Wouter Bos is een heel ander verhaal. De huidige Nederlandse vice-premier en minister van financiën noemt zich 'sociaal-democraat' (en misschien zelfs soms nog wel 'socialist'), maar is niet meer dan een gewone kapitalist (in nieuwspraak 'neoliberaal'), wat overigens ook niet anders kan, gezien zijn christelijke opvoeding (waarop hij trots zegt te zijn) en zijn leerschool bij de multinational Shell, waar hij het klappen van de zweep geleerd heeft.
Dat hij niets socialistisch heeft (afgezien misschien van wat woordjes die hij uit het socialistische vocabulaire gepikt heeft) blijkt wel uit het gemak waarmee hij het geld van de Nederlandse belastingbetaler uitgeeft om het kapitalisme te redden. Zo meldde de Volkskrant op 16 december nog (onder de kop Megafraude VS kost Bos mogelijk een miljard) dat "Minister Bos van Financiën [...] mogelijk een strop van 1 miljard euro [lijdt] als gevolg van een megafraude in de Verenigde Staten." Alsof hij daar zelf ook maar één cent van hoeft te betalen.
Wie wel de kosten van zijn onbeleid (en van het kapitalisme als maatschappelijk wanverschijnsel) betaalt zijn de leden van de arbeidende klassen, en dat zijn juist de mensen die al jarenlang geëxploiteerd en uitgeperst worden, zoals duidelijk blijkt uit een artikel in Trouw van 18 december, dat de aandacht vestigt op het schrikbarend stijgend aantal mensen, dat in Nederland onder het bestaansminimum leeft. Hieronder bevinden zich ook steeds meer werkenden, waarmee ik overigens beslist niet wil aangeven dat dat voor mensen met een uitkering minder erg zou zijn.
Volgens socioloog Erik Snel (Erasmus Universiteit, Rotterdam) is de verharding van de sociale zekerheid een van de oorzaken.
Daarbij kun je denken (ik noem zo maar wat) aan het uitkleden van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, de beperking van het recht op nabestaanden- (alweer zo'n 10 jaar geleden) en werkloosheidsuitkeringen, de verzieking van de gezondheidszorg, de drastische beperking van de fiscale aftrek van bijzondere ziektekosten vanaf volgend jaar, en diverse proefballonnetjes (ook al hebben die nog niet tot wetgeving geleid), zoals het voorstel van arrivist Aboutaleb (ook al PvdA, net als Wouter Bos) dat weduwen twee jaar na het overlijden van hun partner maar moeten gaan werken, ook al hebben ze minderjarige kinderen (zie Het Parool van 2 december).
Geef mij maar idealisten als Don Quijote: beter een droom die niet uitgevoerd kan worden, dan een verzieking van de maatschappij die wél gerealiseerd wordt!
P.S.: Dit stukje had ik al op 18 december geschreven, maar het was ergens blijven hangen...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten