Nadat de vorige versie van het neoliberale Nederlandse régime (een club die niet kan regeren, kun je immers geen 'regering' noemen) de laan uit is gestuurd wegens een vreselijk fraudeschandaal bij de belastingdienst, is door het Nederlandse electoraat op enorm democratische (lees: dommocratische) wijze bij verkiezingen begin dit jaar beslist dat de ontslagen Haagse Bluffers -kennelijk- eigenlijk, in grote lijnen, niets verweten kon worden.
Na een zwangerschap van negen maanden, waarin het demissionaire (en dat betekent in dit geval 'oneervol ontslagen') régime zich driftig geamuseerd heeft in tal van leuke en gezellige plaatsen en hotels in Nederland ("overleg" heet dat in modern Nederlands), is immers besloten een nieuwe regering te formeren (het klonk alsof de nieuwlezer zei 'vomeren'...), bestaande uit dezelfde partijen, die de belastingfraude mogelijk gemaakt hebben. Maar -belooft het toekomstige régime- het zal nu allemaal anders, en beter worden.
Eerlijk gezien heb ik daar niet veel (lees: volstrekt geen) vertrouwen in. Wat kunnen we immers verwachten van een eerste minister die geen actieve herinnering heeft aan wat zijn vorige clubje allemaal fout heeft gedaan...Zeg nou zelf!
Enfin, lees de column in de Volkskrant van gisteren, De regering van nieuw elan zal nooit liegen, van Sheila Sitalsing. Zij vertelt het mooier dan ik zou kunnen.
Na de uitslag van de vorige verkiezingsronde was het mij al meteen duidelijk dat het resultaat alleen tot voortzetting van dezelfde Roverheid zou kunnen leiden (misschien met wat steun van de niet-socialistische PvdA en de niet-linkse GroenLinks, of het niet-Christelijke CDA), en dat nieuwe verkiezingen de enige verstandige oplossing zouden bieden.
Bij nader inzien weet ik echter helemaal niet meer wat er gedaan kan worden om van dit land nog een werkzame democratie te maken. Immers, dit land zucht al minstens 30 jaar onder een steeds walgelijker kapitalistische dictatuur, en bij nieuwe verkiezingen zullen de kiezers ongetwijfeld weer hun stem uitbrengen op dezelfde grootgraaiers en op hun politieke vriendjes.
Helaas, de opmerking over Zweden van Håkam Nesser in hoofdstuk 35 van zijn boek Man zonder hond (originele titel Människa utan hund, uit 2006) geldt ook voor Nederland:
Of het begrip democtatie. Was het echt acceptabel dat mensen die in elke idiote reclamestunt trapten het lot van het land bepaalden? Die presidenten kozen op grond van hun kleur ogen en parlementsleden omdat ze een schuine mop konden vertellen?
De enige (parlementaire) partij, de SP, die consequent strijdt voor een menselijkere samenleving, wordt om een of andere reden niet gezien door de gemiddelde kiezer. En inderdaad, ook bij de SP gaat niet alles zoals het naar mijn mening zou moeten gaan, maar bij deze partij is in ieder geval een menselijke samenleving in goede handen, en dat geldt voor geen enkele andere partij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten