zaterdag 31 juli 2010

Verplichte lectuur voor wie "toch niks te verbergen" heeft...


Een van mijn vrienden tipte me over het nieuwe boek van Vrij Nederland-redacteur Rudie Kagie, dat de niet mis te verstane titel «Privacy» voert en dat gewijd is aan de aanslagen door de overheid op onze privacy. Zoals de achterflap van het boek aangeeft:
Na de terroristische aanslagen op 11 september 2001 stelden Amerikaanse autoriteiten dat 'veiligheid boven privacy gaat'. Sindsdien won het idee terrein dat in principe iedereen verdacht is, ook in West-Europa. De geavanceerde opsporingstechnologie was aanvankelijk bedoeld om zware criminaliteit te traceren. Inmiddels blijken cameratoezicht, biometrie, bodyscans, controle van internet en telefonie, datamining, door radiogolven gestuurde chips en andere vondsten effectief gereedschap om 16,5 miljoen Nederlanders mee in de gaten te houden.
In hoog tempo werden maatregelen doorgedrukt die de overheid, het opsporingsapparaat en het bedrijfsleven inzicht geven in het denken, doen en laten van burgers. De vraag wat de risico's zijn als gegevens worden misbruikt, is allang niet hypothetisch meer.
In eerste instantie vroeg ik me af of het voor mij wel zin zou hebben om het boek aan te schaffen, omdat ik in de loop der jaren, zoals mijn vaste lezers weten, steeds achterdochtiger geworden ben en ik in het boek geen echte verrassingen verwachtte aan te treffen.

Grote verrassingen trof ik inderdaad niet aan, maar wel een duidelijk overzicht van de talloze en steeds uitgebreidere mogelijkheden die de "overheid" heeft om ons te controleren, denk alleen maar aan het "burgerservicenummer", dat in werkelijkheid "burgerbespioneernummer" zou moeten heten, want het levert óns geen enkel voordeel op, tenzij wanneer de overheid dat wil (bijvoorbeeld dat je geen aanspraak kunt maken op bepaalde diensten als je dat nummer niet  kunt laten zien).

Bovendien bevat het boek vele voorbeelden, die duidelijk laten zien tot welke ernstige consequenties de overheidsmaatregelen kunnen leiden voor individuele burgers, óók voor mensen die nooit iets verkeerd gedaan hebben. Door misbruik door een derde kunnen ook wij, jullie en ik, het slachtoffer worden van een "misverstand", dat de rest van ons leven kan verwoesten.

Eigenlijk heb ik bij dit boek maar drie kanttekeningen:
  1. Op bladzijde 32 verwijst Kagie naar een gebeurtenis in 2005, toen het Openbaar Ministerie alle beschikbare informatie opvroeg over mensen die op een bepaalde dag tussen 22:00 en 24:00 in een deel van Rotterdam (waar toen de OV-chipkaart al gebruikt werd) de metro gebruikt hadden. Hij meldt hierbij wél dat de Hoge Raad uiteindelijk besliste dat het Openbaar Ministerie de foto's niet had mogen opeisen, maar geeft niet aan dat de uitspraak van de rechter alleen sprak over de foto's en niet over de eveneens opgevraagde naam- en adresgegevens. Zie daarover mijn artikel En dan moeten we nu zeker blij zijn? (In onze serie "Nederland Politiestaat") van 1 september 2009).
  2. Ook over de OV-chipkaart meldt de schrijver (op bladzijde 200) dat "Wie anoniem wil reizen, [...] met de OV-chipkaart meer [betaalt] dan de abonnementhouder die in ruil voor korting een stukje privacy inlevert". Dit suggereert (en dat is natuurlijk wat de OV-bedrijven ons willen doen geloven!) dat het mogelijk is anonieme kaarten te kopen. Dat kan inderdaad, bij enkele "GVB Tickets & Info"-loketten, mogelijk contant, maar reizigers die niet speciaal naar een dergelijk loket willen zijn toch verplicht de kaart bij een automaat te kopen, met een -bepaald niet anonieme!- pinpas, óf in de tram of bus een extra-dure chipkaart met een geldigheid van één uur (voor € 2,60!).
  3. En dan nog een taalkundige fout, eigenlijk het enige dat mij, als taalkundige, werkelijk stoorde in het boek: op bladzijde 128 gebruikt Kagie in regel 11 het woord "mits" in plaats van "tenzij", waardoor de betekenis van de betreffende zin ineens verandert. Deze zin moet gelezen worden: "Als regel worden die gegevens vertrouwelijk behandeld, tenzij 'bepaalde, beperkte omstandigheden' aanleiding geven om daarvan af te wijken."
Iedereen die zich ook maar een beetje afvraagt wat de zin is van allerlei overheidsmaatregelen, kan niet om dit boek heen. En eigenlijk zouden zeker degenen, die zich niet daarover verwonderen, omdat ze immers "niets te verbergen" hebben, juist dit boek moeten lezen. Iedereen heeft immers wel eens iets te verbergen, en dat hoeft beslist geen misdaad of een overtreding te zijn. Denk maar aan de beelden uit een parkeergarage, die leidden tot een (vervroegde?) breuk tussen Jan Smit en Yolanthe Cabau van Kasbergen (zie de Volkskrant van 20 mei 2009).

Je kunt het boek gewoon in je plaatselijke boekhandel kopen, maar ook bij de Webwinkel van Vrij Nederland.

    Geen opmerkingen: