zaterdag 23 september 2006

Venezuela in het strijdperk [gastkolom]

Venezuala verschijnt, aan de hand van Hugo Chávez, op de voorpagina’s van de internationale kranten, omdat hij het durft op te nemen tegen de imperalistische politiek van de Verenigde Staten.

U hebt het kunnen zien, net als ik. We hebben een verontwaardigde, ironische, spottende en stoutmoedige Chávez kunnen zien voor de internationale camera’s. Zeker hebben ze in het Witte Huis stiekem naar zijn bijdrage zitten luisteren, alsof het niet belangrijk was wat Hugo ging zeggen, maar toch bang om wat hij zou kunnen zeggen.

En u en ik, we hebben allemaal gezien wat hij te zeggen had. Het is ook een feit dat onze nationale media ons het beeld van Hugo Chávez hebben laten zien dat het beste verkoopt bij degenen die Bush belasteren en dat het beste blijft hangen als mediatiek middel wanneer je niet voor ogen hebt wat in deze toespraak belangrijker was.

Chávez tierde dat de duivel zelf (naar Bush verwijzend) in huis [bij de 61e Algemene Vergadering van de Verenigde Naties] was geweest. En hij zei: “Gisteren kwam de duivel, hij was hier, op deze plaats, achter deze lezenaar waar ik nu aan de beurt ben om te spreken.” “Hij kwam hier spreken als eigenaar van de wereld, hij kwam om hier zijn recepten te geven in een poging tot handhaving van het huidige systeem van overheersing, uitbuiting en plundering van de volkeren van de wereld (…). Ik zou daarvoor [voor die woorden] zelfs de naam ‘het recept van de duivel’ willen voorstellen.”

Deze toespraak van meer dan 20 minuten, waarvan onze media het meest mediatieke gedeelte aangeboden hebben, bevatte een kritiek met een diepe achterliggende gedachte die misschien overschaduwd werd door de mise-en-scène van Chávez. De kritiek was erg goed en daarom (en alleen daarom) is het de moeite waard die weer op te nemen.

Chávez legde uit dat het systeem van de Verenigde Naties, dat na de Tweede Wereldoorlog ontstaan is, in elkaar gezakt is en niet meer werkt. En het werkt niet meer omdat dit systeem is omgevormd tot een orgaan zonder enige macht dat alleen dient voor het voeren van overleg. Dat wil zeggen dat het momenteel absoluut noodzakelijk is om de VN om te vormen tot een democratischer orgaan (bijvoorbeeld door de Veiligheidsraad uit te breiden, zowel in de categorie van de permanente als van de niet-permanente leden, door toegang te bieden aan ontwikkelde landen en aan ontwikkelingslanden en deze laatsten dan als nieuwe permanente leden; door het toepassen van efficiënte en transparante debatmethoden voor het oplossen van internationale conflicten; en vooral door het laten vervallen van het antidemocratische mechanisme van het vetorecht over de beslissingen van de Veiligheidsraad); tot een orgaan dat beter is afgestemd op een multipolair podium, waarin niet alleen de ontwikkelde landen overheersen, maar waaraan ook op basis van gelijkheid de landen deelnemen die de “Derde Wereld” vormen.

Dat was de achterliggende gedachte van de toespraak, de werkelijke toespraak die een stem (nooit duidelijker in beide betekenissen) wilde geven aan een veelheid van volkeren en naties die heden gebukt gaan onder wat Chávez aanduidde als Noordamerikaanse werelddictatuur.

En het droevige van dit alles is dat u en ik weten dat, ver van de schijnvertoningen en de mises-en-scène, de toespraak van Chávez een van de weinige huidige toespraken was die openlijk durft in te gaan tegen de Noord-Amerikaanse imperialistische politiek. En ik zeg ‘een van de weinige’ omdat zich, gelukkig voor de wereld, meer stemmen verheffen zoals die van de Pakistaanse president Pervez Musharraf die in het Capitool Washington beschuldigde Pakistan na de aanslagen van 9/11 bedreigd te hebben met een aanval als ze niet zouden deelnemen aan het omverwerpen van het régime van de Taliban.

Het lijkt dat de wereld begint te spreken, dat wij beginnen te spreken. Dat we niet meer alleen welwillend ja knikken tegen alles wat de USA zegt. Het schijnt, beste lezers, dat de wereld wakker aan het worden is. Chávez denkt dat Bush de rest van zijn leven met deze nachtmerrie, met de nachtmerrie van de rebellen, zal moeten leven. Dat betekent dat de ontwaakten en rebellen niet zullen toestaan dat Bush en zijn regering zullen doorgaan met hun druk op de volkeren die zich formeel niet aan hen willen binden.

Dat was de achterliggende gedachte van de toespraak van Hugo Chávez. Het belangrijke is dan ook niet dat hij Bush duivel genoemd heeft, dat hij gezegd heeft dat het naar zwavel rook of dat hij stelde dat God aan hun kant stond. Het belangrijke is de kritiek op een systeem dat niet functioneert, het belangrijke is dat degenen die die nog niet hebben een stem krijgen, het belangrijke is tussen de regels te kunnen – en willen – lezen. Het belangrijke is, zoals altijd, niet de vorm maar de achterliggende gedachte.
Cristina Caramés Espada
(columniste bij de Diario de Ferrol), met toestemming vertaald en opgenomen.

Geen opmerkingen: