Pamela Hemelrijk gaat in haar column in de Metro van vandaag wel héél erg kort door de bocht wanneer ze Havana voorstelt als een Amsterdam dat indertijd door krakers bezet zou zijn. Ze vergeet voor het gemak kennelijk maar even dat Cuba vóór de revolutie werd uitgebuit door dictator Batista, iemand die uiterst goede betrekkingen onderhield met de Verenigde Staten, en dat Cuba indertijd niet veel meer was dan een pretpark voor rijke Amerikanen. Ze vergeet ook dat na de revolutie Cuba zowat door de hele wereld werd geboycot, met als enige uitzonderingen het Sovjet-blok en de Chinese Volksrepubliek. Ze vraagt zich ook niet af of Cuba zonder die boycot intussen niet een gewone democratie zou zijn geweest. Ex-president Jimmy Carter deed dat jaren geleden al wel, en hij kan toch niet bepaald als links worden beschouwd. De bedoeling van deze column is mij, kortom, niet bepaald duidelijk...
Let wel, ik wil hiermee bepaald niet zeggen dat het in Cuba zo geweldig is, maar het verval en de armoede zijn ongetwijfeld voor een groot deel te wijten aan het economisch isolement. Uit wat er wél gerealiseerd is (bijv. onderwijs en gezondheidszorg voor iedereen, zij het dan door de economische situatie niet zo goed als wenselijk) kun je een idee krijgen over wat in andere omstandigheden mogelijk zou zijn geweest. Het zou wel zo eerlijk zijn geweest, wanneer Pamela ook even vermeld had dat het juist door het isolement is, dat Fidel Castro de touwtjes zo strak in de hand kan houden. En dat is uiteraard ook precies de bedoeling van de USA, want op deze manier hoeven ze alleen maar te wachten totdat na de dood van Fidel een machtsvacuüm ontstaat, waardoor ze hun wingewest weer kunnen inpikken, op dezelfde manier zoals ze nu ook democratie (of zoiets) gebracht hebben in Irak.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten