donderdag 28 juni 2007

Vakbonden in dienst van het kapitaal

Vakbonden zijn, laat ik daarmee beginnen, in onze op uitbuiting gebaseerde naast-elkaar-leving een noodzakelijk kwaad. Ze kunnen problemen voor individuele arbeiders oplossen en zorgen ervoor dat de al te scherpe kanten van de uitpersmaatschappij worden afgevijld.

Maar, hoewel werkgevers veel te vaak klagen over de vakbondseisen, ze zijn ook van belang voor het kapitalisme, omdat ze de kapitalisten beschermen tegen hun eigen gulzigheid. Wanneer immers de kapitalisten ongehinderd hun gang konden gaan, zouden ze de arbeiders in de kortste keren tot bittere armoede veroordeeld hebben. Uiteraard konden die arbeiders dan geen nieuwe plankton-TV's meer kopen (ik weet dat er nu alleen nog maar plasma-TV's zijn, maar onthoud maar dat ik al plankton-TV's voorspeld heb), niet meer elke drie jaar een nieuwe auto (sterker nog: ze kunnen zich niet eens meer een auto veroorloven, dus Shell zal een van de eerste slachtoffers zijn) en geen nieuwe vaatwassers of nieuwe bankstellen. Je ziet het al voor je: al die kapitalisten ineens met de handen in het kale haar, want ze hebben hun eigen gouden kalf tot de laatste druppel uitgeperst.

Vakbonden hebben dus een zeer belangrijke functie in het kapitalisme, mede omdat ze ook zorgen dat arbeidsconflicten al dan niet tot tevredenheid van de arbeiders "opgelost" worden. Probeer maar eens te volgen hoe vaak er geen accoorden uit onderhandelingen rollen, die niet naar de zin zijn van een groot deel van de vakbondsleden.

Die functie van de vakbond blijkt ook uit het feit dat het bestuur van de FNV zich in het algemeen sterk identificeert met de neosocioliberale PvdA, en uit de pro-houding van de FNV ten opzichte van de Europese 'grondwet'.

Vandaag meldt de Metro (uit eigen koker: van Jan-Willem Navis) dat 'Kabinet, werkgevers, vakbonden en gemeenten [...] in den Haag af[spraken] dat de komende jaren 200 duizend langdurig werklozen aan een baan geholpen moeten worden'. Jongeren die na hun opleiding geen baan vinden kunnen gedwongen worden productie-arbeid te verrichten, ook al zijn ze universitair opgeleid. Rutger Groot Wassing van FNV Jong vindt dat niet onlogisch: "En nu de vraag naar laaggeschoolde arbeid hoog is door de sterke economie, is de kans groot dat jongeren bijvoorbeeld theezakjes moeten plakken."

In plaats van zich af te vragen of al die laaggeschoolde arbeid sociaal (en vanuit milieu-oogpunt, niet te vergeten) wel noodzakelijk is, geeft deze FNV-er een nietszeggende reactie, die tegelijk wél de plannetjes steunt. Als de vakbond zich werkelijk om de samenleving als geheel zou bekommeren, zou hij hebben moeten voorstellen dat de werkweek verkort moest worden, waardoor de banen beter verdeeld zouden kunnen worden (om maar iets te noemen, want vooral met het oog op een verstandig milieubeheer zijn er nog véél betere opties).

Geen opmerkingen: