maandag 31 maart 2014

De NAVO wil oorlog (overgenomen artikel)

Het volgende artikel, van de hand van Pere Ortega, van het Delàs Centrum voor Vredesstudies, is vandaag gepubliceerd in Público [vertaald door mijzelf]. Zie hier voor de originele (Spaanstalige) versie van dit artikel.





De in Oekraïne door de omverwerping van de pro-Russische regering onder Yanukovitsh ontstane crisis werd nog verergerd door de afscheiding van de Krim en zijn aansluiting bij Rusland. Deze crisis heeft Rusland geconfronteerd met het Atlantische blok dat door de V.S. wordt geleid. Alleen de meest naïeve mensen konden veronderstellen dat Putin' met de armen over elkaar zou zitten wachten terwijl de EU en de NAVO staten toevoegen aan hun economisch en militair blok. Maar vandaag de dag is Rusland niet meer dat verzwakte land land dat in 1991 instortte en in 14 republieken uiteenviel, wat er toe leidde dat enkele daarvan zich aansloten bij de NAVO (Estland, Letland en Litouwen), en dat voormalige lidstaten van het verdwenen Warschau-pakt zich ook in de armen van de NAVO stortten (Polen, Bulgarije, Albanië, Kroatië, Roemenië, de Tsjechische Republiek, Slovenië, Slowakije en Hongarije).

Rusland heeft, dankzij zijn voorraden brandstoffen en geleid door een oligarch met grootheidswaan, Putin', besloten zijn kracht te meten met het Atlantisch blok en zijn plaats in de wereld te verdedigen. Een personage, Putin', die reeds zijn grote macht bewezen heeft, want net zoals hij zijn spierbundels toonde door met ontblote borst paard te rijden, liet hij ook zijn militaire spieren zien door Tsjetsjenen af te slachten of door de afscheiding van Abchazië en Zuid-Ossetië van Georgië te steunen. Nu heeft hij het te verwachten gedaan in de Krim, een gebied met een Russische bevolkingsmeerderheid.

Maar het antwoord van Barack Obama is niet minder verrassend. Obama is snel naar Europa gekomen om zijn bondgenoten te vragen de NAVO opnieuw tot leven te brengen. D.w.z. dat sommige Europese leiders twijfelden aan de noodzaak van een militair blok zonder een duidelijke missie (waardoor het in een permanente crisis verkeerde), want de bij de top van Lissabon in 2010 opgelegde missie - om dienst te doen als politie voor wereldveiligheid - niet werkte. Denken wij er maar aan dat in Afghanistan de interventie pas na de aanvallen kwam en bestond uit logistieke steun, terwijl de NAVO in Libië weliswaar in het begin de aanvallen leidde, maar dat het vervolgens de Europese landen waren die het zwaarste van de operatie voor hun rekening namen. Nu, na de crisis van de Krim, heeft Obama een algehele zin gegeven aan het bestaan van NAVO: de expansie-drang van Rusland te bedwingen. Daarbij benadrukkend dat de militaire macht de beste manier is om om te gaan met de onveiligheid in de internationale politiek. En erop aandringend dat het gebruik van geweld het beste politieke afschrikmiddels is tegen de expansionistiche grillen van andere naties.

Het voorstel van Obama aan zijn bondgenoten bestaat erin de waakzaamheid niet te laten verslappen en veel meer uit te geven aan defensie, omdat de rivalen, Rusland en China dat ook doen, terwijl West-Europa daaraan slechts 1,4% van het BNP besteedt tegenover 3,7% in de V.S.


Maar de realiteit is koppig en de wereld is vandaag onderling afhankelijk, ook al maakt Obama er nog zo veel theater van. West-Europa, Rusland, de V.S., en China hebben zodanig nauwe financiële, commerciële en strategische betrekkingen, dat zij zich niet zullen laten meesleuren in nieuwe koude oorlogen. Obama, Putin', Merkel, enz. weten dat de monetaire deposito's, de schulden en de brandstoffen, om maar drie elementen te noemen, hen onderling aan handen en voeten binden, waardoor zware sancties - en zeker nieuwe koude oorlogen - onmogelijk zijn. Zij spelen alleen schaak en creëren nieuwe spanningen. Het droevige is, dat sommige staten zich door de woorden van Obama zullen laten meeslepen om het militair industrieel complex te begunstigen, dat zal profiteren van deze gelegenheid om meer wapens te verkopen.

Maar het zal niet gemakkelijk zijn om de Europese bevolking te overtuigen - met name die van de landen die (zoals Spanje) gebukt gaan onder een crisis die het welzijn decimeert - tot grote uitgaven om hun legers te moderniseren en wapens aan te schaffen. Het zal moeilijk zijn om de bevolking te overtuigen dat het Russische gevaar groter is dan het gevaar van de onveiligheid, die gecreëerd wordt door de bezuinigingen van regeringen in het sociale beleid.


Oorlogen, noch koud noch warm! Staten, hoe meer ontwapend, hoe beter! Veiligheid, beter menselijk dan militair! Internationale betrekkingen bieden de mogelijkheid om op andere manieren vrede te creëren. Dat dus, door middel van onderhandelingen!

donderdag 27 maart 2014

Catalonië en het recht om te beslissen (overgenomen artikel)

Het volgende artikel, van de hand van Vicenç Navarro, hoogleraar Politieke Wetenschappen en Openbaar Beleid aan de Universiteit Pompeu Fabra in Barcelona, werd gepubliceerd in Público en met toestemming hier door mij overgenomen [vertaald door mijzelf (*)]. Ziehier voor de originele (Spaanstalige) versie van dit artikel.



Anders dan wat het Spaanse establishment (de structuur van de politieke en media-macht, die de parameters definieert van wat in het land gedacht moet worden) benadrukt, was de Transitie van de dictatuur naar de democratie geen modelproces, het product van een overeenstemming tussen gelijkwaardigen, tussen de erfgenamen van de overwinnaars (rechts en extreemrecht in de Europese politieke waaier) en de erfgenamen van de verliezers (links en de andere democratische krachten) in wat in Spanje de Burgeroorlog wordt genoemd. In de officiële versie van de Transitie, wordt deze voorgesteld als een breuk met de voorafgaande dictatoriale staat, waarbij -als gevolg van die Transitie, een democratische staat is ontstaan die gelijkgesteld kan worden met om het even welke democratie in West-Europa. En de Grondwet van deze nieuwe staat wordt gepresenteerd als het resultaat van die consensus tussen gelijken, hetgeen het wettelijke kader bevestigt waarin de Spaanse democratie is ontwikkeld.

Deze versie van de Transitie is ernstig onjuist en komt niet overeen met de feiten die tijdens die periode plaatsvonden. Verre van voorbeeldig te zijn, werd dat proces overheerst door dezelfde krachten die de dictatoriale staat controleerden, en die die verandering leidden en stuurden. De conservatieve krachten controleerden alle onderdelen en bestuursmiddelen van de staat, evenals de grote meerderheid van de media van het land, terwijl links nog maar net uit de clandestiniteit tevoorschijn was gekomen. Het was geen pact tussen gelijken noch een breuk met de voorafgaande staat. In werkelijkheid diende het openstellen van die staat om links op een ondergeschikt niveau in zich op te nemen, en te onderwerpen aan een kieswet die duidelijk in het nadeel van links werkte. De Grondwet voorstellen als een product van overleg tussen gelijken, zonder toe te geven dat die Grondwet gedomineerd was door de krachten die de Transitie overheersten, is een propagandistische frivoliteit, die fundamenteel gepropageerd werd door rechts en, soms, door de sectoren van de regereerders aan de linkerzijde die zich snel aan die staat aanpasten.

De gevolgen van dat modelloze proces: uiterst beperkte democratie, een nauwelijks bestaand sociaal welzijn en de niet-erkenning van het recht om zelf te beslissen

De consequenties van die conservatieve heerschappij zijn enorm. Eén daarvan is het uiterst beperkte besluitvormingsvermogen van de burgers met betrekking tot het regeren van het land. Democratie in Spanje betekent om de vier jaar (binnen een weinig representatief kiesstelsel) voor politieke partijen te stemmen die geen interne democratie kennen, die worden geregeerd door élites die, met een minimale transparantie zichzelf bestendigen en die, door hun ondoorzichtigheid, gemakkelijk ingeschakeld kunnen worden voor financiële en economische belangen. De modelloze Transitie keurde deze visie op democratie goed, waardoor de politiek wordt teruggebracht tot „politiekerij tussen de leiders“. Vormen van directe democratie, zoals referenda (of adviserende volksraadplegingen), zijn moeilijk, of zelfs onmogelijk te verwezenlijken.

Deze uiterst beperkte democratie, binnen een staat die met weinig vernieuwingen van een vroegere staat geërfd is, verklaart verscheidene feiten. Eén, de enorme onderontwikkeling van de welzijnsstaat in Spanje. Vijfendertig jaar na het begin van de democratie, heeft Spanje één van het de laagste uitgaven voor openbare en sociale zaken in de EU-15 (de groep landen met een met Spanje vergelijkbaar economisch ontwikkelingsniveau). Ik heb uitgebreid over dit onderwerp geschreven (zie: Bienestar insuficiente, democracia incompleta. Sobre lo que no se habla en nuestro país. [Niet toereikend welzijn, onvolledige democratie. Waarover in ons niet land wordt gesproken], 2002). Deze onderfinanciering wordt zelfs nog versterkt door het bezuinigingsbeleid (d.w.z. bezuinigingen op de openbare uitgaven), dat beoogt de openbare diensten van de welzijnsstaat te privatiseren. Vanaf 2008, wordt de welzijnsstaat verzwakt en/of afgebroken door de Spaanse regeringen, die daarbij incorrect redeneren dat er geen ander alternatief is. Om deze ontmanteling te rechtvaardigen gebruiken zij het argument dat de Spaanse staat haar soevereiniteit verloren is en dat zij zich moet houden aan de door de Troika opgelegde normen teneinde in de Euro-zone te kunnen blijven. Ik heb uitgebreid geschreven over het ontbreken van bewijzen voor deze argumenten. In feite bereiken zowel de banken als de werkgevers wat zij altijd al wilden: de arbeidsrechten verzwakken, de welzijnsstaat privatiseren en de lonen verlagen. Het openbare beleid van de centrale overheden en de meeste autonome overheden is hiervoor verantwoordelijk geweest.

Het onderwerp van de nationaliteiten is niet ook niet opgelost

Een ander gevolg van de heerschappij van de erfgenamen van de winnaars van de Burgeroorlog in het Transitie-proces was het opnemen in de Grondwet van de visie van het Spanje van hun voorvaderen, die zichzelf definieerden als de "Nationalen". Deze visie ontkende de pluri-nationaliteit van Spanje, door te weigeren de verschillende naties te erkennen waaruit het land bestaat, en door een mono-nationale staat op te leggen, opgebouwd rondom het politieke en media-establishment in Madrid. De Staat van de Autonomie (het "café voor iedereen“) was in feite de manier om deze pluri-nationaliteit te ontkennen, waarbij een administratieve decentralisatie toegestaan werd in een normatief duidelijk gecentraliseerd kader. Een indicator van deze centralisatie is het radiale systeem van vervoer. Het vergt weinig meer dan twee uur om van Barcelona met de trein naar Madrid te gaan, maar iets meer dan zes uur van Barcelona naar Bilbao, terwijl de afstand gelijk is. Deze mono-nationale visie van Spanje is opgenomen in de Grondwet, die aan het leger (de opvolger van het leger dat een militaire staatsgreep tegen een democratische staat had gepleegd) de opdracht geeft om de eenheid van Spanje te verdedigen (een unicum in de Europese grondwetten) en het direct plaatst onder de Koning, die het staatshoofd is én de bevelhebber van de strijdkrachten. Dit waren clausules die de Koning en het leger opgelegd hadden, zoals is toegegeven door voorvechters van die Transitie.

Deze ontkenning van het pluri-nationale karakter is een constant gegeven in de democratische periode. En het laatste voorbeeld daarvan zijn de ingrepen en de veto's bij het laatste Estatut, geïnitieerd door de drie-partijenregering van Catalonië onder leiding van Maragall (en later door Montilla), waarmee gepoogd werd Spanje opnieuw te definiëren en daarbij het beeld van het van de staatsgreep geërfde Spanje te vervangen door een meervoudig en pluri-centraal Spanje. De mislukking van dit project was waardoor er voor Catalonië geen ander alternatief overbleef dan het volk te mobiliseren om de erkenning te eisen van Catalonië als soevereine natie, met het volledig recht om te beslissen over haar toekomst, waarbij de onafhankelijkheid als een van de andere alternatieven wordt overwogen. De grote meerderheid van de Catalaanse bevolking (75% volgens de laatste onderzoeken) is het eens met het houden van een referendum over de toekomst, zoals de bevolking die wenst voor Catalonië.

Democratie betekent het recht om te beslissen

De twee tegenover elkaar staande polen van het nationalisme - de "Españolistas", het extreemste, overheersende en verstikkende nationalisme, en de Catalanisten - willen dit recht voorstellen als een petitie om Catalonië van de Spaanse staat los te maken. Deze manipulatieve interpretatie komt niet overeen met de werkelijkheid. Het aantal mensen dat het zelfbeslissingsrecht wenst uit te oefenen is groter dan dat van degenen die Catalonië van de Spaanse staat willen afscheiden. Catalonië zou een soevereine staat kunnen zijn binnen een federale Spaanse staat. In feite heeft, historisch gezien de grote meerderheid van de linkse politieke krachten, Catalaans zowel als Spaans, deze vorm van een federale staat gewenst, waarbinnen elke natie over zijn toekomst kan beslissen. De fascistische "nationalen" noemden de Catalanen -zoals president Companys- "separatisten", die een Catalaanse staat wensten binnen een Spaanse federatie. Zij waren niet anti-Spanje (zoals ze beschuldigd werden), maar zij waren mensen die vroegen om een herdefiniëring van wat Spanje en zijn staat was.

Het is belangrijk te benadrukken dat zelfs de linkse Spaanse politieke partijen tijdens hun clandestiene periode vroegen om het recht om te beslissen (dat werd het zelfbeschikkingsrecht genoemd) voor de verschillende naties (zelfs recent bij het Congres in oktober 1974 te Suresnes, benadrukte de PSOE dat "de definitieve oplossing van het probleem van de nationaliteiten en de regio's die de Spaanse staat vormen noodzakelijkerwijs uitgaat van de volledige erkenning van hun zelfbeschikkingsrecht, hetgeen met zich meebrengt dat elke nationaliteit en elke regio in vrijheid kan bepalen welke betrekkingen zij wil hebben met de rest van de volkeren die de Spaanse staat vormen" (Resolutie over nationaliteiten en regio's). En recenter, bij het 27e Congres van de PSOE in december 1976, werd goedgekeurd dat de „Socialistische Partij de vrije uitoefening van het recht op zelfbeschikking zal bepleiten voor alle nationaliteiten en regio's, die op voet van gelijkheid de federale staat zullen vormen die wij beogen... De grondwet zal het zelfbeschikkingsrecht waarborgen“, daarbij bevestigend dat "de historische analyse ons leert dat in de huidige conjunctuur de strijd voor de bevrijding van de nationaliteiten... niet strijdig is met het internationalisme van de arbeidersklasse, maar dit aanvult"). Tijdens de Transitie verlieten de Spaanse linkse partijen deze doelstelling en keurden zij de door koning en het leger opgelegde voorwaarde goed, waardoor zij zich tot de grote ondersteuners maakte van die Grondwet.

De veranderingen in Catalonië (en in Spanje)

Het "Españolistische" nationalisme maakt een strakke uitsluiting en definieert degenen die een ander beeld van Spanje hebben als anti-Spanjaarden. Zijn starheid en onverdraagzaamheid verklaren de grote toename van degenen die naar onafhankelijkheid streven om zo dit Spaanse nationalisme te verwerpen. En deze verwerping omvat ook grote groepen van de Catalaanse bevolking die zich Spaans, en ook links voelen. Zij willen zich afscheiden van de Spaanse staat zonder naar onafhankelijkheid te streven, omdat zij niet geloven dat deze Spaanse staat een pluri-nationale democratische staat kan worden, met een grotere representatieve democratie, verrijkt met vormen van directe democratie, met volledige diversiteit van ideologieën in de media en met een openbaar beleid met een grotere maatschappelijke betrokkenheid.. In feite wordt deze Spaanse staat ook niet als representatief gevoeld door het grootste deel van het Spaanse burgers, die staan achter het motto van de "15 mei"-beweging: "Zij vertegenwoordigen ons niet." Het is dringend noodzakelijk dat er contacten gelegd worden tussen beide zijden van de Ebro om het verwerpen van de huidige staat te vergemakkelijken.

Het probleem dat zich in Catalonië voordoet is niet de vraag of de volksraadpleging al dan niet zal worden toegestaan. Dat is niet het grote probleem, hoe vreemd dat ook moge lijken. Op een of andere manier komt die volksraadpleging er, legaal of illegaal, wanneer de meerderheid van de Catalaanse bevolking dat wenst. Het probleem is de Transitie naar het andere Catalonië dat door het grootste deel van de bevolking wordt gewenst, al dan niet onafhankelijk. Het is in ieder geval duidelijk dat het grootste deel van de Catalaanse bevolking een ander Catalonië wil. Essentieel is hoe dat bereikt kan worden. In Spanje bestaat al het voorbeeld waarbij de politieke machten die de Transitie overheersten, ook het eindresultaat van die Transitie beheersen. Datzelfde zou in Catalonië ook kunnen gebeuren. De verwerping van de Spaanse staat, wat iets anders is dan de verwerping van Spanje (een wens van slechts een kleine minderheid in Catalonië), volstaat niet om een rechtvaardiger, solidairder en democratischer Catalonië te waarborgen. En dat is de werkelijke uitdaging. Conservatieve en neoliberale krachten die, samen met hun zielsverwanten in de Spaanse staat, de hervormingen hebben goedgekeurd die de zo voelbare verslechtering van het sociale Catalonië benadrukken, blijven een grote politieke en media-macht behouden in Catalonië, door het beheer van de openbare media van de Generalitat en het misbruik daarvan. Er is veel gesproken over dit misbruik door de onafhankelijksstrevers. Maar het misbruik is even sterk geweest bij de bevordering van het neoliberalisme. Het programma "Lliçons d'Economia" [Economie-lessen] van TV3 propageert de theorieën van de ultraliberale econoom van het huis (dat voorspelbaar naar onafhankelijkheid streeft), die de welzijnsstaat wil ontmantelen en de openbare diensten en de pensioenen in Catalonië wil privatiseren, maatregelen die enorm schadelijk zijn voor de gewone bevolking van Catalonië. Intussen wordt links systematisch uitgesloten van de media. De laatste tijd duiken er politiek-sociale bewegingen op - zoals het Procés Constituent - die zich over Catalonië uibreiden en die de bevolking aan het mobiliseren zijn om een alternatief te bieden, waardoor de linkse partijen gestimuleerd worden om een gezamenlijk alternatief front te vormen, dat een Catalonië van het volk eist.


Deze agitatie in Catalonië loopt parallel met de grote sociale agitatie tegen de Spaanse staat, een staat die gebruikt wordt door de financiële en economische machten, die Europa benutten om hun doelstellingen te realiseren. Vandaar de enorme waarde van de door "15-mei" geïnitialiseerde bewegingen, die vraagtekens zetten bij de conventionele wijsheid, die ons overgeleverd heeft aan een voor de gewone bevolking duidelijk ongunstige situatie. Dit verklaart het enorme diskrediet van de staat en zijn verlies aan legitimiteit. Dit establishment klampt zich vast aan de Grondwet (zoals we Felipe González in Salvados hebben zien doen) als het wettelijk middel voor het veiligstellen van zijn belangen, waarbij de wet met legitimiteit wordt verwisseld. De gewone bevolking is verontwaardigd en ziet dat de politieke instellingen niet gevoelig zijn voor haar verlangens en eisen. Vandaar de grote urgentie en het belang van politiek-sociale bewegingen die druk uitoefenen om een tweede Transitie af te dwingen, die het mogelijk maakt om een uiterst beperkte democratie te vervangen door een werkelijk participatieve en representatieve democratie die op dit moment in Spanje niet bestaat.


(*) Voor de duidelijkheid heb ik links toegevoegd die een aantal - misschien niet voor iedereen bekende - begrippen toelichten.

woensdag 26 maart 2014

Over Nederland en de G7 (overgenomen artikelen)

Johan Oldekamp van Pateo.nl vertelt een heleboel rare dingen (vind ik) met zijn "Wholly Science", maar soms slaat hij wel eens een spijker raak, zoals in twee artikeltjes van zijn laatste nieuwsbrief (van 26 maart 2014):

De G7 zijn de 7 Gewelddadigste landen

Afgelopen maandag kwamen de regeringsleiders van zeven landen bijeen in Den Haag. Zelf noemen deze landen zichzelf de zeven belangrijke industrielanden. Ik vind dat eerlijk gezegd een rare Top 7, want wat is het criterium voor deze ranglijst? Kijken we bijvoorbeeld naar de exportomvang gemeten in geld (voor het kalenderjaar 2012), dan staat China op nummer 1 en Zuid-Korea op nummer 7. Beide landen worden vreemd genoeg niet tot de G7 gerekend. Rusland staat op nummer 8, maar die mocht voor straf niet meer meedoen. Een land als Canada mag dat wel, terwijl dit land slechts op nummer 11 staat. Opvallend is dat Nederland op de zesde plaats staat en dus eigenlijk bij de G7 hoort op basis van haar exportomvang, maar ook Nederland mocht niet bij het anti-Rusland-overleg zitten.

De G staat dan ook niet voor ‘Grootste industrielanden’ maar voor ‘Gewelddadigste oorlogslanden’. Elk van deze landen heeft inderdaad een enorme staat van dienst als het gaat om het verklaren van de oorlog aan andere landen. Canada staat daarbij op de zevende plaats, want dat land vecht alleen mee als dat moet van haar eigenares.


Nederland is nu officieel een provincie van de USA

Voor het eerst zette een regeringshoofd van de overkoepelende federatie waar Nederland overduidelijk deel van uitmaakt voet op Nederlandse bodem, en gelijk stond de mainstream media van dat kleine kikkerlandje op haar achterste pootjes. Het was ronduit gênant om al die ons-kent-ons-toneelstukjes te zien die voor de vele televisiecamera’s werden opgevoerd. Ik heb met plaatsvervangende schaamte naar die harlekijn van een Mark Rutte (47) gekeken. Je zou hem nog niet eens als voorzitter van een voetbalclub willen hebben. Nu moet ik erbij zeggen dat ik al heel lang geen acht-uur-journaal meer had gekeken, maar afgelopen maandagavond heb ik toch maar weer eens de televisie op Nederland 1 aangezet. Het propaganda-gehalte was eerlijk gezegd nog veel hoger dan ik me kon herinneren van de vorige keer dat ik dit journaal heb uitgekeken. Ik heb echt medelijden met de mensen die daar iedere dag opnieuw naar kijken. Met journalistiek heeft dit dus helemaal niets meer te maken. En ook deze opzichtige propaganda kunnen we dus maar het beste typeren als ‘hoernalistiek’. 

maandag 10 maart 2014

Adolf Hitler verkneukelt zich...

... en als hij misschien intussen (toch?) dood is ligt hij in zijn graf in zijn handen te wrijven, wanneer hij ziet hoe het Nederlandse régime zijn wensen aan  het uitvoeren is. De Nederlandse Roverheid is immers druk bezig de gezondheidszorg uit te kleden, om het nog maar niet te hebben over zorg voor mensen die niet zonder een of andere vorm van zorg kunnen. Verzorgingstehuizen worden gesloten, terwijl er volgens de dreigementen van het neoliberale régime alleen maar meer ouderen (en dus hulpbehoevenden) komen. Ze zullen het nooit zeggen, maar het kan niet anders dan de bedoeling zijn dat deze hulpbehoevenden langzaam uitgehongerd en door gebrek aan verzorging van ellende en verveling doodgaan in hun eigen woning, waar ze zelfredzaam zitten te verschrompelen, omdat ze nog in staat zijn op een belletje te drukken. (zie o.a. artikelen in Trouw van 13 juni 2013 en het Algemeen Dagblad van 7 januari dit jaar).

Hitler zou trots zijn op de Haagse Bluffers. Ik weet alleen niet of hij veel bewondering zou hebben voor de achterbakse manier waarop de Nederlandse Roverheid dit beleid nu aan het uitvoeren is. Niemand die een beetje kan nadenken kan het er immers mee eens zijn dat op deze manier "bezuinigd" moet worden. ALS bezuinigen al noodzakelijk is, dan zijn er heel veel manieren te bedenken waarop de arbeidersklasse en zeker de meest hulpbehoevenden volledig ontzien kunnen worden.

Overigens, aangezien het onvermijdelijk is dat door dit soort maatregelen de gemiddelde levensverwachting weer daalt, is dit toch een heel klein beetje (en relatief) goed nieuws voor de werkende Nederlanders, want zo kan de pensioengerechtigde leeftijd weer omlaag. Immers, volgens de Balkende Ellende & Co., moest de AOW-leeftijd omhoog vanwege de stijging van de levensverwachting. Daar het onvermijdelijk is dat die levensverwachting weer omlaag gaat door de manier waarop de ouderen en zieken doodgepest worden, gaat de AOW-leeftijd dus onvermijdelijk weer omlaag, misschien nog wel tot vér onder de leeftijd van 65 jaar...

donderdag 6 maart 2014

Het is maar goed dat Hillary goed oplet (NIET)...

Jaren geleden haalde de Duitse minister van justitie het in haar hoofd om (geheel terecht) George W. Bush op een of andere manier met Hitler in verband te brengen ("Bush will von seinen innenpolitischen Schwierigkeiten ablenken. Das ist eine beliebte Methode. Das hat auch Hitler schon gemacht." (Berliner Zeitung, 21.09.2002") Dat schoot Condoleezza Rice helemaal in het verkeerde keelsgat. Niet gehinderd door enig taalkundig inzicht uitte ze toen haar verontwaardiging door te beweren dat Bush en Hitler in één zin genoemd zouden zijn... Zoals ik toen al aantoonde had ze gewoon uit haar nek zitten "peneren" (ofschoon dat voor een vrouw al even moeilijk is als voor een rechtse politicus om eerlijk te zijn). Zie in dezen mijn artikel Goed lezen is ook een kunst, mevrouw Rice! van 24 september 2002.

Voor VerengdeStaatse politici gelden kennelijk niet dezelfde fatsoensnormen als voor andere mensen (indachtig de regel dat alle dieren gelijk zijn, maar sommige dieren gelijker, geniaal geformuleerd in George Orwell's Animal Farm) en daarom durft Hillary Clinton nu zonder blikken of blozen (van schaamrood zal deze vrouw beslist zoïzo nooit blozen!) te beweren dat Vladimir Putin' zich ten aanzien van Oekraïne gedraagt als Adolf Hitler in de jaren 1930 ten aanzien van Europa. Dit stelt zij omdat Putin' zegt op te komen voor de ethnische Russen (De Standaard van gisteren). Tja, misschien is Hillary aan het dementeren, maar het lijkt me vreemd dat ze zomaar ineens vergeten is dat de VS al vele decennia lang een oorlogspolitiek voert, waarbij de hele wereld ondergeschikt is aan de economische belangen van het Verengdestaatse grootkapitaal.

Daarbij blijft dat de Duitse minister Herta Däubler-Gmelin groot gelijk had (en heeft) met haar bewering. Je hoeft alleen maar te kijken naar de manier waarop de Nederlandse régimes van de afgelopen decennia de ene leugen aan de andere plakken om de Nederlandse arbeidersklasse uit te persen - en vervolgens tot electorale steun over te halen.

maandag 3 maart 2014

Dwarslezer over Oekraïne

Tja, in die Republiek is weer eens iets aan de hand. Dat is niet de eerste keer. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie hebben we daar inmiddels een Oranje Revolutie gehad (eind 2004), waarin oppositieleider Yushtshenko met een klein verschil het onderspit dolf tegen Yanukovitsh. Uiteraard stond de EU aan de kant van Yushtshenko, net als toen er dit jaar een "spontane" opstand ontstond tegen Yanukovitsh, waarbij de EU en de VS (zelfverklaarde kampioenen van het Internationaal Recht en de Mensenrechten) uiteraard weer de partij (ondanks geflirt met fascistische ideeën) steunde, die nauwere banden met de EU wenste. Gezien de manier waarop in de EU en in de Verengde Staten de Mensenrechten en het Internationaal Recht gerespecteerd, ging het dus beslist niet om die Rechten. Ongetwijfeld had/heeft de Kapitalistische Internationale een grote belangstelling voor een pro-Westerse Oekraïne als afzetmarkt voor de kapitalistische consumentenmarkt en uiteraard (de EU) voor een groot reservoir aan lageloon-arbeiders.

Bijkomende voordelen voor de VS zou zijn dat de NAVO dan ook in Oekraïne wortel kan schieten, waardoor ze nog dichter een dreiging kan vormen voor Rusland, en dat is waar het Verenigdestaatse Vreemdelingenlegioen al vanaf de val van de muur mee bezig is, ondanks eerdere afspraken dat de NAVO zich niet verder naar het oosten zou uitbreiden na de toevoeging van de voormalige DDR.

Intussen heb al diverse hoge en lage piefen hun zegje gedaan over de militaire activiteiten van Rusland in de autonome republiek Krim.

Obama wijst er bijvoorbeeld op dat de Russische militaire actie in Oekraïne strijdig zou zijn met het Russische "respect voor de onafhankelijkheid en souvereiniteit en grenzen van Oekaïne" (New York Times van gisteren). Ook de Verengdestaatse minister van buitenlandse zaken, John Kerry, doet een duit in het zakje en probeert Putin' bang te maken door te dreigen dat Rusland wel eens uit de G8 gezet zou kunnen worden en dat er maatregelen genomen zouden kunnen worden tegen de bezittingen van Russische handelaars (New York Times vandaag)... Dat zeggen twee vertegenwoordigers van de grootste schurkenstaat, die constant de Mensenrechten (denk aan het gespioneer van CIA en NSA) en het Internationaal Recht (denk aan de invallen in Irak, Afghanistan, het gestook in Venezuela, de inzet van hun drones in Pakistan en waar ze dat maar nodig oordelen) op groffe wijze schenden.

Oja, ook de spreekpop van het Verenigdestaatse Vreemdelingenlegioen, Rasmussen heeft ons nog gewaarschuwd voor de ernstige bedreiging voor de vrede en veiligheid die de huidige situatie vormt voor Europa. Volgens mij zijn er door de NAVO al diverse andere ernstige bedreigingen gecreëerd voor Europa, zoals de betrokkenheid van militairen uit diverse Europese lidstaten in Afghanistan en Irak. Hij vindt dat de Russische troepen zich uit Oekraïne terug moeten trekken (Reuter's vandaag). Hij vindt het kennelijk onlogisch dat Rusland zijn belangen op de Krim probeert te verdedigen, terwijl de VS al meer dan een eeuw lang (en zeker sinds de Tweede Wereldoorlog) een buitenlandse politiek voeren, waarbij alles op alles gezet wordt (met inbegrip van moord en doodslag, tot op eigen burgers toe) om de economische belangen van Washington te beschermen en te bevorderen...