De afgelopen dagen is er in Nederland nogal wat gesproken over belangenverstrengeling, zoals die overduidelijk aanwezig is in het geval Veerman (minister van Landbouw, zelf ook landbouwer - wat op zich al vóór zijn aanstelling een aanwijzing voor mogelijke incompatibiliteit had moeten zijn).
Balk zei het gisteren nog zo mooi: "We moeten de schijn van belangenverstrengeling voorkomen" (Trouw vandaag). Ik kan niet anders dan bevestigen dat hij daarin uitstekend is geslaagd. Er is namelijk absoluut geen sprake meer van schijn van belangenverstrengeling. De bewijzen vliegen ons om de oren.
Van de andere kant moet ik eerlijkheidshalve ook toegeven dat het niet alleen de schuld is van de club van Balk & Zalm. De hele EU (en met name de Europese Commissie) is één groot voorbeeld van belangenverstrengeling. En dan niet kleinschalig, zoals van een minister die commissaris is bij een bedrijf, maar van een hele bestuurslaag die het bed deelt met het volledige bedrijfsleven.
De ontwerptekst voor de Europese 'grondwet' ademde van begin tot einde de sfeer van belangenverstrengeling uit. Op alle mogelijke vlakken moest het bedrijfsleven de vrije teugel krijgen. Oja, de tekst was erg gehaaid opgesteld, zo glad zelfs dat GroenLinks en veel vakbonden (maar -opvallend genoeg- veel minder vakbondsleden!) met open ogen in de mooie beginformuleringen gestonken zijn. Verblind door de veelbelovende eerste regels van allerlei artikelen, namen ze niet meer de moeite om het venijn te analiseren, dat steevast in de laatste alinea('s) van tal van artikelen staat. En de PvdA noem ik in deze context zelfs niet eens, want iedereen die het PvdA-beleid de laatste pak-weg 20 jaar gevolgd heeft, weet dat dit zich steeds verder verwijdert van het oorspronkelijk sociaal-democratische gedachtengoed van de SDAP (Sociaal-Democratische ArbeidersPartij) en haar opvolger PvdA. Het enige dat in de PvdA nog verwijst naar het socialisme is de naam, want zelfs de politieke verklaringen van de partij dienen alleen electorale belangen.
Het is maar goed dat échte sociaaldemocraten van het eerste uur, zoals Wibaut en De Miranda, dit verval niet meer hoeven mee te maken... Of waarschijnlijk is het eerder heel jammer, want misschien hadden zij het Nederlandse volk nog kunnen inspireren. Zij lieten zich niet in de luren leggen door praatjes over slechte economische vooruitzichten, maar volgden onverstoord hun idealen.
Niet alleen op Europees, maar ook op Nederlands niveau is posthuum gemakkelijk te zien waarom Wim Kok tijdens de door hem gepresideerde regeringsperioden (zij het ook hier met Zalm als souffleur) zich zo welwillend opstelde jegens het bedrijfsleven. Wanneer hij werkelijk op socialistische (of zelfs sociaal-democratische) wijze geregeerd had, zou hij nu niet al die commissariaatjes hebben gekregen, waardoor ook hij zich nu niet ongerust hoeft te maken over de gevolgen van het neoliberale wanbeleid...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten