Waarom moet er toch steeds gerotzooid worden met de spelling van het Nederlands? Er wordt een hoop gezemeld over dat het zo voor de mensen duidelijker is hoe woorden geschreven moeten worden, zodat ze daar niet meer over na hoeven te denken en zich kunnen concentreren op wát ze willen zeggen.
Ik denk daar diametraal anders over: juist door de nadruk die keer op keer gelegd wordt op de juiste spelling van woorden, waarbij ook elke keer weer volstrekt andere regeltjes bedacht worden, voelen mensen zich onzeker.
Toen ik jong was moest een tussen-N gebruikt worden, wanneer een samenstellend deel meervoudig voorkwam (in een ren zitten doorgaans meerdere kippen, dus een kippeNren, en een ei was van één kip, dus het was een kippeëi). Nu wordt de regel weer heel anders: wanneer het samenstellende deel een meervoudsvorm heeft op -en, dan komt er een -N- tussen. Dat levert dus een wanproduct op als een kippeNei, omdat het gevoelsmatig lijkt alsof het ei door meerdere kippen gelegd is. Net zoals een ruggengraat suggereert dat we het over een siamese tweeling hebben... Duidelijkheid? On my hoolah!
Terwijl ik me nog kan voorstellen dat de betreffende taalvernielers (taalkundigen kan ik hen met de beste wil van de wereld niet noemen) proberen zichzelf zo duidelijk mogelijk te profileren, om nog lang van een riant stipendium te kunnen genieten, begrijp ik werkelijk niet waarom uitgeverijen zo slaafs achter deze achterlijke taalverkrachtingen aanlopen. In Duitsland zijn er tenminste nog diverse uitgeverijen (en niet de minste) die weigeren de Rechtschreibung te gebruiken en die gewoon aan de oude spelling vasthouden.
Volkomen terecht, want het enige werkelijke gevolg van al dat spellinggeneuzel is dat oudere teksten voor lezers steeds minder toegankelijk worden: naarmate de spelling meer verandert, worden woorden minder herkenbaar en wordt het ook steeds vermoeiender om die teksten te lezen. Een Nederlandstalig boek uit pak-weg 1910 is al minder gemakkelijk te lezen dan een Frans, Spaans of Engels boek van 300 jaar oud *). Maar ja, in die talen wordt ook niet zo krampachtig gedaan over de spelling. Vanaf de jaren 1970 wordt bijv. in het Spaans steeds vaker 'setiembre' geschreven in plaats van 'septiembre', of 'sicología' in plaats van 'psicología', maar er zal geen enkele instantie over vallen, wanneer je die woorden met een -p- blijft schrijven.
Door een beetje minder krampachtig met de spelling om te gaan (dus niet meer van die achterlijke dictees met verzamelingen rare woorden die een normaal mens in zijn hele leven misschien maar één keer gebruikt) en de mensen gewoon te laten schrijven zoals het hun goed dunkt (zoals ik privatiter nog steeds 'vacantie' en 'october' met een -c- schrijf, omdat ze nu eenmaal ontleend zijn aan Latijnse woorden met een -c-), ontwikkelt de spelling zich ook, maar op een meer natuurlijke wijze.
Dat is natuurlijk lullig voor de lui die nu een dik belegde boterham vangen ('verdienen' kan ik het niet noemen) met het verkwanselen van de oudere Nederlandse literatuur, maar daar kan ik niet mee zitten. Dan moeten ze maar een eerlijke baan zoeken.
*) Dit geldt qua spelling ook voor het Duits, maar ik noem die taal hier niet, omdat tot halverwege de 20e eeuw in Duitsland veel boeken in gotische letters gedrukt werden, waardoor ze tóch weer moeilijk te lezen zijn voor jongere lezers.
2 opmerkingen:
Ik ben het roerend eens met uw stelling over het steeds maar "verbeteren" van onze spelling.
Is het daarom dat ik onze taal in haar geschreven vorm steeds koeler en bloedelozer vind?
...En heeft één van de "stipendiumvangers" enig oog voor de esthetische waarde van het woord an sich?
Jammer genoeg word je als schrijver nagelezen en "gecorrigeerd" vòòr je schrijfsel op de persen belandt.
Daarin voel ik mij een beetje mijn eigen wil en zeggingskracht ontnomen.
ongelovenlijk! Ik woon al een tijdje in het buitenland en heb deze spellingsverbetering niet zo mee gemaakt. Wel is me opgevallen dat steeds meer Nederlanders steeds meer N-en uitspreken pannenkoeken, kippenhokken (dit is correct maar wie in hemelsnaam zegt dat nou zo!) Uiteindelijk krijgen ze dan toch nog gelijk die spellingsheren.
Maar ik walg ter van! Waar heeft dat nou voor nodig? In't Gronings spreken we van pankouk'n en dei bin'n net zo lekker!
Een reactie posten