Havana, 27 juni 2010
Bij het schrijven van elk van mijn vorige bespiegelingen over een humanitaire crisis die steeds dichterbij komt, besefte ik mijn voornaamste plicht: het informeren van ons volk.
Vandaag voel ik me wat rustiger dan zesentwintig dagen geleden. Met het ontwikkelen van de situatie kan ik de informatie nog eens herhalen en met binnen- en buitenlandse informatie verrijken.
Obama heeft beloofd, dat hij op 2 juli de kwartfinales zal bezoeken, als het team van zijn land die fase weet te bereiken. Hij weet waarschijnlijk beter dan wie dan ook, dat de kwartfinales niet gespeeld zullen worden vanwege zeer ernstige ontwikkelingen die zullen plaatsvinden voordat het zover is; of hij zou dat tenminste dienen te weten.
Vrijdag, 25 juni j.l., publiceerde een internationaal persbureau, dat bekend staat vanwege zijn aandacht voor details een verklaring van de “…Commandant-Zeemacht van het elitekorps van de Hoeders van de Islamitische Revolutie, Generaal Ali Fadavi…,” die waarschuwde “dat wanneer de VS en zijn bondgenoten in internationale wateren Iraanse schepen zullen gaan inspecteren “zij de gevolgen daarvan in de Perzische Golf en in de Straat van Hormuz zullen ondervinden”.
De informatie is afkomstig van het locale Iraanse nieuwsagentschap Mehr.
Volgens het persbericht, berichte genoemd persbureau dat “Fadavi er aan toevoegde dat ‘de Zeemacht van de Hoeders van de Revolutie recent honderden schepen heeft uitgerust met raketwerpers.’”
De informatie, die bijna tegelijkertijd, of misschien iets eerder, verscheen met wat Granma publiceerde, geleek op bepaalde punten exact op mijn overpeinzing van donderdag, 24 juni, die op de 25ste in Granma stond.
Die co-incidentie kan gemakkelijk worden verklaard door logische redenering. Ik wist niets van wat het Iraanse agentschap had gepubliceerd.
Ik twijfel er absoluut niet aan, dat, zodra de Amerikaanse en Israëlische oorlogsschepen zijn aangekomen - naast de overige oorlogsschepen die al voor de Iraanse kust patrouilleren - en zij het eerste Iraanse koopvaardijschip proberen te inspecteren, er een regen van raketten in beide richtingen zal losbarsten. Precies op dat moment zal de verschrikkelijke oorlog uitbreken. Het is niet te voorzien hoeveel schepen en van welk land, naar de kelder zullen gaan.
Tijdig de waarheid te kennen is van het grootste belang voor ons volk.
Het maakt niet uit dat bijna iedereen, misschien wel 99,9% of meer van mijn landgenoten, instinctmatig de hoop koestert, en met mij wensen, dat ik het mis heb. Ik heb met mensen in mijn omgeving gesproken, en ik heb ook veel nieuws toegestuurd gekregen van vele nobele, onzelfzuchtige en hard werkenden mensen, die mijn Bespiegelingen hebben gelezen, en mijn gedachtengang in het geheel niet bestrijden, integendeel zij slikken het, zij het met een brok in de keel; echter, zij wijden hun energie liever aan het werk waarmee ze bezig zijn.
Dat is precies wat we van onze landslieden verwachten. Maar het zou erger zijn, onverwacht te worden overvallen door ernstige gebeurtenissen, zonder de voortekens daarvan te hebben gezien. Dan zou er verwarring en paniek ontstaan en dat zou ons heroïsche Cubaanse volk onwaardig zijn, dat al eerder bijna het doelwit was van een massale kernaanval in oktober 1962, en toch geen seconde aarzelde zijn plicht te vervullen.
Onze dappere strijders en de militaire commandanten van onze Revolutionaire Krijgsmacht, die deelnamen aan heroïsche internationale missies, vielen bijna ten slachtoffer aan kernaanvallen op de Cubaanse troepen, ontplooid langs de zuidelijke grens van Angola, toen het Leger van de racisten van Zuid-Afrika—toentertijd gepositioneerd langs de grens van Namibië—was verdreven na de slag bij Cuito Cuanavale.
Het Pentagon voorzag, met toestemming van de President van de VS, de racisten van Zuid-Afrika via Israël met 14 kernbommen, krachtiger dan de bommen geworpen op de steden Nagasaki en Hiroshima in Japan, zoals vermeld in vorige Bespiegelingen.
Ik ben noch profeet noch waarzegger. Niemand had mij verteld wat er zou gaan gebeuren. Het was slechts de vrucht van wat men tegenwoordig logisch nadenken noemt.
Wij zijn noch nieuw in dit gecompliceerde vraagstuk, noch zijn we bemoeizuchtig.
Het is mogelijk om te voorspellen wat er zal gebeuren in de rest van Portugees en Spaanssprekend Amerika in de post-nucleaire crisis.
Onder zulke omstandigheden kan niet gesproken worden van kapitalisme of socialisme. Er zal een fase aanbreken van beheer van de voorhanden zijnde goederen en diensten in dit deel van het continent. Zeker, elk land zal bestuurd blijven worden door hen die vandaag aan het hoofd van de regeringen staan, sommige bijna socialistisch en andere euforisch over de opening van de wereldmarkt voor brandstoffen, uranium, koper, lithium, aluminium, ijzer en andere metalen, die gestuurd worden naar de ontwikkelde en rijke landen, die plotseling zal verdwijnen.
Een overvloed aan voedsel, die nu geëxporteerd wordt naar die wereldmarkt, zal ook abrupt verdwijnen.
Onder deze omstandigheden zullen de meest noodzakelijke bestaansmiddelen: voedsel, water, brandstof en de grondstoffen die in het halfrond zuidelijk van de VS gevonden worden, net voldoende zijn om nog iets van de beschaving, wier onbeteugelde vooruitgang de mensheid deze ramp heeft gebracht, te bewaren.
Maar er blijven nog wat onzekerheden. Zullen de twee machtigste kernmachten, de VS en Rusland, in staat blijken hun kernwapens niet tegen elkaar in te zetten?
Er is echter geen twijfel aan, dat vanuit Europa de kernwapens van Groot-Brittannië en Frankrijk, geallieerd met de VS en Israël, —dezelfden die enthousiast voor de sancties stemden, die uiteindelijk de oorlog zullen ontketenen — het Russisch territorium bedreigen, alhoewel dit land en China alles gedaan hebben wat mogelijk was om het conflict te voorkomen.
De economie van de supermacht zal als een kaartenhuis instorten. De Amerikaanse maatschappij is allerminst voorbereid op het doorstaan van een catastrofe als die welke het imperium heeft gecreëerd op hetzelfde territorium waar zij is ontstaan.
Wij weten niet wat het effect van de kernwapens, die onvermijdelijk in verschillende delen van de wereld in zeer grote aantallen zullen ontploffen, zal zijn op het milieu.
Als ik daarover iets zou zeggen, zou dat pure science fiction zijn.
Fidel Castro Ruz
[Nederlandse tekst van Raek.nl (met enkele kleine aanpassingen van Dwarslezer); zie voor de originele tekst Cubadebate.]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten