Na de derde in Afghanistan gedode Nederlandse soldaat is er bij het Balkenrégime nog steeds niets te bespeuren van inzicht in de situatie. Er is nog niemand die zich afvraagt of deze oorlog wel kán (maar wie had dat soort overweging op dit moment eigenlijk nog verwacht, nadat jaren geleden bijna het voltallige Nederlandse parlement ermee instemde om aan deze bezettingsoorlog deel te nemen).
Minus-ter Verhagen (Buitenlandse Zaken) gaat zelfs zover om te beweren: "Het is overduidelijk dat de gevechten aantonen dat het noodzakelijk is daar actief te zijn, omdat er een vijand is die terug wil naar het tijdperk toen Al-Qaida nog heerste en de Taliban het in Afghanistan voor het zeggen hadden. En dat is een directe bedreiging voor onze veiligheid." (Spits vandaag). Deze enge man beseft niet dat Al Q'aida en de Taliban nog steeds de feitelijke macht uitoefenen in Afghanistan en hij weet niet, of heeft dat verdrongen, dat die clubs alleen dankzij de actieve steun van de Verenigde Staten enkele decennia geleden die macht in handen hebben gekregen. En het geneuzel over "onze veiligheid" is zo mogelijk een nog grotere gotspe. De enige belangen die bedreigd worden zijn die van het internationale kapitalisme, en dát is de "filosofie" die op een of andere directe of indirecte manier achter bijna alle ellende op deze wereld zit.
Het Minus-terie van Oorlog denkt intussen wél over de gevolgen van de Nederlandse doden (niet over die van de gedode Afghaanse burgers, want daar is -volgens toenmalige minus-ter van Oorlog Kamp- niets aan te doen), inzoverre dat het bang is dat de doden een negatieve invloed hebben op de Nederlandse militaire inzet in Afghanistan.
Massapsycholoog Jaap van Ginneken zegt dat het aantal doden weinig verschil maakt: "Er kunnen zo vijftien doden vallen, maar als Defensie de informatiestroom beheerst, kunnen ze dat makkelijk in de goede richting sturen." Van Ginneken vindt dat dat allemaal goed gaat, want er zijn nog nauwelijks gruwelbeelden uit Uruzgan in omloop gekomen. "Zulke beelden zouden veel meer impact hebben dan een dode waar we gedoseerd wat informatie over krijgen." (groot voorpagina-artikel in De Pers van vandaag)
Het is duidelijk: het gaat er simpelweg om de Nederlandse bevolking te manipuleren, waardoor we die doden zullen accepteren. Van de andere kant wordt daarmee tegelijk aangegeven dat de nabestaanden van de slachtoffers maar niet moeten zeuren: hun kinderen of vrienden zijn opgeofferd voor een groter goed...
En die informatiestroom houden ze bij het Minus-terie van Oorlog wel goed in de hand, want er wordt op alle mogelijke manieren voorkomen dat journalisten op eigen houtje onderzoeken wat er wérkelijk aan de hand is - en de gelijkgeschakelde pers láát zich ook in dat keurslijf dwingen...
1 opmerking:
Het is wel weer cynisch van me, maar als je in het leger gaat, dat tegenwoordig een beroepsleger is, mag je verwachten uitgezonden te worden. Het vaderland, waar de soldaat het vroeger voor deed, is immers allang verworden tot een soort provincie van Amerika. En als je uitgezonden wordt, mag je verwachten in een kist thuis te komen.
De propagandakul die door uitgelezen commumicatiepsychologen over de werknemer wordt uitgestort verdoezelt dat aspect natuurlijk.
Dat bevalt de familie uiteraard niet, emotioneel heel begrijpelijk, maar je kan ook een ander beroep kiezen. Archivaris. Fietsenmaker. Metselaar. Loodgieter. Dan kan je echt iets opbouwen.
Ik vind dat er veel te veel heisa van gemaakt wordt; vermoedelijk om de mening van de TV-kijker te manipuleren in de richting van "en nu zullen we ze daar eens een lesje gaan leren". Ik kan me in elk geval niet voorstellen dat familie en buurtbewoners op die publiciteit zitten te wachten.
Ik ben bang dat het einde nog lang niet in zicht is: ik hoorde deskundigen nu al spreken over een "kwestie van vele jaren"
Een reactie posten