... toen ik een paar dagen geleden te kennen gaf dat er in Nederland sprake is van een "zogenaamd democratisch mandaat" voor het handelen van de Nederlandse Roverheid. Nederland is namelijk volgens de reagenten een échte democratie.
Toch ben en blijf ik van mening dat er in Nederland geen democratie bestaat.
Voor alle duidelijkheid: ik ken op dit moment geen enkel land waar wél sprake is van een democratie. Als die al eens ergens op zou duiken, dan zorgen de CIA, NAVO en kornuiten er wel voor dat de "communistische" dreiging verdwijnt. We weten allemaal hoe goed de VS zijn in het brengen van democratie, vandaar de chaos in bijv. Irak, Libië of Afghanistan, of de Franco-dictatuur in Spanje.
Voor de meeste mensen is een democratie een systeem dat bestuurd wordt volgens de "wil van het volk". De definitie voor het begrip "Democratie" luidt in de Geïllustreerde Encyclopedie (1909):
«volksregeering, een regeeringsvorm waarbij het geheele volk invloed heeft, waar het volk regeert en niet geregeerd wordt, dus zichzelf regeert.»
Zelfs uitgaande van deze simplistische visie is het niet moeilijk om aan te tonen dat er geen sprake is (kan zijn) van de uitdrukking van "de wil van het volk". Bij verkiezingen brengen de stemgerechtigden hun stem uit op grond van wat ze verwachten van "hun" kandidaat, maar nadat de uitslag bekend is gaan de gekozen rond de tafel zitten met een glaasje wijn en een grote karaf water voor zich en allemaal gieten ze een grote hoeveelheid water bij hun wijn, zodat er uiteindelijk -na de nodige sigaren en borrels- een coalitie uitkomt, waarin waarschijnlijk niemand zijn eigen stem terugkent. Desondanks worden deze coalities geaccepteerd, omdat op één moment sprake was van iets democratisch-achtigs, namelijk dat iedereen zijn stem mocht uitbrengen. Sterker nog, als iemand het waagt te twijfelen aan het democratisch gehalte van onze naast-elkaar-leving (want we leven voorwaar niet in een samenleving!), kan hij rekenen op vijandige reacties.
Overigens, ik ben beslist niet de eerste die vraagtekens (heeft ge)zet bij wat er democratisch is aan een "democratie". Zelfs de Griekse filosoof Aristoteles dacht er (zo'n 25 eeuwen geleden) op gelijksoortige wijze over. Hiervoor citeer ik een stukje uit de editie 1934 van de Katholieke Encyclopædie (deel VI, onder het lemma Democratie):
«Democratie beteekent in de politiek volksregeering. Het woord wordt door Aristoteles in zijn staatsleer in ongunstigen zin gebruikt als aanduidende (in tegenstelling tot aristocratie) regeering van de menigte, van de bezitslooze en de ongequalificeerde massa. Verondersteld wordt dan, dat een dgl. bestuur steeds door hebzucht en egoïsme zal geleid worden.»
Aristoteles heeft dus meer vertrouwen in de aristocratie, omdat die wel rekening zou houden met de belangen van het volk. In hoeverre dat klopt kunnen we zien in de westerse wereld, waar de aristocratie in feite aan de touwtjes trekt. Denk voor Nederland aan de Oranjes, de VVD, D66, CDA en hun vriendjes: de grootgraaiers, de multinationals.
Of de "ongequalificeerde masssa" zich laat leiden door hebzucht en egoïsme vind ik niet eens zo heel belangrijk, omdat tenslotte ook de aristocratie zich daarop baseert. Veel ernstiger is, dat de massa zich voor het bepalen van haar stem laat leiden door de valse beloften van politici (denk maar aan "het zoet" dat Balkenende steeds beloofde voor het volgende jaar, of de 1.000 € die Rutte jaren geleden aan iedereen toezegde) en de verdraaide beweringen van politici. Denk aan Wilders, die de schuld voor alle ellende legt bij buitenlanders, alsof er geen hufterige Nederlanders rondlopen, en alsof zijn "joods-christelijke beschaving" niet leidt tot gewelddadigheden jegens anderen, denk aan homo's die door streng-bijgelovige christenen gedemoniseerd, gediscrimineerd of mishandeld worden (noch afgezien van de vroegere en tegenwoordige misdaden van de joodse en christelijke "beschaving"). En de beloften voor na verkiezingen (let wel: daarin wordt nog geen rekening gehouden met het water dat bij de wijn gegoten wordt) worden ontleend aan "verkiezingsdebatten", die alleen debatten genoemd kunnen worden, omdat ze nu eenmaal op de Nederlandse TV zo genoemd worden.
Uit eigen onderzoek is me gebleken dat maar heel weinig kiezers zich verdiepen in de verkiezingsprogramma's van de diverse partijen, nog afgezien van de beperkte waarde van veel van die programma's, omdat de meeste partijen vooral MEE willen regeren, en daarom graag bereid zijn om hun belangrijke programmapunten aan de wilgen te hangen - denk aan Geert Wilders die tot de dag vóór de verkiezing de pensioenleeftijd op 65 jaar een "breekpunt" noemde en de dag na de verkiezingen die eis zonder meer liet vallen (zie Nu.nl van 10 juni 2010). Tot mijn grote verbazing zijn de meeste mensen al die valse en gebroken beloften vergeten, maar velen maken zich nog steeds wél behoorlijk druk over het "kwartje van Kok" (dat nu omgerekend maar iets meer dan 11 Euro-cent waard is).
De meeste mensen hebben echter ook "geen tijd" om zich te verdiepen in wat er in de politiek gebeurt, of wat politieke partijen in hun programma's hebben staan. Immers, als er niet een soapserie is waarvan geen aflevering gemist mag worden, een kwis over "slimste mens"en, of een talentenjacht, dan is het wel een serie op Netflix of een andere verstrooiingsmachine, of -natuurlijk- een "belangrijke" sport-achtige gebeurtenis (voetbal, wielrennen, tennis, Olympisch brood-en-spelen, Formule X), en uiteraard hebben ze dan écht geen energie meer om nog iets zinnigs tot zich te nemen, (misschien ook door het pils en de chips die voor de TV naar binnengegoten worden?).
Hoe eerlijk is het om in zo'n systeem te spreken van een democratie? Een democratie kan niet bestaan in een maatschappij die geregeerd wordt door vluchtige informatie - denk aan manipulatieve TV-journaals, kranten met misleidende koppen, roddelbladen en -rubrieken op TV?
Noem het dan -zou ik zeggen- een "massacratie", "simpelcratie" of iets anders wat de lading beter dekt! Misschien "waan-van-de-daggocratie"?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten