De Volkskrant meldt vandaag dat Koopkracht mensen met uitkering gedaald is. Werknemers daarentegen ervoeren in 2005 een koopkrachtverbetering van 0,2%. Als ik de interpretatie van de Dikke Van Dale*) daarop toepas moeten ook zij er dus verleden jaar op achteruit zijn gegaan - alleen al door de voortdurende stijging van allerlei heffingen.
Het meest misselijkmakende in het betreffende artikel (uit de koker van het ANP) zit echter in de staart, waarin wordt gemeld dat het aantal sub-minima de laatste jaren "tamelijk stabiel" is gebleven. In 2005 leefde namelijk 8,9% van de bevolking onder de lage-inkomensgrens; dat was in 2004 nog 8,6% en 8,8% in 2003. Je zou dus evengoed en met meer recht kunnen stellen dat er een stijgende tendens bestaat in het aantal minima. Als je in aanmerking neemt dat we in 2006 nog allerlei nieuwe verrassingen over ons heen kregen (de Zorgverziekingswet, de verlaging van de huursubsidie, de ekotax, de verdergaande liberalisering van de woninghuurmarkt en de prijsverhogingen in het openbaar vervoer - en dat dan tegenover tegen de minimale verhoging -zeg maar ontlaging- van lonen en uitkeringen), kun je je wel voorstellen hoe de ontwikkeling in 2006 moet zijn geweest, ondanks alle belofen van minus-ter Zwam.
*) "Vermogen of mogelijkheid om op grond van de beschikking over betaalmiddelen, goederen of diensten te verwerven". Een duidelijkere definitie vind je op Wikipedia.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten