Het Parool meldt vandaag dat het kabinet volgend jaar de lasten van de burger verlaagt, waardoor diezelfde burger er gemiddeld één procent in koopkracht op vooruit gaat.
Het Parool is gelukkig zo netjes om in hetzelfde artikel te vermelden dat het kabinet op deze manier hoopt vlak voor de verkiezingen een mooie boodschap te kunnen brengen. De krant gaat verder "Vorig jaar kondigde het [kabinet] ook al betere tijden aan, maar desondanks vielen de toen aangekondigde maatregelen flink tegen."
Dankzij deze heldere boodschap van Het Parool weten we meteen hoe we de 'belofte' van Balk & kornuiten moeten interpreteren. Woorden, die waarschijnlijk alleen het tegendeel hopen te verbergen.
Laten we eens nagaan, wat het kabinet wérkelijk belooft. De lasten voor de burger worden verlaagd, maar wie is die burger? Niet de bewoner van een geliberaliseerde huurwoning, die ook nog eens minder huursubsidie krijgt. Ook niet degene die (zoals Drogerworst al beloofd heeft) een hogere premie moet betalen voor de Zorgverziekingswet. Elsevier meldt al op 24 augustus dit jaar dat er (in de begrotingsplannen) "geld beschikbaar [is] om ervoor te zorgen dat de zorgpremies niet teveel stijgen volgend jaar".
In totaal trekt het kabinet overigens maar 1,2 miljard euro uit 'voor lastenverlichting voor burgers en bedrijven'. Hetzelfde artikel meldt ook nog dat Zalm "al duidelijk te kennen [heeft] gegeven dat het voor burgers en bedrijven daarbij blijft." Het kabinet wil ook 'miljoenen uittrekken voor de glastuinbouw', omdat deze [milieu-verziekende] bedrijfstak last heeft van de hoge gasprijs. De gewone burgers kennelijk niet...
De 'lastenverlichting' komt in de vorm van verlaging van de WW-premie, een bijdrage voor de kinderopvang en de kinderbijslag en de winstbelasting voor bedrijven gaat omlaag. (Elsevier 16 augustus 2006).
Het Parool gaf op 24 augustus dit jaar een globale verdeling van de 'lastenverlichting':
63 miljoen voor verpleeghuizen (het kabinet heeft het over 431 miljoen, maar dat geldt voor 5 jaar, en voor volgend jaar is er slechts 63 miljoen beschikbaar);
'enkele tientallen miljoenen' voor TBS-beleid en voor glastuinbouw;
een onbekend bedrag voor 'maatregelen om de stijging van de zorgpremies volgend jaar af te zwakken' ("volgens Haagse bronnen om en nabij de 100 miljoen" - NRC/Handelsblad, 24.08.2006);
500 miljoen voor verlaging van de WW-premie;
250 miljoen om de kinderopvang goedkoper te maken en de kinderbijslag te verhogen;
de rest om de vennootschapsbelasting voor bedrijven te verminderen.
Poging tot berekening:
- 100 miljoen voor verpleeghuizen, TBS en glastuinbouw (geschat);
- 100 miljoen voor ontstijging van zorgpremies
- 250 miljoen kinderopvang en kinderbijslag-verhoging;
- 500 miljoen verlaging WW-premie
Samen is dat dus 950 miljoen. Dat betekent in ieder geval dat er 250 miljoen overblijft voor nóg meer verlaging van de vennootschapsbelasting.
Van de verlaagde WW-premie komt ook een deel bij het bedrijfsleven terecht (niet precies te berekenen, omdat het percentage voor werkgevers varieert afhankelijk van het contract met de werknemer; het lijkt me niet onwaarschijnlijk dat in ieder geval de helft bij de werkgever terecht komt.
Dus: van de 1,2 miljard gaat al 500 miljoen naar het bedrijfsleven; ook de pak-weg 20 miljoen voor de glastuinbouw gaat naar het bedrijfsleven. De 100 miljoen voor ontstijging van de zorgpremies kunnen we nauwelijks beschouwen als een lastenverlichting, dus nog eens 120 miljoen minder. En die 250 miljoen voor kinderopvang en kinderbijslag? De kinderopvang is de laatste jaren zo duur geworden, dat ook dit zeker niet als een lastenverlaging gezien kan worden, hoogstens als een correctie. De mate van verhoging van de kinderbijslag is mij onbekend, maar vermoedelijk dekt die niet eens de prijsstijgingen.
En die 63 miljoen voor de verpleeghuizen? Dat geld zal wel weer opgaan aan een verdere vergroting van de waterhoofd-managements die in Nederland de laatste decennia alom het beeld bepalen (en verzieken).
Wat houdt de werknemer dus over? Geschat ongeveer 250 miljoen aan verlaagde WW-premies, dat is dus maar net iets meer dan 20% van de 1,2 miljard. Dat betekent dus dat van de gemiddelde koopkrachtgroei, die door het régime beloofd wordt, 0,8% terechtkomt bij het bedrijfsleven, en 0,2 % gemiddeld bij de werknemers. Van die werknemers zullen degenen met de hoogste salarissen het meeste profiteren, want 5% van € 1000 = € 50, maar van € 100 slechts € 5. Het zijn dus juist de mensen met de laagste inkomsten die het minste kunnen 'profiteren' van het 'zoet' van Balkenende - en die dus nog steeds het meeste te lijden zullen hebben van de (ondanks de ontstijging) hogere zorgpremie, de hogere huren en de lagere huursubsidie, de hogere energieprijzen, de hogere prijzen in het openbaar vervoer, enz.
[vet door Dwarslezer].
Geen opmerkingen:
Een reactie posten