Ik heb hier al eerder betoogd dat artikel 23 (op grond waarvan een Apartheidsstelsel in het onderwijs in stand wordt gehouden) dringend gewijzigd moet worden, en ook over artikel 24 e/v (over de erfopvolging van de Nederlandse troon) heb ik al heel wat geschreven, zonder overigens de artikelen met name te noemen.
Vandaag wil ik een lans breken voor opheffing van artikel 120 van de Nederlandse Grondwet. Dit artikel ("De rechter treedt niet in de beoordeling van de grondwettigheid van wetten en verdragen") zegt namelijk niet minder dan dat wetten, ook als ze strijdig zijn met de grondwet, tóch toegepast moeten worden.
In theorie zouden de Eerste en de Tweede Kamer (in feite in de omgekeerde volgorde) natuurlijk geen wetten en verdragen moeten/mogen goedkeuren die in strijd zijn met de Grondwet en ik wil ook niet meteen suggereren dat in Nederland Berlusconiaanse gelegenheidswetgeving erg waarschijnlijk is.
Toch mag niet uitgesloten worden dat een wet dusdanig slordig is opgesteld, dat een handige advocaat (of een andere slimbo) mogelijkheden vindt om strijdig met de Grondwet te handelen. Bovendien is het helaas niet ondenkbaar dat een onbetrouwbare regering bewust ongrondwettelijke wetten goedkeurt - en die zouden dan zonder mogelijkheid van beroep moeten worden toegepast op grond van artikel 120 van de Grondwet.
Op dit moment hebben we in Nederland helaas een erg onbetrouwbare regering. Wie zich daarvan nog niet bewust is, wil ik wijzen op de volgende voorbeelden (er zijn er véél meer, maar ik heb weinig zin om de hele avond te zitten schrijven:
vóór de verkiezingen in 2003 beloofden de drie coalitiepartijen -VVD, CDA en D66- dat de productie van kernenergie in Nederland zou worden afgebouwd en nog binnen dezelfde regeerperiode verklaarden dezelfde partijen dat de kerncentrale van Borssele nog minstens 20 jaar langer (tot 2033 in plaats van 2013) zou blijven draaien dan was afgesproken;
bij het referendum over de ontwerptekst voor een Europese 'grondwet' werd de subsidie voor voorlichting over de tekst grotendeels aan vóór-clubs verstrekt; de Nederlandse overheid publiceerde drie brochures, die géén van drieën een objectieve samenvatting boden: alleen de hoofdlijnen werden erin vermeld en diverse erg belangrijke uitzonderingen werden weggelaten;
om de kosten voor de gezondheidszorg te drukken werd een nieuw zorgstelsel ingevoerd, dat op commerciële leest geschoeid, waarbij met andere woorden de aandeelhouders ook een deel van het bestede geld in hun zakken willen steken. Het stelsel is er in een rotgang doorgedrukt, waardoor een aanzienlijk deel van de Nederlanders in de problemen is gekomen; om nog maar niet te spreken van veel in het buitenland woonachtige mensen met een deel-AOW, die ineens soms zelfs véél meer aan premie moeten betalen dan ze aan AOW ontvangen. Het heeft meer dan een half jaar geduurd voordat deze problemen enigszins opgelost zijn.En Intussen hoorde ik vandaag in het ANP-nieuws op de radio dat de zorgverzekeraars overwegen incassobureaux in te schakelen vanwege de grote aantallen mensen die hun premie niet betaald hadden. En ondertussen blijkt nergens uit dat de gezondheidszorg minder geld kost. Wat we wel blijven horen is dat er nog steeds veel mensen problemen hebben.
het Balkenrégime roept de laatste tijd om het hardst dat de economie in Nederland gegroeid is. Dat is best mogelijk op macro-economisch vlak. Wanneer echter die economische vooruitgang grotendeels terechtkomt in de zakken van een steeds groter aantal patsers, zelfs in de publieke sector, dan heeft een dergelijke economische groei geen enkele waarde voor de overgrote meerderheid van de Nederlandse bevolking. Het groeiende aantal voedselbanken in Nederland logenstraft in ieder geval de kletspraatjes van de Balkende Ellende.
Van een dergelijke onbetrouwbare regering kunnen we dus werkelijk van alles verwachten, en daarom is het héél belangrijk dat artikel 120 zonder meer uit de Grondwet verdwijnt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten