nucleaire plannen. En dan schendt het Iraanse régime ook nog eens de mensenrechten...

Misschien is het nog stééds niet doorgedrongen tot de Europarlementariërs, maar Iran heeft indertijd het verdrag tegen de verspreiding van kernwapens ondertekend, waardoor het land regelmatig gecontroleerd wordt door het IAEA. Maar zelfs als het land plannen zou hebben voor de productie van kernwapens... waarom mag Iran (dat al eeuwen lang geen andere landen heeft aangevallen) niet, wat Israel -dat vanaf 1946 bezig is de Palestijnse bevolking langzaam uit te moorden- en India (dat, net als Israel, het verdrag tegen verspreiding van kernwapens niet getekend heeft) wel mogen en waarvoor ze zelfs de steun krijgen van de grootste schurkenstaat ter wereld, de Verenigde Staten. Ook de Europese Unie neemt (direct en indirect, via de NAVO) driftig deel aan de koloniale massavernietigingsoorlogen van het régime in Washington.

En dan die mensenrechten... In Nederland worden de burgers steeds intensiever bespioneerd door de zogenaamd democratische overheid: centrale opslag van vingerafdrukken van alle burgers (dat is althans de uiteindelijke bedoeling), uitgebreide controle door middel van de OV-chipkaarten, ongeëvenaarde telefoon-afluisterpraktijken, om maar een klein deel van de Big-Brother-activiteiten van het Haagse régime te noemen.

In Italië is onlangs een rechter op non-actief gezet, omdat hij weigert recht te spreken in een rechtszaal waar een kruisbeeld hangt. Een jaar geleden kreeg hij nog -terecht- gelijk van het Hof van Cassatie, maar de Italiaanse Hoge Raad (CSM) heeft hem desondanks uitgeschakeld. (Zie La Repubblica van 22 januari dit jaar.)

In Spanje worden massaal mensen opgepakt (tot zelfs jongeren toe), die op een of andere manier iets te maken gehad zouden kunnen hebben met iemand die ook weer eens ooit contact heeft gehad met iemand die lid van de Baskische onafhankelijksbeweging ETA zou kunnen zijn geweest - zie mijn artikel Schoenmaker (in het Spaans: Zapatero), blijf bij je leest! van 26 november 2009.

De (criminele?) organisatie RK Kerk, gedirigeerd vanuit het dictatoriaal geregeerde Vaticaan, heeft al decennia lang kinderen misbruikt, of althans dat misbruik afgedekt, bijv. in Nederland (zie o.a. NRC/Handelsblad van 11 mei 2002), Ierland (zie o.a. de Volkskrant van 21 mei 2009), Duitsland (zie o.a. Der Spiegel van 15 februari dit jaar).

Kortom, in Europa is (ook in andere dan de bij wijze van voorbeeld genoemde landen) méér dan genoeg werk aan de winkel voor wat betreft de mensenrechten. En als het hier allemaal in orde is, dan kan de EU zich misschien eens presenteren als voorbeeld voor landen waar het allemaal niet zo lekker loopt (misschien is het voor de wereldvrede een goed idee om dan te beginnen met de Verenigde Staten).

De truuk is te doorzichtig, ge(min?)achte Europarlementariërs: de rotstreken van de EU op het gebied van oorlogshandelingen en aantasting van de mensenrechten zijn intussen zó alom aanwezig en voelbaar, dat we ons niet meer blindstaren op de fouten waarnaar jullie met de vinger bij anderen wijzen!

woensdag 10 februari 2010

Obama en de haperende economie

Het volgende artikel, van de hand van Néstor García Iturbe, werd op 8 februari dit jaar gepubliceerd door de Agencia Latinoamericana de Información:

Een van de ernstige problemen van de regering Obama is de economische situatie van de Verenigde Staten, waarvan niemand, ondanks alle maatregelen van de huidige regering, kan zeggen dat het er goed mee gaat of dat ze zich zo ontwikkelt dat ze het broodnodige herstel waarborgt om de president te helpen zijn belofte te houden, nadat hij een positieve verandering beloofd had voor mensen met een lager inkomen.

Volgens de deskundigen, zullen de kosten die de huidige regering plant voor sociale activiteiten voor het redden van banen, plus de extra geplande lastenverlichting, het Amerikaanse begrotingstekort met 100 miljard dollar verhogen, zodat dat dit het respectabele bedrag van 1.600.000 miljard dollar zal bereiken.

Volgens deze cijfers zal het tekort aan het einde van het fiscale jaar, op 30 september, 150 miljard dollar hoger zijn dan dat van vorig jaar, dat het hoogste was sinds de Tweede Wereldoorlog. Als we dit tekort vergelijken met het Bruto Nationaal Product van de VS, gaat het om een tekort van 11 procent, terwijl voor economen 3 procent al als een te hoog getal wordt beschouwd.

Om te zoeken naar een verbetering van de economische prestaties van de natie en om te proberen het tekort niet verder te laten stijgen, heeft Obama voorgesteld een aantal kostenposten voor drie jaar te "bevriezen", wat volgens functionarissen van zijn regering zou moeten leiden tot een besparing van 250 miljard dollar, terwijl er anderzijds voor zal worden gezorgd dat de kosten niet hoger worden. Uitgezonderd van de "bevriezing" zijn de kosten voor de gezondheidszorg, de sociale zekerheid en natuurlijk de kosten die zijn opgenomen in de begroting voor defensie en programma's voor veteranen.

Binnen de programma's van de Defensie-begroting die niet bevroren worden en waarvan de kosten dus kunnen blijven stijgen bevinden zich de programma's met betrekking tot de Special Operations Forces, de Black Hawk- en Chinook-helikopters van het leger en de F-35 bommenwerpers.

De overbrenging naar Afghanistan van 30.000 extra mensen betekent een verhoging van het budget met ongeveer 30 miljard dollar, dat geen last heeft van de "bevriezing", zoals ook niet het geval is voor de militaire bases die in Colombia geopend zijn en die men dit jaar in andere Latijns-Amerikaanse landen probeert te openen, hetgeen een geschatte stijging van ongeveer 3 miljard betekent.

Ook de escalatie van de agressie tegen Iran is niet "bevroren", zodat deze binnenkort verhoogd zal worden ten behoeve van de plaatsing van Patriot-raketbatterijen in Qatar, de Verenigde Arabische Emiraten, Bahrein en Koeweit, naast de reeds in Saoedi-Arabië en Israel geplaatste batterijen. Alleen al met deze operatie zal het Pentagon haar uitgaven met ongeveer 400 miljoen dollar verhogen.

Ook de CIA heeft geen last van de "bevriezing", waardoor de levering van onbemande Predator-vliegtuigen in Pakistan verhoogd kan worden, zodat kan worden doorgegaan met het vermoorden van burgers in dit land. De kosten van deze terroristische actie worden geschat op nog eens 3 miljard. De Special Operations tegen Venezuela, Cuba, Bolivia, Ecuador en Nicaragua zullen al het geld krijgen dat ze nodig hebben, en dit zal van een orde van grootte zijn van ongeveer 2 miljard dollar. Dit omvat niet het geld dat aan USAID wordt toegewezen voor de acties van ideologische misleiding in de vijf bovengenoemde landen, in andere Latijns-Amerika landen en in de rest van de wereld waar de 'nationale veiligheid' van de Verenigde Staten als bedreigd wordt beschouwd. Voor dit gedeelte, dat ook niet "bevroren" is wordt, naar schatting, door de regering Obama ongeveer 4 miljard dollar bestemd.

Zoals men kan zien, betekent de "bevroren" begroting meer koude voor het onderwijs, voor de sociale problemen, voor de steun aan de behoeftigen, voor de ouderenzorg, voor de wetenschappelijke ontwikkeling en voor alles wat niet leidt tot een slecht humeur voor de heren van de CIA en het Pentagon, aan wie de regering Obama-administratie een warme en voorspoedige toekomst aanbiedt.

- Dr Néstor Garcí­a Iturbe is hoofdredacteur van het Nieuwsbulletin El Heraldo in Cuba.

Vertaald uit het Spaans door Dwarslezer

zondag 7 februari 2010

Geen realiteitszin, geen gevoel voor humor en dom!

De Belastingdienst waarschuwde (blijkens een bericht uit de koker van het ANP in o.a. het Nederlands Dagblad van 26 januari dit jaar) voor brieven over een te heffen "persoonsgegevenbelasting". Die belasting zou nodig zijn omdat voor de bestrijding van het terrorisme steeds meer persoonsgegevens moeten worden opgeslagen, wat extra kosten met zich meebrengt. De belasting zal, volgens de brief, automatisch worden afgeschreven. De Belastingdienst doet aangifte van oplichting en zegt dat men geen geld moet overmaken.

Het zal niemand verbazen dat in het van calvinistisch christenfundamentalisme bol staande Nederlandse régime niemand de (tragische) humor kan inzien van deze terechte actie, die bedacht was door studenten van de Avans Hogeschool. De brief was bezorgd op 40 adressen in Brabant (Brabants Dagblad, 28 januari 2009) en dat was voldoende voor de Belastingdienst om in de stress te schieten.

En dat terwijl er volstrekt geen reden was om in actie te komen. Zeker de aangifte van oplichting en de waarschuwing om geen geld over te maken raken kant noch wal, want er is van niemand geld gevraagd - integendeel de nieuwe belasting zou automatisch geïnd worden.

Het meest tragische is echter dat de brief uiteraard de bittere waarheid vertelt. Tenslotte betalen wij voor de kosten van de ons door de overheid aangeprate terrorisme-paranoïa en voor de voortdurende aanvallen op onze privacy. Die kosten komen uit de door ons betaalde belastingen, en worden dus automatisch geïnd.

Wordt het eigenlijk geen tijd om aangifte van oplichting te doen tegen de Nederlandse overheid, die ons met haar fors aangedikte kletsverhalen en leugens steeds meer geld uit de zak klopt? Denk maar aan de "aanwezigheid" van massavernietigingswapens in Irak, aan de "noodzaak" van de Betuwelijn en van centrale opslag van vingerafdrukken, de onzin over de vergrijzing van Nederland, of de miljardensteun aan de banken (die rustig doorgaan met het betalen van bonussen).

zaterdag 6 februari 2010

"Passend onderwijs' past niet (overgenomen artikel)

02-02-2010 • “Het plan van staatssecretaris Dijksma voor het zogenaamde ‘passend onderwijs’ zal het onderwijs voor zorgleerlingen niet beter maken.” Dat zegt SP-Kamerlid Manja Smits bij de lancering van de actie ‘passend onderwijs past niet.’ Het kabinetsplan om meer kinderen van het speciaal onderwijs in het reguliere onderwijs op te vangen leidt volgens Smits tot bezuinigingen en slechter onderwijs. De SP is een petitie tegen dit plan begonnen.

Het kabinet wil dat minder leerlingen naar het speciaal onderwijs gaan en dat zij een plek krijgen in het reguliere onderwijs. Maar het reguliere onderwijs krijgt niet meer geld en de klassen worden niet kleiner. Ook hoeven scholen niet te rekenen op extra ondersteuning. Voor Smits is dit een bevestiging dat het ‘passend onderwijs’ vooral een bezuinigingsoperatie is. Smits: “Het ‘passende onderwijs’ past alleen op de begroting van de regering, maar niet op scholen en niet in klassen. Kwetsbare kinderen worden de dupe; zij krijgen niet de aandacht die ze verdienen. Bovendien is er geen enkel draagvlak voor deze plannen onder docenten. Opnieuw wordt een onderwijshervorming doorgedrukt zonder dat hen iets wordt gevraagd.”

Op de site www.passendonderwijspastniet.nl kan de petitie tegen het ‘passend onderwijs’ getekend worden. Donderdag 11 februari, om 13.30 uur, debatteert de Tweede Kamer over het plan van Dijksma.

Het bovenstaande artikel is overgenomen van de website van de SP

vrijdag 5 februari 2010

De Vierde Vloot in actie: een vliegdekschip genaamd Haïti

Het volgende artikel, van de hand van Raúl Zibechi, werd op 1 februari 2010 gepubliceerd door de Agencia Latinoamericana de Información:

De Verenigdestaatse reactie van militarisatie van het Haïtiaanse deel van het eiland na de verwoestende aardbeving van 12 januari, moet worden gezien in het kader van de nasleep van de financiële en economische crisis en de opkomst van Barack Obama als president. De onderliggende trends waren al aanwezig, maar de crisis heeft ze zodanig versneld dat ze duidelijker zichtbaar zijn geworden. Het is het eerste grootschalige optreden van de onlangs in ere herstelde Vierde Vloot.

Met de Haïtiaanse crisis gaat de militarisering van de betrekking tussen de Verenigde Staten en Latijns-Amerika weer een stap verder. Op deze manier probeert de verzwakkende wereldmacht het proces te vertragen waardoor zij zal afzakken tot een van zes of zeven wereldmachten. De interventie is zó flagrant dat de officiële Chinese krant Volksdagblad zich op 21 januari afvraagt of de Verenigde Staten Haïti als een nieuwe staat in de unie willen opnemen.

Het Chinese dagblad neemt een analyse over van het prestigieuze weekblad Time, waarin wordt beweerd dat Haïti al is veranderd in de 51e staat van de Verenigde Staten, of ten minste in hun achtertuin. Het Pentagon heeft inderdaad in nauwelijks een week tijd een vliegdekschip, 33 hulpvliegtuigen en talloze oorlogsschepen naar het eiland overgebracht, plus nog eens elfduizend soldaten. De VN-missie MINUSTAH voor de stabilisatie van Haïti, beschikt slechts over zevenduizend soldaten. Volgens de Folha de Sao Paulo van 20 januari verdreven de Verenigde Staten Brazilië van zijn plaats in de leiding over de militaire interventie op het eiland, aangezien ze in enkele weken tijd twaalf maal meer soldaten in Haïti zullen hebben dan Brazilië, waarbij een totaal van zestienduizend manschappen bereikt zal worden.

Hetzelfde Volksdagblad verzekert, in een artikel over het "VS-effect" in het Caraïbisch gebied, dat de militaite interventie van de VS in Haïti van invloed zal zijn op hun strategie in de Caraïben en in Latijns-Ameriks, waar ze verwikkeld zijn in een belangrijk conflict met Cuba en Venezuela. Deze regio is, volgens de lezing van Peking, "de toegangspoort tot hun achtertuin", die ze zorgvuldig willen controleren om "nauwgezet de actieradius van hun invloed naar het zuiden uit te kunnen blijven breiden".

Dit is allemaal niet erg nieuw. Het belangrijkste is dat dit een onderdeel is van de escalatie die begon met de staatsgreep in Honduras en met de accoorden met Colombia voor het gebruik van zeven militaire bases in dat land. Als hierbij gevoegd worden het gebruik van de vier militaire bases die de president van Panamá, Ricardo Martinelli, in october aanbood, en de reeds bestaande bases op Aruba en Curaçao (vlak bij Venezuela gelegen eilanden, die bij Nederland horen), zijn er in totaal dertien militaire bases die het Bolivariaanse proces omsingelen. Nu krijgen ze bovendien een enorm vliegdekschip in het midden van het Caraïbisch gebied.

Volgens Ignacio Mamomet, in Le Monde Diplomatique van januari, "kondigt alles een op handen zijnde aanval aan". Dit lijkt dan wel niet het meest voor de hand liggende scenario, maar er kunnen wel twee conclusies worden getrokken: dat de Verenigde Staten kozen voor het militarisme om hun ondergang te vertragen en dat ze de aardolie nodig hebben uit Colombia, Ecuador en vooral uit Venezuela, ter ondersteuning van hun hegemonie, of ten minste om hun neergang te vertragen. Maar de zaken liggen niet zo eenvoudig.

Voor het Franse weekblad, ligt "de sleutel in Caracas". Ja en nee! Ja, want inderdaad is 15% van de door de Verenigde Staten geïmporteerde aardolie afkomstig uit Colombia, Venezuela en Ecuador, een percentage dat overeenkomt met de uit het Midden-Oosten geïmporteerde hoeveelheid. Bovendien is Venezuela hard op weg om de grootste aardoliereserves ter wereld te bezitten zodra de onlangs ontdekte reserves van de Orinoco berekend zijn. Volgens de U.S. Geological Survey zouden deze twee maal zo groot zijn als die van Saoudi Arabië. Dat alles zou al voldoende zijn voor Washington (wat al in de plannen ligt) om Hugo Chávez te willen vervangen als leider van het Bolivariaanse proces.

Naar mijn mening ligt het hoofdprobleem voor de Verenigdestaatse hegemonie in hun "achtertuin" in Brazilië. De aardolie onder de grond is een belangrijke rijkdom. Maar die moet gewonnen en vervoerd worden, wat investeringen vereist en dus politieke stabiliteit. Brazilië is al een wereldmacht, na China de tweede grootste van de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India, China). Van de tien grootste banken ter wereld zijn er drie Braziliaans (en vijf Chinees) - terwijl er niet één gevestigd is in de Verenigde Staten of Engeland. Brazilië beschikt over de zesde grootste uraniumreserves ter wereld (terwijl nog maar 25% van zijn grondgebied onderzocht is) en het zal bij de vijf grootste aardoliereserves horen na het onderzoek van het Santos-bekken. De Braziliaanse multinationals behoren tot de grootste van de wereld. Vale do Rio Doce is het tweede mijnbedrijf en het eerste op het gebied van ijzererts; Petrobras is de vierde aardoliemaatschappij van de wereld en de vijfde onderneming ter wereld qua marktwaarde; Embraer is de derde vliegtuigbouwer na Boeing en Airbus; JBS Friboi is de eerste rundvlees-invriezer ter wereld; Braskem is het achtste petrochemisch bedrijf ter wereld. En zo zouden we nog een hele tijd door kunnen gaan.

Anders dan China, is Brazilië zelfvoorzienend op energiegebied en zal het een grote exporteur daarvan worden. De grootste kwetsbaarheid van het land, op militair gebied, wordt opgelost dankzij het strategische bondgenootschap met Frankrijk: in het onlangs aangevangen decennium, zal Brazilië jachtvliegtuigen van de laatste generatie bouwen, gevechtshelicopters en onderzeeboten, aangezien Frankrijk de daarvoor benodigde technologie zal overdragen. In 2020, als het niet eerder is, zal het de vijfde economie op aarde zijn. En dat allemaal onder de neus van de Verenigde Staten.

Brazilië controleert al een groot deel van het Bruto Nationaal Product van Bolivia, Paraguay en Uruguay, het is zeer stevig aanwezig in Argentië, waarvan het een strategische partner is, evenals in Ecuador en Peru, die het land toegang verschaffen tot de Stille Oceaan. Dat is de hardste noot voor de Vierde Vloot. Daarom heeft het Pentagon voor Brazilië dezelfde strategie ontworpen die op China toegepast wordt: het creëren van conflicten aan de grens, waardoor het land zich niet kan ontplooien. Noord-Korea, Afghanistan en Pakistan, plus nog de destabilisatie van de provincie Xinjiang met een moslimmeerderheid onder haar bevolking.

In Zuid-Amerika omringt een keten militaire installaties van het Zuidelijk Commando Brazilië aan de kant van de Andes en in het zuiden. De tang wordt gesloten met het conflict tussen Colombia en Venezuela en tussen Colombia en Ecuador. Nu kan het Pentagon bovendien beschikken over het Haïtiaanse vliegdekschip, waardoor de belangrijke Braziliaanse aanwezigheid aan het hoofd van MINUSTAH kan worden uitgeschakeld. Dit is een stalen, kil berekende en snel uitgevoerde strategie.

Het probleem van de naties en volkeren in de regio is dat de natuurrampen vaste prik zullen zijn in de komende decennia. Dit is nog maar het begin. De Vierde Vloot zal het meest ervaren en het best voorbereide militaire onderdeel zijn voor "humanitaire" interventies in noodsituaties. Haïti zal geen uitzondering zijn, maar het eerste hoofdstuk van een nieuwe serie die bedoeld is om de regio militair onder controle te krijgen. Met andere woorden: de bewoners van Latijns-Amerika zijn in groot gevaar en het wordt tijd dat we daarvan nota nemen.

Vertaling uit het Spaans: Dwarslezer.