O, o, o, wat zijn gelovigen toch blind voor de werkelijkheid. Ik had gisteren al gereageerd op een ingezonden brief in de Metro van ene Joan Spit (inderdaad, reageerder Manuel, waarschijnlijk is Joan wel een vrouw, maar ik ken meer Catalanen die Joan -Jan- heten dan vrouwen die Joan heten - denkfoutje, waarvoor mijn verontschuldigingen!) dat in de TV-reeks God bestaat niet het geloof belachelijk wordt gemaakt.
Vandaag schrijft een andere overgevoelige twijfelaar (Arien van Dalfsen) nog een brief over ditzelfde programma. Het gaat hier om een 'godslasterlijk programma' volgens deze zeloot (zoek maar op in een woordenboek, Arien, dan kun je meteen ook even kijken naar de betekenis van 'godslasterlijk').
Toe maar, Arien. Volgens mij heb ook jij het programma niet gezien. Je bent al net als die zielepoten die indertijd vonden dat Salman Rushdie met de dood gestraft moest worden vanwege zijn boek De Satansverzen, dat volgens mij ook slechts door weinigen gelezen is. Alleen het feit dat een ayatollah (of het nu die van Teheran of die van Rome of van een andere club is, doet niet terzake) vindt dat iets godslasterlijk is, is kennelijk al voldoende om de hele club in koor te laten meezingen ('meehuilen met de wolven in het bos' is in dit verband een leuke Nederlandse uitdrukking).
Het zou denk ik niet verkeerd zijn, wanneer op de scholen de betekenis van het woord godslasterlijk eens zou worden uitgelegd, want ik zie steeds vaker dat het gebruikt wordt als een synoniem voor een heleboel andere begrippen (zoals kritisch, intelligent, elitair, lyrisch, origineel), maar niet in zijn werkelijke betekenis.
En als iets al godslasterlijk zou zijn, wat beslist NIET het geval is voor God bestaat niet (trouwens ook niet voor De Satansverzen), laat dan die god zelf maar eens reageren. Me dunkt dat hij toch wel in staat moet zijn om de godslasteraars te straffen met een lekke fietsband of zo. Godverdomme!
1 opmerking:
Volgens mij houdt Ruud van der Meij (Metro, 20 06) van science fiction en heeft hij tot zijn genoegen de film 2001 - A Space Odyssey (1968, Stanley Kubrick) gezien, maar in zijn brief struikelt hij vooral over het ventileren van zijn eigen fantasie, waardoor wat hij met de brief beoogde een soort toverbal wordt, in afwachting van het volgende effect ineens óp.
Verder geeft Ruud heel duidelijk aan, dat hij (die Kubrick's film bewondert) totaal niet in staat is door het kader van zijn eigen opvoeding en opgelegde oogkleppen heen te prikken, waardoor hij ook niet kan zien welke ideeën Kubrick wil overbrengen (niet dat ik alles zo helder heb, maar ik besef in ieder geval de aanwezigheid van de conditionering die kerk en onderwijs in de opvoeding verstopten).
Om die film (en de boodschap) weer even terug te halen: op "http://www.kubrick2001.com/" wordt (in Flash) een kleine inleiding/verklaring/samenvatting getoond, maar de term 'god' valt nergens, tenzij als verzwegen metafoor om het nog-niet-begrepene een jasje te geven.
Over de laatste zin van Ruuds brief "Een programma als dat van Muntz ["God bestaat niet", jpz] kan interessante ideeën opleveren, maar in het kader van een betere opvoeding zou wat meer respect volgens mij geen kwaad kunnen." het volgende: ideeën zijn totaal niet geïnteresseerd in respect, ideeën zijn de voertuigen waarmee wij ons verplaatsen.
Niet alle verkeersregels zijn even zinvol, het is aan ons, de bestuurders, om met respect voor de medeweggebruikers, gezond met die regels om te gaan.
Dat is precies wat Muntz doet, op zijn manier iets vertellen.
Nérgens brengt hij daarbij de medeweggebruiker in gevaar.
Dat deden de kerken wel, die als blinde vinken eisten dat het programma uit de lucht moest (blijven).
Humor is wezensvreemd voor dogmatische instellingen.
De brandstapel is zó middeleeuws, hebben de kerken nu helemaal niks geleerd (sinds die tijd)?
Een reactie posten