zondag 13 oktober 2013

Over vrijwilligerswerk en ministeriële verantwoordelijkheid

Aangezien volgens het tweede lid van artikel 42 van de Nederlandse grondwet "de ministers [...] verantwoordelijk [zijn]" (voor de "koning"), vind ik dat het tijd wordt dat die ministers eindelijk hun verantwoordelijkheid eens nemen.

De laatste tijd wordt er door de Haagse Bluffers veel gezwamd over "participeren", waarmee ze verwijzen naar dwangarbeid, die dan als "vrijwilligerswerk" wordt omschreven. Welnu, aangezien Mark Rutte zichzelf "liberaal" noemt en Diederik Samsom "socialist" (niet dat ik daar ook maar iets van geloof, maar ze zeggen het zelf, dus dan moeten ze daar zelf eindelijk maar eens consequenties aan verbinden) moeten ze wel voorstanders zijn van een republiek en daarom vind ik dat ze er dan maar voor moeten zorgen dat "onze" koning en koningin het goede voorbeeld geven.

Als zij (Willem A. en Máxima) daartoe niet bereid zouden zijn - maar dat is nauwelijks voorstelbaar, toch? - dan kan de "regering" op grond van artikel 40 (eerste lid) van diezelfde grondwet beslissen hun "uitkeringen" "ten laste van het rijk" in te trekken. Mocht daarvoor onverhoopt geen voldoende meerderheid in de Staten-Generaal gevonden worden, dan kan in ieder geval altijd nog de belastingvrijstelling (uit het tweede lid van artikel 40) worden ingetrokken. Hiermee wordt Nederland dan nog wel geen republiek, maar verzwakt in ieder geval het middeleeuwse verschijnsel monarchie.

Zielig is dat beslist niet, want "de Koning" en zijn afstammelingen kunnen ongetwijfeld nog vele eeuwen een luxe leven leiden van de rijkdommen die de officiële voorouders van Willem von A. in het verleden in Indonesië en elders "verworven" hebben (en ik denk dat die van Máxima Z. in Argentinië ook nog wel wat appeltjes voor de dorst hebben weggesluisd).

Enerzijds is "koninklijk vrijwilligerswerk" een goed voorbeeld in het kader van de participatie-"filosofie" van het Haagse régime, anderzijds komen daardoor weer ettelijke miljoenen beschikbaar, die op een nuttige manier aangewend kunnen worden ten behoeve van degenen die de laatste jaren steeds verder "uitgekleed" zijn en worden door de Nederlandse Roverheid. Dat voordeel blijft altijd bestaan, ook wanneer het idee van die "participatie" al lang als asociaal en onmenselijk (en onuitvoerbaar) afgeschoten is.

Geen opmerkingen: