dinsdag 6 juni 2006

Estland, terecht in Bush' "Nieuwe Europa"

George Double-Me Bush maakte vlak voor zijn invasie van Irak niet voor niks een onderscheid tussen het "oude Europa" (Duitsland, Frankrijk en België), dat hem niet wilde steunen bij zijn illegale oorlog, en het "nieuwe Europa", de Oost-Europese EU-lidstaten, die nog steeds zo kolossaal dankbaar waren dat ze nu in plaats van door het stalinisme door het kapitalisme uitgebuit mochten worden, dat ze Bush blind wilden volgen in een kolossale moordpartij.

Uit een artikel in NRC/Handelsblad blijkt vandaag dat het niet alleen de oorlogszuchtigheid is die het "nieuwe Europa" hecht aan Bush bindt. Ook de homo-haat van Bush en zijn alleluya-freaks viert hoogtij in Estland. Zelfs in die mate dat de Nederlandse ambassadeur na een jaar voortijdig zijn post in Tallinn verlaat, omdat hij en zijn (zwarte) echtgenoot (van Cubaanse afkomst) het slachtoffer zijn van homohaat.

Al meteen toen ambassadeur Glaubitz benoemd was schreef een weekblad dat de benoeming van een homoseksuele ambassadeur met een zwarte partner moest worden gezien als een provocatie. Volgens Glaubitz valt overigens de overheid van Estland niets te verwijten, maar de mentaliteit van de bevolking is kennelijk nog niet in staat (net als trouwens een groot deel van de bevolking van West-Europa, laten we eerlijk zijn) om te accepteren dat mensen ook recht hebben op hun eigen leven en hun eigen voorkeuren.

Een van mijn favoriete auteurs, Mario Vargas Llosa, laakte op 4 juni in de Peruaanse krant El Comercio de houding van Rita Verdonk ten aanzien van Ayaan Hirsi Ali en de steun van veel Nederlanders voor Verdonk's starre houding. In die context schreef hij: "Elke collectieve 'identiteit' (nationalistisch, racistisch, cultureel of godsdienstig) is niets anders dan een concentratiekamp, waarin de soevereiniteit en de vrijheid van het individu verloren gaan". Dit zou een mooie tekst zijn om een échte Europese grondwet mee te beginnen...

1 opmerking:

Anoniem zei

Als ik solliciteer, wordt mij nooit gevraagd naar mijn sexuele voorkeur of gedrag. Men vraagt of ik het werk dat ik zal moeten doen wel aan kan. En men onderzoekt mijn vakbekwaamheid. Als ik in visueel kontakt kom met klanten, dan kijkt men of mijn das correct gestrikt is.

In sommige (soms heel erg grote)landen vindt men juist niet zo zeer die vakbekwaamheid voor de (hoge en zeer duur betaalde) funkties belangrijk, maar veel meer datgene wat men met de geslachtorganen uitspookt.

Kijk, bij een prostituee die solliciteert kan ik me dat voorstellen, maar bij een ambassadeur of president van de VS lijkt dat me op mijn zachtst gezegd eigenaardig.

De situatie is kennelijk in sommige landen doorgeschoten: men kijkt alleen nog naar de sexuele bezigheden van de sollicitant.

Ik zal het nooit gaan begrijpen, maar ik ben dan ook niet katholiek. (en ook niks anders, en helaas, de duivel bestaat ook al niet, saai he?)
(en o ja, sex moet je eigenlijk als seks spellen, tegenwoordig, nou, me hoela!)