zaterdag 15 september 2007

Louis Davids had het al door!

Het is op ons kleine wereldje een beetje raar gesteld,
want de ene mens neemt veel te grote happen.
De een woont in een villa en de ander bij de belt
en die moet zich op zijn teentjes laten trappen.
De ene slaat zijn slag, doet wat ie soms niet mag
en de andere, dat is een feit, betaalt soms het gelag.
Dat is die kleine man, die kleine burgerman,
zo'n hele kleine man met 'n confectiepakkie an.
De man die niks meer dragen kan blijft altijd onder Jan,
zo'n hongerlijer, zenuwenlijer van een kleine man.
De verkiezingen in Holland zijn altijd grote pret,
want dan hoor je onze heren kandidaten
elkaar uitschelden voor leugenaar, voor schoffie enzovoorts,
zoeken gaatjes om hun gifgas uit te laten.
En zitten ze op hun stoel, hoe veilig zo'n gevoel,
wie moet de rekening betalen voor hun grote sm... mond?
Dat is die kleine man, die kleine burgerman,
die doodgewone man met 'n confectiepakkie an.
De man met zo'n 18-gulden C&A-tje an,
zo'n zenuwenlijer, hongerlijer van een kleine man.
De minister van defensie vraagt weer onderzeeërs aan,
mocht een vreemdeling zich met de Oost bemoeien.
En als wij die vloot dan hebben en d'r komt een beetje mot,
kunnen wij d'r in de Amstel mee gaan roeien.
Dat heet voor 't ideaal, voor Neerlands groot en taal,
maar wie betaalt 't pakkie van de vice-admiraal?
Dat is die kleine man, die kleine burgerman,
die doodgewone man met 'n confectiepakkie an.
Zo'n ordinaire man met van die Bata-schoentjes an,
Zo'n zenuwenlijer, minimumlijer van een kleine man.
[...]

(Eerste drie coupletten van De kleine man (1929) van Louis Davids, tekst en muziek van Louis Davids en Jacques van Tol)

1 opmerking:

Anoniem zei

Ha Dwarslezer,

Ondanks dat ik de liedjes van Louis Davids ook zeer waardeer (bijvoorbeeld "Zuiderzee" heb ik op 78 toerenplaat, ook in dat lied zitten socialistisch getinte zinnen) moet me van het hart dat hij volgens mij met "De Kleine Man" niet dezelfde mens bedoelde als wij nu.

Ik heb sterk de indruk dat hij met "de kleine man" de kleine middenstander in gedachte had; wat ook bij het liedje "De Olieman" wel zo lijkt. Zo een kleine middenstander die nu VVD stemt (hoewel hij daarmee m.i. niks opschiet).

Ik denk bij "de kleine man" aan werknemers als een timmerman, metselaar, loodgieter etc: die hadden in die tijd geen Fordje opgedaan; geen Bata schoenen en geen C&A kleding... ik denk eerder aan de Hema.

Toch nog maar even die mooie zin uit "De Olieman":

"De buurman op de hoek die ging zijn radio verpanden; hij was blase van 't goede en verbrak de aetherbanden"... de radio van toen verschilde kennelijk niet veel van de TV van nu.

"De Vogels" van Jules de Korte mag ook niet in het politiek getinte rijtje ontbreken. Slotzin:

"En waarom zeiden die niks? Die zaten al in het parlement"

voor oude Nederlandse liedjes de site van een liefhebber:

www.78toeren.nl