Staatssecretaris Klijnsma van "Sociale Zaken" heeft toegegeven dat de regels over het samenwonen van AOW-ers misschien wel "niet voldoende helder" zijn en ze heeft beloofd dat ze hopelijk nog vóór de zomer met nadere informatie zal kunnen komen. (de Volkskrant van 30 mei 2013). Dat belooft nog wat, want de laatste decennia betekent "nadere informatie" bij de Roverheid steevast nóg meer onduidelijkheid!
De AOW biedt een basispensioen voor mensen van 65 (of 66 of 67, dat is -voor alle "duidelijkheid"- niet helemaal duidelijk!), dat voor degenen zonder aanvullend pensioen, evenals de bijstand, nét te hoog is om van te sterven (wanneer het "eigen risico" voor de Zorgverzieking nog hoger wordt, zal de AOW binnenkort wel te laag zijn om van te leven).
Voor een alleenstaande bedraagt de AOW bruto € 1.084,86 per maand en voor een gehuwde (of samenwonende) € 750,35. Afhankelijk van het inkomen van de nog niet AOW-gerechtigde partner kan een toeslag worden toegekend van maximaal € 750,35. (gegevens van de SVB, de Sociale Verzekeringsbank).
Dit lijkt redelijk, want de woonkosten per persoon zijn lager voor gehuwden en samenwonenden dan voor een alleenstaande. Echter, de SVB (ongetwijfeld tengevolge van beslissingen van de Roverheid) hanteert een heel andere definitie voor "samenwonen" dan normale mensen. Ook mensen die ieder een eigen woning hebben, kunnen volgens die definitie samenwonen, bijvoorbeeld als ze meer dan drie nachten per week in dezelfde woning verblijven (het maakt daarvoor niet uit of ze in hetzelfde bed slapen!). Ook bij minder nachten samen kunnen mensen nog steeds "samenwonen", bijvoorbeeld als ze samen op vakantie gaan, samen boodschappen doen, samen naar culturele manifestaties gaan, of elkaar verzorgen bij ziekte (en nog een heleboel andere dingen samen of voor elkaar doen)... Dat is de onduidelijkheid waarnaar Klijnsma verwijst.
Bij de regels over "samenwonen" wordt in feite al lang geen rekening meer gehouden met de woonkosten per persoon, maar met de wens om mogelijkheden te verzinnen om de burgers nóg en steeds meer geld uit de zak te graaien. Alsof mensen zonder goede redenen met een emotionele, zorg- of wat dan ook voor relatie ieder in een aparte woning verblijven om op die manier misbruik te maken van de sociale zekerheid... Hoe men het ook draait of keert, in (praktisch?) alle gevallen betalen twee afzonderlijk wonende partners opgeteld een hoger bedrag aan woonlasten dan twee mensen die één woning delen.
In feite doet het er niet eens toe wáárom mensen al dan niet in één woning willen samenleven. Misschien heeft de ene partner een belangrijke sociale functie in zijn of haar woonplaats, terwijl de andere partner in een andere plaats (al dan niet op grote afstand) een baan heeft. Of misschien voelen beide partners er om heel andere redenen (nog) niet voor om in één woning te gaan wonen (bijvoorbeeld vanwege kinderen of ouders, het lidmaatschap van een vereniging; of misschien houdt de één wel van strand en de ander van de natuur van de Veluwe, of doet hij/zij uit liefhebberij onderzoek naar de streektaal in zijn/haar woonplaats).
Er is maar één reële oplossing voor de onduidelijkheden in de AOW, en dat is "samenwonen" te definiëren zoals normale mensen dat doen: samen in één woning wonen. Zó simpel is het en een échte regering zou daar ook van uitgaan. Helaas, in Nederland wordt al enkele decennia (dat begon met Den Uyl 2) niet meer geregeerd, de Nederlandse Roverheid houdt zich alleen bezig met het behartigen van belangen, waarbij de meeste tijd besteed wordt aan de formulering van de regeltjes op dusdanige wijze, dat het lijkt alsof het allemaal in het belang is van de Nederlandse bevolking en niet alleen in het belang van degenen die toch al véél te veel geld hebben opgepot.
De AOW biedt een basispensioen voor mensen van 65 (of 66 of 67, dat is -voor alle "duidelijkheid"- niet helemaal duidelijk!), dat voor degenen zonder aanvullend pensioen, evenals de bijstand, nét te hoog is om van te sterven (wanneer het "eigen risico" voor de Zorgverzieking nog hoger wordt, zal de AOW binnenkort wel te laag zijn om van te leven).
Voor een alleenstaande bedraagt de AOW bruto € 1.084,86 per maand en voor een gehuwde (of samenwonende) € 750,35. Afhankelijk van het inkomen van de nog niet AOW-gerechtigde partner kan een toeslag worden toegekend van maximaal € 750,35. (gegevens van de SVB, de Sociale Verzekeringsbank).
Dit lijkt redelijk, want de woonkosten per persoon zijn lager voor gehuwden en samenwonenden dan voor een alleenstaande. Echter, de SVB (ongetwijfeld tengevolge van beslissingen van de Roverheid) hanteert een heel andere definitie voor "samenwonen" dan normale mensen. Ook mensen die ieder een eigen woning hebben, kunnen volgens die definitie samenwonen, bijvoorbeeld als ze meer dan drie nachten per week in dezelfde woning verblijven (het maakt daarvoor niet uit of ze in hetzelfde bed slapen!). Ook bij minder nachten samen kunnen mensen nog steeds "samenwonen", bijvoorbeeld als ze samen op vakantie gaan, samen boodschappen doen, samen naar culturele manifestaties gaan, of elkaar verzorgen bij ziekte (en nog een heleboel andere dingen samen of voor elkaar doen)... Dat is de onduidelijkheid waarnaar Klijnsma verwijst.
Bij de regels over "samenwonen" wordt in feite al lang geen rekening meer gehouden met de woonkosten per persoon, maar met de wens om mogelijkheden te verzinnen om de burgers nóg en steeds meer geld uit de zak te graaien. Alsof mensen zonder goede redenen met een emotionele, zorg- of wat dan ook voor relatie ieder in een aparte woning verblijven om op die manier misbruik te maken van de sociale zekerheid... Hoe men het ook draait of keert, in (praktisch?) alle gevallen betalen twee afzonderlijk wonende partners opgeteld een hoger bedrag aan woonlasten dan twee mensen die één woning delen.
In feite doet het er niet eens toe wáárom mensen al dan niet in één woning willen samenleven. Misschien heeft de ene partner een belangrijke sociale functie in zijn of haar woonplaats, terwijl de andere partner in een andere plaats (al dan niet op grote afstand) een baan heeft. Of misschien voelen beide partners er om heel andere redenen (nog) niet voor om in één woning te gaan wonen (bijvoorbeeld vanwege kinderen of ouders, het lidmaatschap van een vereniging; of misschien houdt de één wel van strand en de ander van de natuur van de Veluwe, of doet hij/zij uit liefhebberij onderzoek naar de streektaal in zijn/haar woonplaats).
Er is maar één reële oplossing voor de onduidelijkheden in de AOW, en dat is "samenwonen" te definiëren zoals normale mensen dat doen: samen in één woning wonen. Zó simpel is het en een échte regering zou daar ook van uitgaan. Helaas, in Nederland wordt al enkele decennia (dat begon met Den Uyl 2) niet meer geregeerd, de Nederlandse Roverheid houdt zich alleen bezig met het behartigen van belangen, waarbij de meeste tijd besteed wordt aan de formulering van de regeltjes op dusdanige wijze, dat het lijkt alsof het allemaal in het belang is van de Nederlandse bevolking en niet alleen in het belang van degenen die toch al véél te veel geld hebben opgepot.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten