zaterdag 11 april 2009

Waarom we van de overheid (of bijv. G20) geen oplossing van de crisis hoeven te verwachten

Ik heb lang zitten denken over hoe ik het in niet al te veel woorden zou kunnen uitleggen, maar beter dan Paul Offermans (in hoofdstuk I van de Geschiedenis van het gewone volk van Nederland, 1975) lukt dat me niet:
De staat en haar wetten zijn schijnbaar zelfstandige organisaties die weinig of niets te doen hebben met de ekonomiese onderbouw. De staat is inderdaad zelden of nooit de direkte uiting van de macht van de ekonomies heersende klasse(n), maar haar indirekte instrument. In onze tijd bv. zullen de grote kapitalisten als SHELL, UNILEVER en PHILIPS niet bepalen wie er in regering en kamer komen, maar bepalen wel het wel en wee van onze ekonomie, zij mag wat scherpe kantjes wegvijlen, wat werkloosheid bestrijden, de sociale voorzieningen wat verbeteren, maar de grote investeerders staan boven de staat. Een regering kan links of rechts zijn, tegen de prijsopdrijvingen van de grote oliekoncerns staat zij machteloos. Maar haar taak is wel de klassenstrijd, die bv. tengevolge van een ekonomies slechte situatie toeneemt, te katalyseren en uit te doen vechten op het nivo van het parlement. De kapitalisten blijven buiten schot want regering en parlement vertalen de klassenstrijd in wetten die schijnbaar boven en buiten de ekonomie staan. Zo doet de staat zich voor als een instelling die boven de klassen staat.
En op deze manier kan elke handeling, elke beslissing van welke kapitalistische, resp. neoliberale regering dan ook (of die nu christendemocratisch, sociaaldemocratisch, liberaal of zelfs fascistisch is) zonder al te veel moeite herkend worden als een dienst aan het bedrijfsleven.

De graaicultuur van de bonussen wordt niet aangepakt (ook al doet Wouter Bos net alsof hij het allemaal zo erg vindt - zonder er iets aan te doen; zie Volkskrant van 3 maart dit jaar), maar wel wil Donner bijv. dat de koopkracht verlaagd wordt (zie Trouw 24 februari dit jaar). Kijk aan de andere kant hoe de bankdirecteuren genoeglijk zitten te kletsen over de crisis, terwijl ze te beroerd zijn om zelfs maar voor de vorm 'sorry' te zeggen voor de door hun graaizucht veroorzaakte ellende (Trouw van 8 april), terwijl de slachtoffers van hun crisis uit hun huizen gezet worden (Trouw, 8 april). Iedereen die het nieuws een beetje volgt, kan nog legio andere voorbeelden vinden, waarbij het er steeds op neer komt dat het bedrijfsleven geen haarbreed in de weg wordt gelegd en de arbeidersklasse nog verder uitgeperst moet worden.

Geen opmerkingen: