vrijdag 10 februari 2006

War on terrorism...

Verleden week heb ik een bomaanslag op een stoplicht op een kruispunt voorkomen. Een man op een fiets met twee grote fietstassen stond voor het (oranje knipperende) stoplicht omzichtig om zich heen te kijken. Toen hij mij aan zag komen, reed hij snel weg...

Wie zou dit verhaal geloven?

En waarom zouden wij dan wél het verhaaltje moeten geloven dat vandaag in de Metro staat. Dankzij de 'oorlog tegen terrorisme' is in 2002 een 'rampzalige aanslag' op Los Angeles voorkomen, waarbij Al Q'aida terroristen van plan zouden zijn geweest om een vliegtuig te kapen. Dat beweert althans George Double-Me Bush.

Ik zou iedereen dringend willen aanraden om dit soort propagandapraatjes niet te geloven. Die vallen in dezelfde categorie als de middeleeuwse verhalen van de Inquisitie over ketters die de zielen van gelovigen aan de duivel zouden willen verkopen of die bij hun feesten het bloed van kinderen zouden drinken.

Pas wanneer verdachten van een dergelijke aanslag door een onafhankelijke rechter en op grond van rechtmatig verkregen bewijs (dus niet na martelingen in bijv. het concentratiekamp van Guantánamo!) schuldig worden bevonden wil ik geloof hechten aan dit soort berichten.

1 opmerking:

Anoniem zei

ja ja, net als ik, net als ik

Dat overkomt mij nou zo ontzettend vaak, dat wil je niet geloven. Kom ik op m'n dooie gemak ergens aanwandelen, lijkt het nét, of iedereen ineens heel erg veel haast heeft om niet te laat ergens anders te komen. En heel vaak hebben ze dan ook van die vage, uitpuilende rugzakken op, of ze zien er in die regenjas uit alsof ze moddervet zijn, terwijl ze van die spillepootjes hebben, alsof dat niet opvalt. Ja, ik ben toch niet blind, zeg!

Offe, laatst, wat was dat ook alweer? Oja, dat was ook zo'n ongure fietser. Ik bedoel, met zo'n idiote fiets voor luie mensen met zo'n accu in het chassis. Die had ook van die vierkante tassen achterop, en daar hingen een paar van die lonten gewoon uit, nou vraag ik je, dat is toch gewoon een uitnodiging om de petten erbij te slepen.
Nou goed, die keek ook, alsof ie olie zag branden. Ik wandelde daar gewoon, tok-stap, tok-stap, ik heb een wandelstok nodig, kan de beste overkomen. En die blikken dingen van de Steunzorg zijn te slap voor mij, dus ik gebruik gewoon zo'n honkbal-stik van me jongste zoon, die is net zestien en die speelt al bij de groten mee, maar daar gaat het toch niet om.
Dus dat ongure tiep op die buitenboord-fiets, die ziet mijn en die wil er op de kuierlatten vandoor, maar hij stapt iets te goed op, klabbats op ze smoel.

Ikke niet te beroerdste, dus ik wil hem over het eind zetten, ondanks dat van die bomtassen dus. Begint ie te schreeuwen dat ik hem aanval, ja, en dan heb ik het weer foutgemaakt. Daar waren de petten al, smeten me in de hondenwagen en gooiden me zomaar in de bak bij het leger des heils, moest ik alwéér in bad, da's de vierde keer al dit jaar.
Emme wandelstok hebben ze ook gekonsterneerd, die stomme petten.

Nou, zeg er maar wat van.