zondag 28 maart 2010

Bologna: pizza voor iedereen? (door Efrén Areskurriega y Juan Hernández*)

Het zijn de belangen van de heersende elites die beogen zich te beschermen tegen het collectieve belang. Waar is het democratiserende potentieel van het universitaire onderwijs en zijn vermogen om de muren tussen de sociale klassen te doorbreken?

Het zogenaamde Bologna-proces nadert, ook al is het nog niet volledig gerealiseerd, zijn hypothetisch eindpunt. Nadat in zijn naam gedurende een decennium hervormingen zijn ingevoerd in de structuur van het hoger onderwijs, is nu het moment aangebroken om het in werking te doen treden. Dit Bologna-proces, dat formeel niet in het kader van de EU verloopt en dat vrijwillig is, heeft een nauwe band met het neoliberale model in Europa. De commercialisering en het concurrentievermogen vormen de achtergrond waartegen het Bologna-proces gebouwd is, dat een verdere schakel is in een Europees project dat meer dan ooit op de markt gericht is. Toch variëren de hierboven beschreven trends in intensiteit, afhankelijk van de landen en universiteiten.

Bovendien begint het idee, dat in principe neutraal is, voor het homologeren van titels en voor het bevorderen van de mobiliteit van studenten in de Europese Unie, aan kracht in te boeten en wordt het vervangen door het idee van het ondergeschikt maken van het universitaire onderwijs aan de behoeften van de markt en van het kapitaal. Daarom wordt niet voorzien in de noodzakelijke verhoging van de overheidsuitgaven; integendeel, gepoogd wordt de privé financiëring te bevorderen en de academische kennis aan te passen aan de handelslogica en aan de privé winst.

Hoewel in een aantal Europese landen, zoals Denemarken, Finland en Zweden, het hoger onderwijs nog volledig gefinancierd wordt uit de publieke middelen, dringen de nieuwe door Bologna aangestuurde meningen aan op het verwerven van private middelen, het mæcenaat en de instelling van directe transacties met afnemers van de universitaire diensten. Op deze manier wordt het steeds noodzakelijker om het collegegeld te verhogen, hetgeen -wordt gezegd- gepaard gaat met een verhoging van de studiebeurzen; in de praktijk wordt echter gekozen voor de optie van leningen als alternatief voor de studiebeurzen. De openbaarmaking van het officiële 'master'-onderwijs, ter vervanging van de oude privé 'masters' en 'eigen titels', die we als positief zien, is vergezeld gegaan van de vaststelling van officiële collegegelden die bijna 2½ maal hoger zijn dan de huidige kosten voor studies in de eerste en tweede cyclus.

Het gevaar van dit door Bologna gepredikte systeem is dat het grootste deel van de middelen is geconcentreerd in een paar universiteiten, die beschouwd worden als meest concurrerend, zodat de rest niet zal kunnen beschikken over voldoende middelen om een goede opleiding te kunnen bieden. Daarom zijn het de belangen van de heersende elites, die beogen zich te beschermen tegen het collectieve belang. Waar is het democratiserende potentieel van het universitaire onderwijs en zijn vermogen om de muren tussen de sociale klassen te doorbreken? Wie moet andere projecten financieren die aansluiten bij de belangen van de sociale bewegingen? Wie moet zich, tegenover de grote multinationals, die al beschikken over hun business-scholen, bezighouden met het bestuderen van de behoeften van de sociale meerderheden?

Bij STEE-EILAS zijn wij van mening dat de publieke universiteiten hierin een fundamentele rol spelen, die niet kan worden overgenomen door de particuliere universiteiten, noch door een openbare universiteit, die geleid wordt door de criteria van de particuliere markt. Als dat niet gebeurt, betekent dit de terugkeer naar een achterhaald model, waarin het hoger onderwijs het terrein was van een kleine bevoorrechte minderheid. Willen we werkelijk terug naar dat model?

Wij zijn, kortom, van mening dat de openbare universiteit behoefte heeft aan een verandering, een ingrijpende verandering waarop wij inzetten, maar niet in de door de Europese regeringen voorgestelde richting. Integendeel, wij pleiten voor een wijziging ter versterking van het criterium van de openbare dienst en het democratisch karakter van de universiteit. We willen een universiteit die openstaat voor de wereld en die zich inzet voor haar samenleving, in ons geval de Baskische, en vooral met de behoeften van de minst bevoorrechte groepen, voor het overwinnen van de ongelijkheid, om zo een duurzame menselijke ontwikkeling te bereiken.

Met of zonder Bologna, zullen we in de toekomst steeds geconfronteerd blijven worden met het liberale universiteitsmodel dat hegemonisch aan het worden is - en dat ook sterk aanwezig is in de recente strategische documenten van de Europese autoriteiten, Bologna 2020 en Europa 2020 - om de tendens af te remmen die wil dat de universiteit verandert in een zuiver productivistische universiteit ten dienste van de markt en de arbeidsuitbuiting; zodat we ook verder kunnen gaan in de richting van een sociaal universiteitsmodel ten dienste van de maatschappelijke behoeften en ten dienste van de reflectie, het debat en de creativiteit om zo een antwoord te vinden op de onbalans en de conflicten in onze samenleving.

Gepubliceerd in Gara op 22 dezer; vertaald uit het Spaans door Dwarslezer.

* Efrén Areskurriaga en Juan Hernández zijn lid van het Nationaal Secretariaat van STEE-EILAS

1 opmerking:

Anoniem zei

wel heftig, met een spil om "onbalans", zou het mogelijk zijn de gulden middenweg te pakken en een moraalrechter aan te stellen als middelpunt tussen commerciele en sociale belangen?
Zo iemand zou dwingend de markt en het tegendeel daarvan kunnen verbinden met minimale wrijving.
Het Scandinavische model voor onderwijs lijkt wel het sterkst tot nu toe, getuige de "produktie" voor de maatschappij als geheel. een moraalrechter moet vorkomen dat krentenpikkers er met de winst vandoor gaan. zoals nu MSoft deed met Open Source bijvoorbeeld (voor 240 miljoen profiteren van Suse via Novell). een tussenvorm van fiscus met marktoverwinst belasten tgv de vrij weerloze (concurrentie-ongevaarlijke) Open Source zou richting middelpunt gaan (onder hard protest van marktzijde natuurlijk)