Woord van de week: kamermeisje. Bij mij roept dat woord louter vragen op. Ik kom ze namelijk nooit tegen. Dat wil zeggen: mooie kamermeisjes. In de hotels waar ik zo nu en dan vertoek, zijn kamermeisjes altijd Oost-Europese dames met een snor.
Meestal hoor je ze langzaam naderen over de gang, terwijl je in bed ligt. Dat gaat altijd met veel herrie gepaard. Rinkelende sleutelbossen, slaande deuren. Geroep. Het geratel van een karretje. En dan het gebonk op de deur, terwijl op hetzelfde moment de sleutel het slot in gaat.
Lees hier de volledige column, vandaag gepubliceerd in dagblad Metro
Overgenomen met toestemming van columnist Luuk Koelman.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten