maandag 21 mei 2007

De waskracht van Jezus

Tja, wat moet ik daar nou weer mee? Zojuist hoorde ik op de radio Oh Happy Day van de Edwin Hawkins Singers (een hit uit 1969) met als belangrijkste boodschap: "Oh happy day, when Jesus washed my sins away"...

Ik wil best geloven dat er een Jezus-figuur bestaan heeft: o.a. bij de Romeinse historicus Tacitus zijn wat vage verwijzingen te vinden, waaruit je ook kunt afleiden dat hij ongebruikelijke meningen verkondigde. Dat hij overigens, of god (zijn gesuggereerde vader) mijn zonden zou kunnen wegwissen, lijkt mij stug. Daarvoor moet er eerst een god zijn en -laten we wel wezen- het bewijs daarvan is niet te leveren. Zelfs degenen die claimen te weten dat er een god (uiteraard hun eigen god) bestaat, baseren die 'wetenschap' op een boek, dat zogenaamd onder zijn eigen goddelijke inspiratie geschreven is, zodat alles wat erin staat automatisch de waarheid 'is'.

Ik geloof daar in ieder geval niks van en ik zou iedereen willen aanraden dat "heilige" boek (de bijbel) te beschouwen als wat het is: een verzamelbundel met wijze raadgevingen van bijna 2.000 oud (en het "Oude Testament" (OT) zelfs nog ouder), die op het moment van schrijven zin hadden.

Dat het onder goddelijke inspiratie is geschreven geloof ik niet (omdat ik -zoals gezegd- niet geloof dat er een god bestaat) en de samenstelling van met name het "Nieuwe Testament" heeft al helemaal niets goddelijks, maar is het gevolg van het machtsstreven van de paus van Rome en zijn gevolg.

In de eerste eeuwen van onze jaartelling waren er verschillende stromingen ontstaan in het christendom. Er waren groepen die vooral de door Jezus gepredikte naastenliefde wilden beoefenen, andere groepen die zich van de wereld hadden afgezonderd, omdat ze door meditatie nader tot god wilden komen.

Nog een ander deel van de volgelingen geloofde helemaal niet in een leven na het aardse leven. Zij meenden dat dat hiernamaals figuurlijk gezien moest worden: na iemands dood zouden de daden uit zijn leven nog van invloed blijven op de samenleving.

De pausen (en hun 'management': bisschoppen en dekens) begrepen dat ze de touwtjes wat strakker moesten aanhalen, omdat ze anders binnen afzienbare tijd hun macht zouden verliezen en gewoon voor de kost zouden moeten werken.

Daarom werd -tegen het eind van de 2e eeuw- zorgvuldig bekeken welke boeken wél en vooral welke niet in het "Nieuwe Testament" (NT) mochten worden opgenomen. Er zijn namelijk véél meer boeken dan we nu in het NT vinden. Niet alleen tal van andere evangelies, zoals van Maria Magdalena, Philippus, Judas en Thomas, maar ook geschriften van andere vroege christenen (Jacobus, Paulus, Johannes, enz.).

Het Vaticaan besliste het NT te beperken tot de evangeliën van Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes, de "handelingen der apostelen", een aantal brieven - vooral van Paulus, met o.a. de veelbetekenende brief aan de Efeziërs, waarin hij vrouwen hun plaats wijst: Gij vrouwen, weest uwen man onderdanig, gelijk den Heere: want de man is het hoofd der vrouw, gelijk ook Christus het hoofd der gemeente is." (5:22-23). En natuurlijk het boek Openbaringen, dat zo vaag is dat men er alle kanten mee opkan, maar dat vooral héél erg mystiek klinkt (en dat doet het natuurlijk altijd).

De vier genoemde evangeliën zijn ongetwijfeld gekozen, omdat zij -meer dan de andere- de nadruk vestigen op het 'goddelijke' karakter van Jezus en op het leven na de dood. De kerk van Rome besliste daarop dat alle andere boeken vernietigd moesten worden. Dat is zo grondig gedaan, dat er pas in de 20e eeuw bij toeval een aantal van boven water gekomen zijn. (Zie voor meer informatie hierover o.a. The Gnostic Gospels van Elaine Pagels uit 1979; in 2005 in het Nederlands door uitgeverij Kosmos gepubliceerd als De gnostische evangeliën). Dat het het Vaticaan (en later de diverse andere christelijke stromingen) vooral om de macht te doen is, blijkt wel de kruistochten en de inquisitie (die tot voor kort onder leiding stond van de huidige paus - ook al is de naam van die inquisitie dan intussen veranderd in "Congregatie voor de Geloofsleer"). Trouwens ook de de rijkdom van het Vaticaan is een blijk van dezelfde mentaliteit.
Datzelfde geldt uiteraard evengoed voor de manier waarop tal van radio- en TV-dominees hun zakken vullen met het excuus van de "tiende penning", die zij daarvoor dankbaar uit de bijbel (Deut. 14:26 in het OT) geplukt hebben.

Voor alle duidelijkheid: ik ken ook priesters die wel degelijk inzien dat de boodschap van Jezus (naastenliefde) belangrijker is dan geneuzel over een hiernamaals; en ik heb er ook geen enkele moeite mee, wanneer mensen zich zekerder, veiliger voelen wanneer ze in een god geloven, welke dat dan ook is. Het bovenstaande is dan ook beslist niet tegen deze priesters en deze gelovigen gericht, maar tegen degenen (de Kerk en de leiding van de diverse secten) die ten eigen nutte misbruik maken van deze gelovigen. Dat kan bijvoorbeeld een kardinaal in de VS zijn die een van kindermisbruik verdachte priester overplaatst naar een andere staat, omdat hij dan niet strafrechtelijk vervolgd kan worden, of een paus die homosexuelen openlijk aanvalt en als minderwaardig beschouwt (net zoals het Vaticaan in het verleden ook heeft bepaald dat negers geen volwaardige mensen waren, zodat het niet erg was om hen als slaven te verhandelen).

1 opmerking:

Anoniem zei

Gij staat niet alleen: dit weekend lees ik een boek dat geschreven is op basis van verslagen van de inquisitie: het gaat over het Occitaanse dorp Montaillou. Rond 1300 woonden daar ketters, de Albigenzen, die de paus als de duivel beschouwden; de onbevlekte ontvangenis ontkenden en ook de plaatselijke priesters, die hun macht op walgelijke wijze misbruikten, naar de hel wensten. Deze ketters waren verder wel gelovige mensen.