dinsdag 8 augustus 2006

Over Libanon en rechtvaardigen (en psalmen)

Misschien kan een bijbelvast mens mij uitleggen hoe ik de twee volgende stukjes tekst uit psalmen moet opvatten:

Psalm 92, 13: "De rechtvaardige zal groeien als een palmboom, hij zal wassen [= groeien] als een cederboom op Libanon".
Psalm 29, 5: "De stem des Heeren breekt de cederen, ja, de Heere verbreekt de cederen Libanons;"

Die 'stem des Heeren' moet verwijzen naar de Israelische en Verenigdestaatse bommen en raketten, die met de stilzwijgende instemming (want niet ondubbelzinnige veroordeling) van de EU over Libanon -en trouwens ook over Palestina en elders- uitgestort worden.

Maar wat moet ik met het citaat uit psalm 92? Wie is hier 'de rechtvaardige'? Kennelijk niet de Libanese burger. Of toch wel?
Is het misschien zo dat de gelovigen Olmert (ik neem aan dat hij als zetbaas van de 'Joodse Staat' [zoals Israel zich nog steeds afficheert, daarmee talloze andere joden beledigend] als gelovig beschouwd wordt), Balkenende (van de zwartgekouste variëteit) en vooral de 'herboren christen' Bush weigeren de inwoners van Libanon als rechtvaardigen te beschouwen? Dit ondanks het feit dat Libanon nog steeds -ondanks het oorlogsgeweld dat het land al decennia lang teistert- een van de uiterst zeldzame democratieën is in het Midden-Oosten is.

Kennelijk hopen deze moorddadigen, die blijkbaar de oorlogszuchtige taal van de psalmen ten aanzien van hun 'vijanden' maar al te graag letterlijk toepassen, door de ceders kapot te bombarderen aan te tonen dat de bewoners van Libanon niet in de categorie 'rechtvaardig' vallen.

De logica ontgaat mij ten volle - net zoals ook de van oorlogsmisdaden aan elkaar hangende geschiedenis van de Verenigde Staten en Israel (zeker in de laatste tientallen jaren) voor mij onbegrijpelijk is.

Geen opmerkingen: