Het volgende artikel, van de hand van Vicenç Navarro, hoogleraar Politieke Wetenschappen en Openbaar Beleid aan de Universiteit Pompeu Fabra in Barcelona, werd gepubliceerd in Público en met toestemming hier door mij overgenomen [vertaald door mijzelf (*)]. Ziehier voor de originele (Spaanstalige) versie van dit artikel.
Anders dan wat het Spaanse
establishment (de structuur van de politieke en media-macht, die de parameters
definieert van wat in het land gedacht moet worden) benadrukt, was de Transitie
van de dictatuur naar de democratie geen modelproces, het product van een
overeenstemming tussen gelijkwaardigen, tussen de erfgenamen van de
overwinnaars (rechts en extreemrecht in de Europese politieke waaier) en de
erfgenamen van de verliezers (links en de andere democratische krachten) in wat
in Spanje de Burgeroorlog wordt genoemd. In de officiële versie van de
Transitie, wordt deze voorgesteld als een breuk met de voorafgaande
dictatoriale staat, waarbij -als gevolg van die Transitie, een democratische
staat is ontstaan die gelijkgesteld kan worden met om het even welke democratie
in West-Europa. En de Grondwet van deze nieuwe staat wordt gepresenteerd als
het resultaat van die consensus tussen gelijken, hetgeen het wettelijke kader
bevestigt waarin de Spaanse democratie is ontwikkeld.
Deze versie van de Transitie is
ernstig onjuist en komt niet overeen met de feiten die tijdens die periode
plaatsvonden. Verre van voorbeeldig te zijn, werd dat proces overheerst door dezelfde krachten die de dictatoriale staat controleerden, en die die verandering
leidden en stuurden. De conservatieve krachten controleerden alle onderdelen en
bestuursmiddelen van de staat, evenals de grote meerderheid van de media van het
land, terwijl links nog maar net uit de clandestiniteit tevoorschijn was gekomen. Het was
geen pact tussen gelijken noch een breuk met de voorafgaande staat. In
werkelijkheid diende het openstellen van die staat om links op een
ondergeschikt niveau in zich op te nemen, en te onderwerpen aan een kieswet die
duidelijk in het nadeel van links werkte. De Grondwet voorstellen als een product van
overleg tussen gelijken, zonder toe te geven dat die Grondwet gedomineerd
was door de krachten die de Transitie overheersten, is een propagandistische
frivoliteit, die fundamenteel gepropageerd werd door rechts en, soms, door de
sectoren van de regereerders aan de linkerzijde die zich snel aan die staat
aanpasten.
De
gevolgen van dat modelloze proces: uiterst beperkte democratie, een nauwelijks
bestaand sociaal welzijn en de niet-erkenning van het recht om zelf te
beslissen
De consequenties van die conservatieve
heerschappij zijn enorm. Eén daarvan is het uiterst beperkte
besluitvormingsvermogen van de burgers met betrekking tot het
regeren van het land. Democratie in Spanje betekent om de vier jaar (binnen een
weinig representatief kiesstelsel) voor politieke partijen te stemmen
die geen interne democratie kennen, die worden geregeerd door élites die, met
een minimale transparantie zichzelf bestendigen en die, door hun
ondoorzichtigheid, gemakkelijk ingeschakeld kunnen worden voor financiële en
economische belangen. De modelloze Transitie keurde deze visie op democratie
goed, waardoor de politiek wordt teruggebracht tot „politiekerij tussen de
leiders“. Vormen van directe democratie, zoals referenda (of adviserende
volksraadplegingen), zijn moeilijk, of zelfs onmogelijk te verwezenlijken.
Deze uiterst beperkte democratie,
binnen een staat die met weinig vernieuwingen van een vroegere staat geërfd is,
verklaart verscheidene feiten. Eén, de enorme onderontwikkeling van de
welzijnsstaat in Spanje. Vijfendertig jaar na het begin van de democratie,
heeft Spanje één van het de laagste uitgaven voor openbare en sociale
zaken in de EU-15 (de groep landen met een met Spanje vergelijkbaar economisch
ontwikkelingsniveau). Ik heb uitgebreid over dit onderwerp geschreven (zie:
Bienestar insuficiente, democracia incompleta. Sobre lo que no se habla en nuestro país. [Niet toereikend welzijn,
onvolledige democratie. Waarover in
ons niet land wordt gesproken], 2002). Deze onderfinanciering wordt zelfs nog
versterkt door het bezuinigingsbeleid (d.w.z. bezuinigingen op de openbare
uitgaven), dat beoogt de openbare diensten van de welzijnsstaat te
privatiseren. Vanaf 2008, wordt de welzijnsstaat verzwakt en/of afgebroken door
de Spaanse regeringen, die daarbij incorrect redeneren dat er geen ander
alternatief is. Om deze ontmanteling te rechtvaardigen gebruiken zij het
argument dat de Spaanse staat haar soevereiniteit verloren is en dat zij zich
moet houden aan de door de Troika opgelegde normen teneinde in de Euro-zone te
kunnen blijven. Ik heb uitgebreid geschreven over het ontbreken van bewijzen
voor deze argumenten. In feite bereiken zowel de banken als de werkgevers wat
zij altijd al wilden: de arbeidsrechten verzwakken, de welzijnsstaat privatiseren
en de lonen verlagen. Het openbare beleid van de centrale overheden en de
meeste autonome overheden is hiervoor verantwoordelijk geweest.
Het
onderwerp van de nationaliteiten is niet ook niet opgelost
Een ander gevolg van de heerschappij
van de erfgenamen van de winnaars van de Burgeroorlog in het Transitie-proces
was het opnemen in de Grondwet van de visie van het Spanje van hun voorvaderen, die
zichzelf definieerden als de "Nationalen". Deze visie ontkende de
pluri-nationaliteit van Spanje, door te weigeren de verschillende naties te
erkennen waaruit het land bestaat, en door een mono-nationale staat op te
leggen, opgebouwd rondom het politieke en media-establishment in Madrid. De
Staat van de Autonomie (het "café voor iedereen“) was in feite de manier
om deze pluri-nationaliteit te ontkennen, waarbij een administratieve
decentralisatie toegestaan werd in een normatief duidelijk gecentraliseerd
kader. Een indicator van deze centralisatie is het radiale systeem van vervoer.
Het vergt weinig meer dan twee uur om van Barcelona met de trein naar Madrid te
gaan, maar iets meer dan zes uur van Barcelona naar Bilbao, terwijl de
afstand gelijk is. Deze mono-nationale visie van Spanje is opgenomen in de
Grondwet, die aan het leger (de opvolger van het leger dat een militaire
staatsgreep tegen een democratische staat had gepleegd) de opdracht geeft om
de eenheid van Spanje te verdedigen (een unicum in de Europese grondwetten) en
het direct plaatst onder de Koning, die het staatshoofd is én de bevelhebber van
de strijdkrachten. Dit waren clausules die de Koning en het leger opgelegd hadden,
zoals is toegegeven door voorvechters van die Transitie.
Deze ontkenning van het
pluri-nationale karakter is een constant gegeven in de democratische periode. En
het laatste voorbeeld daarvan zijn de ingrepen en de veto's bij het laatste Estatut, geïnitieerd door de drie-partijenregering van
Catalonië onder leiding van Maragall (en later door Montilla), waarmee gepoogd
werd Spanje opnieuw te definiëren en daarbij het beeld van het van de
staatsgreep geërfde Spanje te vervangen door een meervoudig en pluri-centraal
Spanje. De mislukking van dit project was waardoor er voor Catalonië geen ander
alternatief overbleef dan het volk te mobiliseren om de erkenning te eisen van
Catalonië als soevereine natie, met het volledig recht om te beslissen over
haar toekomst, waarbij de onafhankelijkheid als een van de andere alternatieven
wordt overwogen. De grote meerderheid van de Catalaanse bevolking (75% volgens
de laatste onderzoeken) is het eens met het houden van een referendum over de
toekomst, zoals de bevolking die wenst voor Catalonië.
Democratie
betekent het recht om te beslissen
De twee tegenover elkaar staande
polen van het nationalisme - de "Españolistas", het extreemste,
overheersende en verstikkende nationalisme, en de Catalanisten - willen
dit recht voorstellen als een petitie om Catalonië van de Spaanse staat los te
maken. Deze manipulatieve interpretatie komt niet overeen met de werkelijkheid.
Het aantal mensen dat het zelfbeslissingsrecht wenst uit te oefenen is groter
dan dat van degenen die Catalonië van de Spaanse staat willen afscheiden.
Catalonië zou een soevereine staat kunnen zijn binnen een federale Spaanse
staat. In feite heeft, historisch gezien de grote meerderheid van de linkse
politieke krachten, Catalaans zowel als Spaans, deze vorm van een federale
staat gewenst, waarbinnen elke natie over zijn toekomst kan beslissen. De
fascistische "nationalen" noemden de Catalanen -zoals president Companys- "separatisten", die een Catalaanse staat wensten binnen een
Spaanse federatie. Zij waren niet anti-Spanje (zoals ze beschuldigd werden),
maar zij waren mensen die vroegen om een herdefiniëring van wat Spanje en
zijn staat was.
Het is belangrijk te benadrukken dat
zelfs de linkse Spaanse politieke partijen tijdens hun clandestiene periode
vroegen om het recht om te beslissen (dat werd het zelfbeschikkingsrecht
genoemd) voor de verschillende naties (zelfs recent bij het Congres in oktober
1974 te Suresnes, benadrukte de PSOE dat "de definitieve oplossing van het
probleem van de nationaliteiten en de regio's die de Spaanse staat vormen
noodzakelijkerwijs uitgaat van de volledige erkenning van hun zelfbeschikkingsrecht,
hetgeen met zich meebrengt dat elke nationaliteit en elke regio in vrijheid kan
bepalen welke betrekkingen zij wil hebben met de rest van de volkeren die de
Spaanse staat vormen" (Resolutie over nationaliteiten en regio's). En
recenter, bij het 27e Congres van de PSOE in december 1976, werd goedgekeurd
dat de „Socialistische Partij de vrije uitoefening van het recht op zelfbeschikking zal bepleiten voor alle nationaliteiten en regio's, die op voet
van gelijkheid de federale staat zullen vormen die wij beogen... De grondwet
zal het zelfbeschikkingsrecht waarborgen“, daarbij bevestigend dat "de
historische analyse ons leert dat in de huidige conjunctuur de strijd voor de
bevrijding van de nationaliteiten... niet strijdig is met het
internationalisme van de arbeidersklasse, maar dit aanvult"). Tijdens de
Transitie verlieten de Spaanse linkse partijen deze doelstelling en keurden zij
de door koning en het leger opgelegde voorwaarde goed, waardoor zij zich tot de
grote ondersteuners maakte van die Grondwet.
De
veranderingen in Catalonië (en in Spanje)
Het "Españolistische"
nationalisme maakt een strakke uitsluiting en definieert degenen die een ander beeld van
Spanje hebben als anti-Spanjaarden. Zijn starheid en onverdraagzaamheid
verklaren de grote toename van degenen die naar onafhankelijkheid streven om zo dit
Spaanse nationalisme te verwerpen. En deze verwerping omvat ook grote groepen
van de Catalaanse bevolking die zich Spaans, en ook links voelen. Zij willen
zich afscheiden van de Spaanse staat zonder naar onafhankelijkheid te streven,
omdat zij niet geloven dat deze Spaanse staat een pluri-nationale democratische
staat kan worden, met een grotere representatieve democratie, verrijkt met
vormen van directe democratie, met volledige diversiteit van ideologieën in de
media en met een openbaar beleid met een grotere maatschappelijke betrokkenheid..
In feite wordt deze Spaanse staat ook niet als representatief gevoeld door het
grootste deel van het Spaanse burgers, die staan achter het motto van de
"15 mei"-beweging: "Zij vertegenwoordigen ons niet." Het is
dringend noodzakelijk dat er contacten gelegd worden tussen beide zijden van de
Ebro om het verwerpen van de huidige staat te vergemakkelijken.
Het probleem dat zich in Catalonië
voordoet is niet de vraag of de volksraadpleging al dan niet zal worden
toegestaan. Dat is niet het grote probleem, hoe vreemd dat ook moge
lijken. Op een of andere manier komt die volksraadpleging er, legaal of
illegaal, wanneer de meerderheid van de Catalaanse bevolking dat wenst. Het
probleem is de Transitie naar het andere Catalonië dat door het grootste deel van
de bevolking wordt gewenst, al dan niet onafhankelijk. Het is in ieder geval
duidelijk dat het grootste deel van de Catalaanse bevolking een ander Catalonië wil.
Essentieel is hoe dat bereikt kan worden. In Spanje bestaat al het voorbeeld
waarbij de politieke machten die de Transitie overheersten, ook het
eindresultaat van die Transitie beheersen. Datzelfde zou in Catalonië ook
kunnen gebeuren. De verwerping van de Spaanse staat, wat iets anders is dan de
verwerping van Spanje (een wens van slechts een kleine minderheid in
Catalonië), volstaat niet om een rechtvaardiger, solidairder en
democratischer Catalonië te waarborgen. En dat is de werkelijke uitdaging.
Conservatieve en neoliberale krachten die, samen met hun zielsverwanten in de
Spaanse staat, de hervormingen hebben goedgekeurd die de zo voelbare
verslechtering van het sociale Catalonië benadrukken, blijven een grote
politieke en media-macht behouden in Catalonië, door het beheer van de openbare
media van de Generalitat en het misbruik daarvan. Er is veel gesproken over dit
misbruik door de onafhankelijksstrevers. Maar het misbruik is even sterk
geweest bij de bevordering van het neoliberalisme. Het programma "Lliçons
d'Economia" [Economie-lessen] van TV3 propageert de theorieën van de
ultraliberale econoom van het huis (dat voorspelbaar naar onafhankelijkheid
streeft), die de welzijnsstaat wil ontmantelen en de openbare diensten en de
pensioenen in Catalonië wil privatiseren, maatregelen die enorm schadelijk zijn
voor de gewone bevolking van Catalonië. Intussen wordt links systematisch
uitgesloten van de media. De laatste tijd duiken er politiek-sociale bewegingen
op - zoals het Procés Constituent - die zich over Catalonië uibreiden en die de
bevolking aan het mobiliseren zijn om een alternatief te bieden, waardoor de
linkse partijen gestimuleerd worden om een gezamenlijk alternatief front te
vormen, dat een Catalonië van het volk eist.
Deze agitatie in Catalonië loopt
parallel met de grote sociale agitatie tegen de Spaanse staat, een staat die gebruikt wordt door de financiële en economische machten, die Europa benutten om hun doelstellingen te realiseren. Vandaar de enorme waarde van de door "15-mei" geïnitialiseerde bewegingen, die vraagtekens zetten bij de conventionele
wijsheid, die ons overgeleverd heeft aan een voor de gewone bevolking duidelijk
ongunstige situatie. Dit verklaart het enorme diskrediet van de staat en zijn
verlies aan legitimiteit. Dit establishment klampt zich vast aan de Grondwet
(zoals we Felipe González in Salvados hebben zien doen) als het wettelijk
middel voor het veiligstellen van zijn belangen, waarbij de wet met legitimiteit
wordt verwisseld. De gewone bevolking is verontwaardigd en ziet dat
de politieke instellingen niet gevoelig zijn voor haar verlangens en eisen. Vandaar de
grote urgentie en het belang van politiek-sociale bewegingen die druk
uitoefenen om een tweede Transitie af te dwingen, die het mogelijk maakt om een
uiterst beperkte democratie te vervangen door een werkelijk participatieve en
representatieve democratie die op dit moment in Spanje niet bestaat.
(*) Voor de duidelijkheid heb ik links toegevoegd die een aantal - misschien niet voor iedereen bekende - begrippen toelichten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten