De Metro maakt vandaag melding van een berekening door Eurostat (het statistisch bureau van de EU), waaruit blijkt dat Nederland in Europa qua rijkdom op de zevende plaats staat (het artikel noemt dat 'het op zes na rijkste land', vermoedelijk omdat dat hoger klinkt).
Waarschijnlijk vindt men (wie? - zie de laatste alinea van deze log) dat wij, Nederlanders, maar eens op moeten houden met klagen over de hoge afdracht aan de EU, over de toegenomen armoede in NL en over de steeds ongunstigere verhouding tussen de inkomsten en de kosten van levensonderhoud voor de gemiddelde Nederlander.
Wat betekent die zevende plaats echter? Of... wat kunnen we daaruit afleiden? Dat sommige lui steeds meer geld hebben en dat anderen steeds minder hebben. Zolang als immers die patsers -in de kranten kunnen we regelmatig lezen welke engerds grote bonussen, hoge 'honoraria' (je zou bij dit volk beter kunnen spreken van 'DEShonoraria') en buitensporige 'vergoedingen' in hun zak stoppen- steeds meer graaien, is het onvermijdelijk dat er voor ons -de gewone Nederlanders- alleen maar minder overblijft.
Het is dus wel duidelijk (en we merken dat allemaal aan den lijve) dat die zevende plaats qua rijkdom voor de gewone Nederlander geen enkele betekenis heeft. Immers, onze koopkracht gaat er nog steeds op achteruit (hogere huren, verslechtering van de situatie voor veel uitkeringsgerechtigden, nullijn voor salarissen, verhoging van openbaar-vervoerstarieven, bedenk zelf nog maar wat meer voorbeelden) en het geld van die patsers staat gewoon op hun bankrekening aan te groeien, terwijl ze het in levensdagen niet zullen kunnen gebruiken.
Mocht het overigens inderdaad zo zijn dat andere Europeanen (en eerlijk gezegd geldt dat natuurlijk ook ten opzichte van alle mensen) er slechter aan toe zijn dan wij, dan is dat nog niet op de eerste plaats ónze verantwoordelijkheid. Pas wanneer de patsers uit de vorige alinea hun rol in deze wanverhouding begrepen hebben en hun overmatige rijkdom ten dienste gesteld hebben van de mindervermogenden (en wat mij betreft mag dat best gebruikt worden voor mensen in -bijv.- Afrika) én wanneer ervoor gezorgd is dat dit geld niet via een omweg weer terecht komt in de zakken van met namen de wapenfabrikanten, pas dán hoeven wij, de gewone Nederlanders, ons aangesproken te voelen.
Een andere opmerking -en die moet je eigenlijk bij al dit soort publicaties stellen- is de vraag WANNEER deze berekening gemaakt is. Het komt niet zelden voor dat statistieken verwijzen naar een situatie van enkele jaren geleden.
Ik persoonlijk stel me zo voor, dat Gerhard Schröder en Jean-Claude Juncker na hun overleg (zie mijn log «Koppijn krijg ik d'r van» van 2 juni) besloten hebben om Eurostat gegevens te laten publiceren waardoor de landen met de grootste afdracht zich zouden schamen om daarover te klagen. Misschien komt de berekening nog wel uit 2001, wie weet?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten