Het Algemeen Dagblad meldde afgelopen vrijdag dat ene mevrouw Marijke G. van de stadsdeelraad Feijenoord zich eraan ergerde dat bepaalde raadsleden vóór de vergaderingen en in de pauzes onderling gewoon Turks spraken: "Ik vind dat zo onbeleefd. Het is dan net alsof ze iets bepraten wat jij [ze bedoelt ongetwijfeld: "ik"] niet mag weten. Andere raadsleden worden gewoon buitengesloten."
Toen ze haar Turkse collega's [of collega's van Turkse herkomst?] erop aansprak ("We hebben als politici een voorbeeldfunctie. Het is ook niet goed voor de integratie en de inburgering.") werd ze "gewoon uitgelachen".
Tja, ik heb dat ook wel eens. Wanneer ik bij een verjaardagsfeestje ben, dan zit zomaar ineens zit de ene helft (de 'mannen') van de aanwezigen te praten over een of andere voetbalwedstrijd, terwijl de andere helft (de 'vrouwen') het heeft over de jurk van de een of de kapper van de ander. Dat moet dan volgens mevrouw G. ook "onbeleefd" zijn, want daardoor word ik "gewoon buitengesloten".
Natuurlijk zou ik me gewoon voor voetballen kunnen gaan interesseren (getver!) of voor mode (nogmaals: getver!), maar mevrouw G. zou natuurlijk ook gewoon Turks kunnen leren.
Het is geen onbekend verschijnsel dat mensen zich gemakkelijker uitdrukken in hun moedertaal dan in een andere taal, ook al spreken ze die nog zo goed. Als taalkundige weet ik daar alles van. Zou mevrouw G. zich trouwens in een pauze nooit eens afzonderen met een andere collega om lekker te roddelen over (ik noem maar iets) de hoed die Hare Koninklijke Bea bij haar laatste verschijning in het openbaar droeg; of om een collega bij te praten over de avontuurtjes van een ander raadslid (nogmaals: ik verzin zomaar wat).
Misschien is mevrouw wel heel nieuwsgierig en zou ze graag willen weten waarover haar collega's het hebben... Waarschijnlijk gewoon over voetbal of mode. Of veronderstelt ze misschien dat ze een aanslag aan het beramen zijn en dat ze in het Turks spreken om te voorkomen dat de autochtone raadsleden dat ontdekken?
Het is notabene al zo ernstig dat het onderwerp in december door de fractievoorzitters besproken moet worden.
Veel mensen hebben kennelijk toch wel een erg bekrompen beeld van inburgering en integratie. Het gaat niet om assimilatie! Wat moet het mevrouw G. dan niet kwetsen wanneer op TV weer eens iemand uit Amsterdam (of Limburg, of Twente) aan het woord komt... Die mensen doen niet eens moeite om zich in het dialect van mevrouw uit te drukken. Bah!
1 opmerking:
dekselse vreemdspraak
Ook ik heb me wel eens verstout om in mijn moedertaal met een kollega wat te kletsen, en we hebben het ook over mevrouw Trix gehad, zelfs over haar putsierlijke permanentverpesters, maar dat was in de middagpauze, in de schoolkantine.
Toen een andere kollega, die uitsluitend nederlands (zijn vak) en wat stevige flarden engels en spaans sprak, vroeg waarover eerste kollega en ik tijdens het boterhamhappen zo'n lol hadden, heb ik hem een vertaalde versie ingefluisterd, hij had zo mogelijk nog meer lol, en de kinderen in zijn lessen die middag en de volgende paar dagen ook, maar dat was dan om mijn 'kreatieve taalgebruik' zoals hij dat noemt.
Sommige van onze kollega's die het nederlands wat minder beheersen, bespreken tijdens lerarenvergaderingen regelmatig onderling het onderwerp wat op dat moment behandeld wordt, maar koppelen hun bevindingen of konklusies netjes in het nederlands terug naar de hele groep.
Stel je voor dat een van de nederlandstaligen (laten we voor het gemak een autochtoon nemen) tijdens zo'n onderonsje op stond en zou eisen dat er tijdens de vergadering uitsluitend nederlands werd gesproken, omdat de anderssprekenden anders 'ons nederlanders' zou buitensluiten, of misschien zelfs omdat die verplichting in het schoolreglement of een of andere wet zou staan, zo iemand zou niet op veel sympathie van de rest van de vergadering hoeven te rekenen.
Iets anders is het natuurlijk als een groepje tijdens een vergadering zich stelselmatig uit die vergadering zou terugtrekken in eigen taal, zonder dat dat iets met de agenda te maken had of zonder dat daar iets over zou worden meegedeeld; dáár zou door de voorzitter wel naar worden gevraagd of iets van gezegd, en bij ongewijzigde voortduring van zulke bewust herhaalde uitsluiting (dus écht vaak) zou aan zo'n groepje gevraagd worden of ze niet liever naar de kroeg zouden gaan of iets anders wilden gaan doen zodat de vergadering tenminste door zou kunnen gaan, dan maar zónder hen.
Een reactie posten