De Washington Post publiceert vandaag een uitgebreid artikel over Bush' voorbereidingen voor een oorlog tegen Iran. De mogelijkheid van militaire aanvallen wordt beschouwd als onderdeel van een bredere politiek om Iran onder druk te zetten om af te zien van zijn kernprogramma.
Op korte termijn lijken aanvallen niet waarschijnlijk, maar er worden voorbereidingen getroffen om de militaire optie te gebruiken als een dreigmiddel om -zoals een hoge functionaris stelt- "hen ervan te overtuigen dat dit steeds serieuzer is".
Plannenmakers van het Pentagon en de CIA hebben onderzocht welke doelen in aanmerking komen voor een aanval (bijv. uraniumverwerkende bedrijven in Natanz en Isfahan). Een invasie wordt niet in overweging genomen, maar een uitgebreide bombardementscampagne tegen militaire en politieke doelwitten vormt een van de opties.
Bush beweert dat hij zich momenteel concentreert op de diplomatieke optie, maar desondanks beweerde hij verleden maand bij een openbare discussie in Cleveland (Ohio), dat "De bedreiging van Iran natuurlijk bestaat uit de door hen geuite doelstelling om onze sterke bondgenoot, Israel, te vernietigen. Dat is een bedreiging, een krachtige bedreiging... Ik zal nog eens duidelijk maken dat wij militair geweld zullen gebruiken om onze bondgenoot Israel te beschermen."
En zo galoppeert deze bedreiging van de wereldvrede voort als een blind mijnpaard met een duizendklapper aan zijn staart. En wanneer er op een gegeven moment een aanslag gepleegd wordt door iemand met een Iraanse achternaam, dan ziet hij dat niet als een wanhoopsdaad, maar als een bewijs voor de bedreiging die uitgaat van Iran.
Het is met Bush al niet anders als met tal van andere politici: ze voelen zich om een of andere reden niet prettig (zoals minus-ter Verdomd wanneer ze niet-Nederlandse woorden hoort) en gaan dan vol gas vooruit om alles wat op een of andere manier zou kunnen leiden tot een herhaling van hun gevoel van onbehagen uit te roeien. Daarbij komt, in het geval van Bush, dan ook nog zijn wens (en laten we niet vergeten, ook die van zijn Texaanse olievriendjes) om de absolute macht te verwerven over alle aardolie ter wereld.
Bush wordt daarbij niet gehinderd wordt door enig historisch besef (alleen enige kennis over een van de eerdere fiasco's van zijn 'land of the free' -Vietnam- zou hem al hebben moeten overtuigen van de risico's), maar dat vereist dan ook minstens een bepaalde intelligentie. Bush ontbeert die te enen male en in plaats van te luisteren naar mensen die slimmer zijn dan hij, probeert hij die zoveel mogelijk uit zijn buurt te verwijderen. En dat is nog een bewijs van zijn lage IQ: niet luisteren naar verstandige mensen, maar zich omringen met ja-knikkers... maar zoiets kun je verwachten van olieboeren!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten