vrijdag 24 juni 2005

Land of the Free? My A** (part III)

Steeds denk je dat het niet mogelijk is nog gekkere dingen te doen, en steeds blijkt dat je te optimistisch geweest bent.

Zo lees ik net in Le Figaro dat het Verenigdestaatse House of Representatives woensdagavond (met 268 stemmen tegen 130) een voorstel heeft goedgekeurd tot wijziging van de grondwet, waarbij het federale parlement het recht krijgt "om Amerikanen strafrechtelijk te vervolgen die hun nationale standaard [de vlag] verbranden".

Met een beetje mazzel wordt dat ook nog zo geïnterpreteerd dat Jimi Hendrik posthuum gestraft wordt omdat hij het volkslied Star Spangled Banner bij het popfestival in Woodstock zo speelde dat er aan het einde slechts één grote dissonant overbleef, heel symbolisch voor de Verenigde Staten, die in eerste instantie voor velen een belofte voor een betere toekomst waren, maar uiteindelijk verwerden tot een machtsblok dat niets of niemand ontziet. Ten tijde van het Woodstock festival uitte zich dat met name in de oorlog in Vietnam.

Voorlopig is dit nog niet meer (maar ook niet minder!) dan een voorstel, dat nog met een meerderheid van twee derden door de Senaat moet worden goedgekeurd. In de 15 laatste jaren is dat al vier keer mislukt, maar de rechtse krachten zijn in de senaat nog nooit zo sterk geweest als nu, waardoor het niet uitgesloten mag worden dat het inderdaad aangenomen wordt.

Voor wie het nog niet wist: Verenigdestaatse Republikeinen zijn in hun meerderheid oliedom (letterlijk en figuurlijk). Anders is niet te verklaren hoe het mogelijk is dat een symbool (want een vlag is tenslotte niet meer dan een stuk textiel met een symbolische waarde) belangrijker wordt geacht dan de vrijheid van meningsuiting, waaraan nochtans door het First Amendment een heel hoge waarde wordt toegekend. Die vrijheid van meningsuiting is zo sterk, dat nazi's of wat voor soort extremisten dan ook in principe niet mogen worden gehinderd in hun publicaties.

Geen opmerkingen: